Plenair Karimi bij behandeling Begroting Buitenlandse Zaken 2025



Verslag van de vergadering van 22 april 2025 (2024/2025 nr. 27)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.03 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Karimi i (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Waarom heeft een land buitenlands beleid? Niet om mooie woorden op papier te zetten, maar om effectief zijn belangen en waarden te verdedigen. Die twee vallen niet altijd samen. Juist dan komt het erop aan. Zelfs wie zich uitsluitend beroept op het nationale belang moet erkennen: vasthouden aan mensenrechten, rechtsstaat en internationale samenwerking is geen moreel extraatje, maar een strategische noodzaak. Zonder waarden geen legitimiteit, geen stabiliteit en uiteindelijk geen veiligheid.

Het uitdragen van die waarden is dan ook geen vrijblijvende keuze, maar een grondwettelijke opdracht. Sinds de herziening van de Grondwet in 1983 verplicht artikel 90 de regering om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Die bepaling is niet symbolisch. Gezien zijn geschiedenis en internationale oriëntatie als een open en klein, maar welvarend en invloedrijk land draagt Nederland een bijzondere verantwoordelijkheid voor het versterken van de rechtsorde en internationale samenwerking. Artikel 90 is daarmee zowel richtinggevend als toetsend. Buitenlands beleid moet worden beoordeeld op zijn bijdrage aan een stabiele, vreedzame en rechtvaardige wereldorde, ook wanneer dat bijdragen politiek ongemakkelijk is.

Ooit streefde Nederland naar een geïntegreerd buitenlandbeleid, waarin diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, veiligheid en mensenrechten samenkwamen. Vandaag is daar helaas weinig van over. Wat resteert is een warboel van losse prioriteiten, ad-hocbesluiten en beleidsmatig opportunisme. Dit moet veranderen, zeker nu. Juist omdat Nederland zijn internationale gewicht nog slechts in Europees verband effectief kan inzetten, is het essentieel om actief bij te dragen aan een duidelijke, eensgezinde Europese koers. Als die uitblijft, verliest niet alleen Europa aan slagkracht, maar tast dat ook de belangen en geloofwaardigheid van Nederland zelf aan.

Voorzitter. In de memorie van toelichting bij deze begroting stelt de minister terecht dat de wereldorde is veranderd en dat ook het buitenlandbeleid mee moet veranderen. Hij wijst op 24 februari 2022, de Russische inval in Oekraïne, en op 7 oktober 2023, de terroristische aanslagen van Hamas in Israël, als geopolitieke keerpunten. Inderdaad, zowel Europa als het Midden-Oosten is sindsdien fundamenteel veranderd. Maar de memorie van toelichting dateert van voor de Amerikaanse verkiezingen en de inauguratie van Donald Trump op 20 januari 2025. Sindsdien leven we in een geheel nieuwe realiteit, een wereld waarin de VS niet langer vanzelfsprekend een democratische bondgenoot zijn.

Het multilateralisme wankelt en het internationale recht wordt structureel ondermijnd. De wereldorde die de minister in september 2024 nog met enige nuance schetste, is sindsdien razendsnel afgegleden in een zorgwekkende richting. Tegelijkertijd luidt de kern van de memorie van toelichting dat de NAVO de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid blijft, met blijvende steun aan Oekraïne en inzet op mensenrechten, de internationale rechtsorde en digitale weerbaarheid. De band met de VS wordt aangehaald en Nederland zet in op een weerbaarder Europa. Maar wat is hier eigenlijk nieuw? Dit is geen heroriëntatie. Dit is beleid zoals we dat al jaren kennen. Waar is de inhoudelijke herziening, vraag ik de minister.

Neem bijvoorbeeld de verwijzing naar 7 oktober als aanleiding voor geopolitieke heroriëntatie. Maar waar blijkt de heroriëntatie uit? Nederlandse regeringen steunen Israël al decennia en dat beleid wordt onverkort voortgezet. In plaats van reflectie of herziening lezen we de bekende holle formulering: "Nederland blijft voorstander van de tweestatenoplossing". Maar de feiten op de grond zijn glashelder: de systematische vernietiging van Gaza, de voortschrijdende etnische zuivering op de Westbank en de openlijke ondermijning van elke tweestatenoptie door de Israëlische regering.

