Plenair Moonen bij behandeling Begroting Gemeentefonds 2025



Verslag van de vergadering van 8 april 2025 (2024/2025 nr. 25)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.05 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Moonen i (D66):

Voorzitter. Allereerst dank ik de minister en alle ambtenaren voor de beantwoording van onze vragen. Ik heb vanmiddag en vanavond een heel betrokken minister gezien. Dat is mij opgevallen en daarom noem ik dat ook. Ik zie een minister die dat sociale weefsel van de gemeenten herkent en met hart over de gemeenten spreekt. Dat is belangrijk en nodig, omdat de burger de overheid via de gemeente leert kennen. Ik heb het idee dat dit is aangekomen en dat zij daar als mens en als minister zo instaat. Ik heb dus een positieve verwachting over alle aankomende gesprekken en onderhandelingen. Ik verwacht dat die in goede banen worden geleid.

Ik heb nog één vraag en één motie. De minister gaf toe dat de berekeningen van 2025 nog ambtelijk met D66 zullen worden afgestemd. Ik vraag de minister dit te doen voor aanstaande dinsdag, om het praktisch te houden: deze week. Dan gaat het altijd goed.

Dan kom ik bij mijn motie en die leid ik even in. De minister was fel toen het ging over de wettelijke taken die gemeenten hebben en dat ze vindt dat gemeenten die evident moeten uitvoeren. Ze was daar heel stellig over, want een wet is een wet. Ik heb in het debat gezegd dat hier ook een wederkerigheid in zit. De Gemeentewet vraagt iets aan de regering. Toen ik daar een paar keer een interruptie op gaf, kwam er voor mij niet een helder genoeg antwoord. Er is hier echter wel een principieel punt aan de hand, het punt van de rechtmatigheid. Dat is precies waar de Eerste Kamer over gaat. Rechtmatigheid gaat ook over het naleven van wetgeving, niet alleen door een burger, niet alleen door een gemeente, maar ook door een regering. Dit raakt ons allemaal. Vandaar dat ik hierover een motie heb gemaakt met de titel Naleving artikel 108 Gemeentewet.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten de afgelopen jaren een groeiend aantal wettelijke taken hebben gekregen vanuit het Rijk;

overwegende dat deze taken vaak gepaard gaan met hoge kosten, terwijl de bijbehorende financiële middelen structureel achterblijven;

overwegende dat artikel 108 van de Gemeentewet voorschrijft dat kosten, verbonden aan medebewindstaken, voor zover zij ten laste van de betrokken gemeenten blijven, door het Rijk aan hen worden vergoed;

constaterende dat deze wettelijke verplichting in de praktijk onvoldoende wordt nageleefd, waardoor gemeenten financieel en bestuurlijk in de knel raken;

verzoekt de regering om de kosten verbonden aan medebewindstaken te vergoeden aan lokale overheden zoals wettelijk is vastgelegd in artikel 108 van de Gemeentewet en artikel 2 Financiële-verhoudingswet (Fvw),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Moonen, Janssen, Fiers en Van der Goot.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter H (36600-B).

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Moonen. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.