Verslag van de vergadering van 11 maart 2025 (2024/2025 nr. 21)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.30 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Voorzitter. In haar jaarlijkse ongelijkheidsrapport van begin dit jaar stelt Oxfam Novib vast dat terwijl het vermogen van 's werelds miljardairs in het afgelopen jaar drie keer zo snel is toegenomen als in 2023, tegelijkertijd door de economische crisis, de klimaatcrisis en toenemende conflicten het aantal mensen dat wereldwijd in armoede leeft, nog ongeveer even groot is als in 1990. Nog steeds leven 3,6 miljard mensen onder de door de Wereldbank vastgestelde armoedegrens van 6,25 Amerikaanse dollar per dag. Per jaar sterven er vijf miljoen kinderen onder de vijf jaar, de meesten als gevolg van ondervoeding of gebrekkige gezondheidszorg. Zoals Oxfam Novib stelt, is deze diepe mondiale ongelijkheid ook een product van een lange geschiedenis van koloniale overheersing en neokolonialisme.
Om deze structurele ongelijkheid en de massale armoede in de wereld aan te pakken en uiteindelijk uit te bannen, is daarom veel meer nodig dan enkel ontwikkelingssamenwerking. We zullen vooral toe moeten naar een heel andere wereldeconomie, een economie die gebaseerd is op de waarde van solidariteit en gelijkwaardigheid, en niet alleen gedreven wordt door de honger naar private winsten en geopolitieke macht. Dit is de wereld waar de SP zich voor inzet. Hoe zet deze minister zich in voor een eerlijkere wereldhandel, opdat landen en mensen in het mondiale Zuiden voldoende profiteren van de internationale handel, in plaats van dat mensen en natuur worden uitgebuit?
Ontwikkelingssamenwerking is echter — zeker zolang die eerlijkere wereld er nog niet is — evenzogoed onmisbaar en in het belang van iedereen, arm en rijk. Want ook het rijke Nederland heeft er belang bij dat samenlevingen elders zich kunnen ontwikkelen en mensen zich kunnen ontworstelen aan de armoede.
De SP vindt ontwikkelingssamenwerking een kwestie van wellicht eigenbelang, maar ook van solidariteit; solidariteit met de armsten en meest kwetsbaren in de wereld. Dat is ook een morele plicht. Erkent de minister dit? Is ontwikkelingshulp van waarde voor de minister, nog los van wat het voor Nederland oplevert, zelfs op langere termijn? Zijn solidariteit en barmhartigheid voor haar nog relevante waarden?
Ik vraag dit mij af, want als je ziet met welke missie de minister aan haar ambt begonnen is, dan trek ik dat echt in twijfel. Met deze minister hebben we nu voor het eerst een minister van ontwikkelingssamenwerking — of ontwikkelingshulp tegenwoordig – die niet in de eerste plaats strijdt voor het belang van ontwikkelingssamenwerking en bij bezuinigingen het liefst haar eigen portefeuille gevrijwaard ziet. Nee, zij is er juist trots op de grootste bezuinigingsoperatie op ontwikkelingssamenwerking ooit door te gaan voeren, om de botte bijl te zetten in haar eigen beleid en in de vele projecten die Nederland heeft helpen op te zetten, met alle kennis en kunde die daarbij opgebouwd is. Met trots doet zij dit. Zij doet dit namelijk voor Nederland en de Nederlanders, zegt zij.
Het is, zo beweert zij, voor Nederland dat zij structureel 2,4 miljard euro bezuinigt, oftewel bijna 38% van het budget. Hiermee zakt het percentage van het bni van 0,62% — dat is al ruim onder de internationale norm van 0,7%, waar Nederland zich altijd aan gecommitteerd had — naar 0,44% in 2029. Dit is al eerder gezegd vandaag. Met de voorliggende begroting wordt de eerste stap richting die megabezuiniging gezet, met ruim 300 miljoen.