Dan is er Trump II. Een president die inzet op autocratie, die met de botte bijl hakt in de fundamenten van de democratische rechtsstaat en die actief werkt aan de ontmanteling van de internationale rechtsorde. Hij presenteert zich als vredesduif, maar zijn beleid komt in de praktijk neer op steun aan de imperialistische aanspraken van Poetin en de oorlog tegen Oekraïne. Dat is een fundamentele verschuiving. De kernvraag van dit debat is dus: waarop is het Nederlandse buitenlandbeleid vandaag de dag nog gebaseerd? Wat betekenen deze geopolitieke verschuivingen concreet voor onze keuzes, prioriteiten en morele positie?

Voorzitter. Dat we die vragen niet beantwoord krijgen, heeft niet alleen te maken met de snelheid waarmee het wereldtoneel verandert, maar ook met de binnenlandse politieke verhoudingen. De destructieve invloed van een schaduwminister, de leider van de PVV, de heer Wilders, op het Nederlandse buitenlandbeleid is inmiddels een feit. Of het nu gaat om steun aan Oekraïne, om het investeren in een Europees veiligheidsbeleid nu de VS hun handen aftrekken van de veiligheid van Europa of om het beschermen van de internationale rechtsorde in het Midden-Oosten, de leider van de PVV saboteert en ondermijnt de Nederlandse positie. Hij gooit zand in de diplomatieke machine, ondermijnt elke poging tot een samenhangende koers en, erger nog, kiest openlijk de kant van extreemrechtse oorlogsophitsers. Diplomatie vraagt om consequentie, consistentie, verantwoordelijkheid en betrouwbaarheid. De heer Wilders vernietigt dat fundament, en deze minister en premier laten het gebeuren.

Voorzitter. Dan nu over Oekraïne en het Europese veiligheidsbeleid. In Oekraïne zien we hoe desastreus het beleid van Trump is. Zijn terugtrekking uit internationale samenwerking geeft Poetin de ruimte. De oorlog tegen Oekraïne intensiveert met de dag. Oekraïne moet op onze steun kunnen blijven rekenen, en daarbij past geen enkele aarzeling. Vrede en veiligheid in Europa vereisen meer dan militaire bijstand alleen. De minister moet vooroplopen in diplomatieke inspanningen, in de versterking van civiele weerbaarheid, cyberveiligheid en conflictpreventie. Wat is de visie op de Europese veiligheidsstructuur, nu artikel 5 van de NAVO niet langer gegarandeerd is? Wat is de Nederlandse strategie in een multipolaire wereld waarin China, India en de Golfstaten steeds bepalender worden? Het blijft op dit terrein oorverdovend stil bij deze regering. Als Nederlandse delegatieleider in de parlementaire assemblee van de OVSE, zie ik bovendien hoe deze grootste regionale veiligheidsorganisatie — die is opgericht als platform voor dialoog, juist tussen vijanden — steeds verder wordt gemarginaliseerd. De OVSE ziet veiligheid niet alleen als een militair vraagstuk, maar ook in haar ecologische, economische, democratische en menselijke dimensies. Als deze organisatie nog niet bestond, zouden we haar vandaag moeten oprichten. Is de minister het daarmee eens? Wat gaat hij doen om de OVSE nieuw leven in te blazen? Of heeft hij een ander alternatief?

