Plenair De Vries bij voortzetting behandeling Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025



Verslag van de vergadering van 25 maart 2025 (2024/2025 nr. 23)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 22.11 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer De Vries i (SGP):

Dank, voorzitter. Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording van mijn vraag. Ik had met opzet al geprobeerd om de discussie over de inhoud van de wet zo veel mogelijk te vermijden. Mijn vraag ging vooral over de praktische uitvoerbaarheid in verband met de financiën en ik begrijp uit het antwoord dat de minister kans ziet om straks een wetsvoorstel voor te leggen dat binnen deze begroting uitvoerbaar is. Ik ben heel benieuwd en we zullen straks zien hoe dat eruit gaat zien.

Voorzitter. Ik heb een beetje met verbazing aangehoord hoe collega Van Knapen nogal werd ondervraagd over dekking toen hij een voorstel deed om een bepaalde bezuiniging ongedaan te maken. Ik vind dat een hele goede vraag, maar speelt diezelfde vraag niet ook voor alle andere voorstellen die worden gedaan om bezuinigingen terug te draaien? Ik hoor nu van bijna elke post in de begroting dat die ongedaan zou moeten worden gemaakt. Dit betekent dat we eigenlijk aan de minister vragen om bijna de hele begroting ongedaan te maken. Ik pleit ervoor de minister niet met een onmogelijke opdracht het bos in te sturen. Ik zou bijna willen zeggen "doe dat niet", maar dan treed ik op verboden terrein; dat begrijp ik.

Een andere observatie tijdens het debat is dat regelmatig een soort lineair verband wordt gelegd tussen geld als input en kwaliteit als output. Ik wil dat een beetje relativeren. Als ergens zo'n verband onduidelijk is, is het in de wetenschap. Daar is het zeker niet een garantie dat als je er meer geld inpompt, er meer output, meer inzichten, uitkomt. Ik heb wel meer voorbeelden gehoord waarbij ik dacht "is dat wel zo?", bijvoorbeeld dat empathie bevorderd zou worden door het lezen van boeken. Ik denk dat het er dan sterk van afhangt welke boeken dat zijn en of dit überhaupt een-op-een met elkaar samenhangt.

Werkdruk verminderen bij universiteiten. Ik heb er inmiddels 35 jaar op zitten bij een universiteit en ik weet dat we elkaar in de wetenschappen helemaal gek kunnen maken en dat er nog meer geld bij kan. Dat gaat waarschijnlijk alleen maar betekenen dat de concurrentiedruk nog hoger wordt en dat het de werkdruk zal versterken. Die hele simpele relatie tussen meer geld erin waardoor het probleem is opgelost, deel ik niet zo.

Ten slotte, voorzitter. In mijn eerste termijn was er een interruptie van collega Van Meenen. Ik besefte achteraf dat uit mijn laatste reactie daarop, dat staatsrechtelijkheid voor mijn fractie zwaar weegt, zou kunnen worden afgeleid dat de SGP-fractie eerst nog wil wachten op het advies van de Raad van State. De aanvraag daarvan is zeker verstandig, maar als we daarop moeten wachten voordat we over deze begroting kunnen gaan stemmen, heb ik daar moeite mee. We hebben sowieso al de neiging om het stemmen over begrotingen steeds verder uit te stellen. Er zijn soms drie schriftelijke vragenrondes. Nu dreigt er weer een derde termijn te ontstaan voor deze discussie. Ik zou er echt voor willen pleiten dat wij een afweging gaan maken tussen zorgvuldigheid, waar ik zeker voor ben, en aan de andere kant slagvaardigheid. Als wij de stemming gaan uitstellen tot bijna over het reces heen, zijn wij als Eerste Kamer niet goed bezig.

De heer Nicolaï i (PvdD):

Ik wil er wel graag op wijzen dat het feit dat er nu een derde termijn komt, niet aan de Kamer ligt. Dat ligt eraan dat de stukken, waar al diverse keren om gevraagd is, niet zijn verschaft. Nu krijgen we op het allerlaatste moment een stapeltje papier en moeten we kijken of dat de stukken zijn. Het lag dus niet aan de Kamer.

De heer De Vries (SGP):

Het is de vraag of wij inderdaad moeten wachten tot al die stukken er zijn voordat we over de begroting kunnen stemmen. De vraag of het staatsrechtelijk in orde is, gaat maar over een deel van de begroting. Zelfs daarvan is het nog niet duidelijk of dat het geval is. Ik heb in mijn bijdrage gezegd dat het misschien heel goed mogelijk is om de uitvoering van die wet zodanig in te richten dat je wel naar de geest van die akkoorden uitgaven doet en misschien naar de letter. Er zijn zo veel onzekerheden dat ik me afvraag of we echt moeten gaan wachten op al die adviezen en zekerheden. Dan kan het nog wel een poosje aanlopen, denk ik.

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Op zich ben ik het best wel eens met de heer De Vries dat de Eerste Kamer ook slagvaardig moet zijn. Maar het is de grote vraag of deze begroting rechtmatig is en of het rechtmatig is dat de bestuursakkoorden eenzijdig worden opengebroken. Die vraag is nog steeds niet beantwoord. Ik stel daarom de vraag aan de heer De Vries hoe hij daarnaar kijkt, met de antwoorden die we hebben en de witte pagina's die we hebben ontvangen.

De heer De Vries (SGP):

Het gaat over een onderdeel van de begroting, niet over de hele begroting. Als we daar alles voor gaan uitstellen, denk ik dat we echt bezig zijn om het accent heel sterk te verschuiven naar zorgvuldigheid en dat slagvaardigheid daar echt door inboet.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Maar dat is geen antwoord op mijn vraag. Mijn vraag was hoe de SGP aankijkt tegen de rechtmatigheid van deze begroting en de rechtmatigheid waarmee die bestuursakkoorden zijn opengebroken.

De heer De Vries (SGP):

Dan herhaal ik wat ik gezegd heb. Daar zou inderdaad een probleem kunnen zitten, maar het is nog niet bij voorbaat duidelijk dat het niet oplosbaar is.

De voorzitter:

Dan dank ik u hartelijk. Ik geef het woord aan mevrouw Nanninga namens JA21.