Voorzitter. Wat een kortzichtigheid. Ook als je solidariteit niet zo belangrijk vindt als mijn fractie en vooral kijkt naar de belangen van Nederland, zijn deze bezuinigingen onbegrijpelijk. Als je bereid bent om ook maar een beetje naar de lange termijn te kijken en naar de enorm instabiele wereld om ons heen, ook geopolitiek — ik denk dat ik dat niemand in deze Kamer hoef uit te leggen — dan ben je uiteindelijk helemaal niet bezig dat Nederlandse belang te dienen als je meer dan een derde van het ontwikkelingshulpbudget schrapt. Alle deskundigen zijn het hierover eens: ontwikkelingssamenwerking dient ons verlichte eigenbelang.
Vorig jaar bracht de Adviesraad Internationale Vraagstukken hierover nog een heel helder advies uit. De AIV pleitte voor een stabiel en voorspelbaar ODA-budget. Ik citeer: "Dit is in het Nederlandse belang omdat ontwikkelingssamenwerking niet alleen bijdraagt aan de aanpak van grensoverschrijdende problemen, die ook de Nederlandse samenleving raken, maar ook deuren opent voor nauwere politieke en economische samenwerking met landen in het mondiale Zuiden". Is de minister dit met de AIV eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom haalt zij dan in één keer een streep door dat stabiele en voorspelbare ontwikkelingshulpbudget, met de grootste bezuinigingsoperatie ooit? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Net is er ook al aan gememoreerd: vorige week hadden wij vijf deskundigen hier in de Eerste Kamer, met behoorlijk uiteenlopende achtergronden, van een vertegenwoordiger van ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad tot een voormalig Commandant der Strijdkrachten. Hun boodschap was eensluidend: of het nu gaat om samenwerking op het gebied van klimaat of om conflictpreventie, en daarmee om de voor dit kabinet belangrijke vermindering van migratiestromen, ontwikkelingssamenwerking is ook in ons eigen belang. Het geeft zowel op bilateraal als op multilateraal niveau diplomatieke en geopolitieke invloed, ook in landen in het mondiale Zuiden, die wij juist nu, in deze nieuwe en mogelijk veel onveiligere wereldorde, hard nodig hebben. Deze soft power is niet altijd makkelijk te meten, maar wel degelijk reëel en van groot belang. Erkent de minister dit? En hoe weegt zij dan zelf de enorme bezuiniging op haar begroting in relatie tot deze geopolitieke en diplomatieke belangen van Nederland? Heeft zij zich er rekenschap van gegeven dat Nederland op deze manier weleens kostbare invloed zou kunnen verliezen? Wat gaat dit Nederland uiteindelijk kosten?
Inmiddels weten we ook hoe de minister deze megabezuiniging van 2,4 miljard euro wil gaan invullen. Dat lezen we in haar beleidsbrief van 20 februari, die net ook al is genoemd. Daarbij valt op dat wat de minister betreft niet alleen het budget met 38% moet krimpen, in naam van het belang van de Nederlanders, maar dat de 62% van het budget die overblijft ook zo veel mogelijk en direct ten goede moet komen aan Nederland.
Hoewel al veel eerder de stap is gezet naar integratie van buitenlandse handel met hulp, gaat deze minister nog een grote stap verder in de wat de SP-fractie betreft verkeerde richting door alle ontwikkelingshulp veel directer te koppelen aan wat zij ziet als de Nederlandse belangen op het gebied van handel, economie, veiligheid en migratie. Hierbij gaat het minder om de economische en diplomatieke belangen waarover ik het net had, de geopolitieke belangen van Nederland op de langere termijn, maar meer om een veel directere en engere definitie van ons eigen belang.
Hierbij lijkt het de minister vooral om twee dingen te gaan. Punt één is dat de Nederlandse bedrijven direct aan onze ontwikkelingshulp kunnen verdienen. Dat is dus niet door bijvoorbeeld het verminderen van conflicten en het creëren van een stabiele investeringsomgeving. Klopt het, zo vraag ik de minister, dat voor haar winstgevendheid van Nederlandse bedrijven nu expliciet een doel is? Is dit voor haar dan een belangrijker doel dan het helpen van mensen in ontwikkelingslanden? Verwordt ontwikkelingshulp daarmee niet tot een subsidiepot voor een deel van het bedrijfsleven? Wordt dit dan niet een vorm van gebonden hulp, die niet alleen zeer onwenselijk is, maar ook een vorm van verboden staatssteun kan zijn? Graag een reactie van de minister.
Het tweede doel voor de minister is het tegenhouden van migranten. Wederom gebeurt dat niet door te werken aan preventie van vluchtelingenstromen door conflicten of klimaatverandering, maar door aan dictaturen geld te geven voor het tegenhouden van migranten. Vormen deze twee zaken samen dan de meetlat waaraan deze minister het succes van Nederlandse ontwikkelingshulp wil meten? Zo nee, wat is dan volgens haar het doel van ontwikkelingshulp? Hoe moeten we in dit licht kijken naar het feit dat een disproportioneel deel van de bezuinigingen, 1 miljard euro, terechtkomt bij maatschappelijke organisaties, bij het maatschappelijke middenveld, dat voor een groot gedeelte wordt wegbezuinigd? Is dat misschien omdat deze organisaties nog wél waarde hechten aan ontwikkelingssamenwerking, als iets wat gedeelde belangen dient en niet alleen en vooral gericht is op het kille, materiële eigenbelang? Graag een reactie van de minister.
Bij langetermijneigenbelang in plaats van snelle winst op korte termijn denkt mijn fractie bijvoorbeeld aan ontwikkelingssamenwerking op het terrein van klimaat. Maar hierbij kiest de minister juist voor een draconische bezuiniging. Kan de minister uitleggen hoe dit volgens haar het Nederlandse belang dient?
Voorzitter. Afgelopen zaterdag was het Internationale Vrouwendag, een goede dag om stil te staan bij hoe vrouwenrechten wereldwijd toenemend onder druk staan. Vrouwenrechten zijn mensenrechten en gaan over meer dan alleen gelijke behandeling. Bezuinigen hierop betekent bijvoorbeeld meer moedersterfte en ongewenste tienerzwangerschap. Maar wat doet de minister? Zij hanteert opnieuw de botte bijl. Het budget voor vrouwenrechten wordt gewoon op nul gezet. Heeft de minister enig idee wat de gevolgen hiervan zijn, concreet voor vrouwen en meisjes die het betreft? Graag een precies antwoord.
Voorzitter. Zoals anderen vóór mij ook al hebben benadrukt, wordt bovenop de structurele bezuiniging van 2,4 miljard ook nog eens 2 miljard extra bezuinigd in deze kabinetsperiode, omdat de koppeling wordt losgelaten. Dat betekent dat het budget niet zal meestijgen, ook niet op het lagere niveau, met de groei van onze economie. Deze dubbele bezuiniging was niet in het hoofdlijnenakkoord opgenomen en maakt dat van onze sterke traditie in ontwikkelingssamenwerking weinig overblijft. We willen de minister dan ook met klem vragen om deze desastreuze ontkoppeling weer ongedaan te maken bij de Voorjaarsnota.
Bovenop deze bezuinigingen komen er nog meer bezuinigingen, doordat een groot deel van het budget naar de asielopvang gaat. Deze zogenaamde asieltoerekening is de laatste jaren snel gestegen en ondermijnt de stabiliteit en de voorspelbaarheid van het eigenlijke ontwikkelingshulpbudget. De verwachting is dat de asieltoerekening de komende jaren nog verder zal stijgen. Pas in 2027 wordt deze eindelijk gemaximeerd. Maar wat als we de komende twee jaar te maken krijgen met nog grotere vluchtelingenstromen dan waar we nu al rekening mee houden, bijvoorbeeld omdat conflicten in het Midden-Oosten verder escaleren en de burgeroorlog in Syrië opnieuw oplaait? Klopt het dat er dan nog meer van het budget naar asielopvang zal gaan en dat er dus feitelijk nog meer bezuinigd zal worden op het ODA-budget, zoals in voorgaande jaren het geval was? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Deze desastreuze bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, die door dit kabinet met deze en de volgende begrotingen zijn ingezet, worden doorgevoerd, terwijl ook andere landen op ontwikkelingssamenwerking bezuinigen. Dat het een trend is, wil nog niet zeggen dat Nederland die trend moet volgen, laat staan een trendsetter moet zijn. De SP-fractie vindt juist dat Nederland meer in plaats van minder moet doen, nu andere landen het laten afweten, met Amerika voorop, met Musk en Trump en het opdoeken van USAID. Miljoenen mensenlevens komen op het spel te staan nu de Amerikanen stoppen met de internationale aidsbestrijding. Dit kan ook de Nederlandse volksgezondheid raken. Erkent de minister dat? Deelt zij onze zorgen hierover? Zo ja, is zij bereid zich ervoor in te spannen dat de EU dit Amerikaanse gat zo veel mogelijk opvult?
Voorzitter. Alhoewel de minister telkens zegt dat de humanitaire hulp in stand blijft, wordt er ook op noodhulp maar liefst 300 miljoen bezuinigd in de komende vier jaar, en dit terwijl de humanitaire noden in dit tijdperk van geopolitieke ontwrichting wereldwijd alleen maar toenemen: in Gaza, Sudan, de Democratische Republiek van Congo en helaas op nog veel meer plekken op deze wereld. Vindt de minister deze bezuiniging op noodhulp verantwoord, nu de wereld alleen maar instabieler wordt?
Voorzitter. Ik wil ten slotte nog specifiek stilstaan bij het ongekende en nu weer toenemende humanitaire leed in Gaza en bij de in deze begroting opgenomen rampzalige afbouw van de financiering van de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA: dit jaar van 19 miljoen naar 15 miljoen euro en uiteindelijk naar slechts een schamele 1 miljoen euro in 2029. Alle experts en relevante internationale organisaties zijn het erover eens dat UNRWA onmisbaar is, als het gaat om het lenigen van de onbeschrijfelijke humanitaire nood in Gaza. Een voorganger van deze minister, nu in haar huidige rol als VN-coördinator voor humanitaire hulp en wederopbouw in Gaza, mevrouw Kaag, stelt elke keer onomwonden dat er voor UNRWA geen alternatief is. Op onze schriftelijke vraag of het kabinet het met de VN-vertegenwoordiger eens is, kregen wij geen helder antwoord en daarom nog eens deze vraag aan de minister. Is zij het wel of niet eens met de VN-vertegenwoordiger op dit punt?
Wij lezen in de beantwoording dat de minister erkent dat UNRWA een door de Algemene Vergadering van de VN verleend belangrijk mandaat heeft om Palestijnse vluchtelingen te helpen en dat de minister dat mandaat onderschrijft. Dat is mooi, maar mijn fractie begrijpt dan niet dat de minister tegelijkertijd stelt dat dat mandaat losstaat van de Nederlandse financiering van UNRWA. Hoe bestaat dit? Zonder die financiering kan UNRWA toch onmogelijk haar mandaat uitoefenen? Als Nederland dat mandaat en het belang daarvan erkent, dan zal toch ons land ook zijn steentje moeten bijdragen, te meer nu Amerika als grootste donateur zich terugtrekt?
Wat vindt deze minister, verantwoordelijk voor humanitaire hulp, van het feit dat Israël, volledig in strijd met eerdere uitspraken van het Internationaal Hof van Justitie, Gaza opnieuw heeft afgesloten van voedsel en andere hulpgoederen en nu ook nog van stroom? Erkent zij dat dit een oorlogsmisdaad is? Zo ja, hoe probeert deze minister dan voor of achter de schermen, al dan niet in Europees verband, druk op Israël te zetten om deze grove schending van het internationale recht onmiddellijk te stoppen?
Voorzitter, ik rond af. Het moge duidelijk zijn dat de SP-fractie zich ernstig zorgen maakt over de gevolgen van de bezuinigingen waar deze minister met deze begroting een aanvang mee heeft genomen. De minister en dit kabinet kiezen niet voor de weg van de barmhartigheid, maar voor de weg van een heel nauw gedefinieerd Nederlands eigenbelang op korte termijn, terwijl op langere termijn deze bezuinigingen ook ons land zullen raken en schaden.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan de heer De Vries namens de SGP.