Voorzitter. Ik kom nu te spreken over het Midden-Oosten. We kunnen en mogen het niet langer ontkennen: voor onze ogen voltrekt zich een genocide in Gaza, nota bene uitgevoerd met militaire en politieke steun van Nederland. Israël voert sinds 8 oktober 2023 een oorlog die verwoestender is dan alles wat de Palestijnse bevolking ooit eerder heeft meegemaakt. Er zijn meer dan 51.000 doden, het merendeel vrouwen en kinderen, en tienduizenden gewonden. Bijna de volledige bevolking van Gaza, bijna 2 miljoen mensen, is verdreven uit hun huizen. Er is sprake van een complete vernietiging van infrastructuur, ziekenhuizen, scholen, drinkwatervoorzieningen en woonwijken. Deze oorlog is doelbewust gericht op burgers. Honderden Palestijnse families zijn volledig uitgeroeid door Israëlische bombardementen, onder andere de familie Al-Najjar, 393 doden, de familie Al-Astal, 225 doden, en de familie Al-Masry, 226 doden. Er werden meerdere generaties tegelijk gedood. Afgelopen week werd de moedige fotojournaliste Fatima Hassouna samen met haar familie gedood, inclusief haar zwangere zus. Op de website van Al Jazeera is een lijst te vinden van 902 volledig uitgeroeide families. Ziet de minister ook dat deze lijst met de dag groeit? Uithongering wordt ingezet als oorlogswapen en medische hulp wordt geblokkeerd. Ziekenhuizen en scholen worden gebombardeerd. Journalisten worden vermoord en hulpverleners van de Rode Halve Maan worden geëxecuteerd en samen met hun platgewalste ambulances begraven. Het staakt-het-vuren van januari werd door Israël geschonden bij het beëindigen van de eerste fase. Daarmee liet premier Netanyahu zien dat hij niets, maar dan ook werkelijk niets geeft om het leven van Israëlische gijzelaars.

Bij dit alles slaagt Nederland er niet eens in om deze schendingen van het meest fundamentele humanitaire recht ondubbelzinnig te veroordelen. Ondraaglijk is de stilte van deze regering in het aangezicht van deze gruweldaden, die zich dagelijks voor onze ogen voltrekken. Op de Westelijke Jordaanoever vindt een etnische zuivering plaats. Kolonisten, beschermd door de Staat, verdrijven Palestijnse gemeenschappen uit hun huizen en dorpen. Israël bombardeert buurlanden, bezet delen van Libanon en steeds grotere delen van Syrië. De Verenigde Staten bombarderen Jemen, een van de armste landen ter wereld, waar de bevolking en vooral kinderen zwaar lijden onder het geweld. De regio glijdt af naar totale oorlog.

En Nederland? Nederland steunt Israël, politiek, militair en economisch, zonder rode lijnen. Geen wapenembargo, geen opschorting van het associatieverdrag, geen intrekking van het defensieakkoord, geen afstand van militaire samenwerking, geen consequenties, niets. De dubbele moraal is vernietigend. Rusland krijgt terecht te maken met sancties, isolatie en juridische vervolging. Maar Israël, zelfs nu het Internationaal Strafhof een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd tegen Netanyahu wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, wordt beschermd, gekoesterd en gesteund. Waarom? Waarom koopt Nederland nog steeds wapens van Israël, wapens die getest zijn op Palestijnse lichamen? Waarom is het defensieakkoord niet opgezegd? Ik vraag de minister: trek dat verdrag zo snel mogelijk in!

Waarom draagt Nederland als gastland van het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof niet actief bij aan geloofwaardige internationale rechtshandhaving? Op welke manier heeft Nederland uitvoering gegeven aan de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof? Waarom is het associatieverdrag met Israël niet opgeschort? Dat is toch wel het minste wat de EU kan doen? Deze minister weet beter. Hij was ambassadeur in Israël. Hij kent het systeem van bezetting, repressie en apartheid van dichtbij. Hij weet dat dit geen tijdelijke crisis is, maar een permanent regime van onderdrukking, mogelijk door westerse steun en straffeloosheid. Toch kiest hij ervoor om niets te doen. Daarmee is Nederland, samen met Duitsland en Hongarije, niet slechts passief, maar blokkeert het actief de totstandkoming van een eensgezind Europees beleid. Dat is niet alleen een strategische ramp, maar ook een morele catastrofe.

Bestaat er werkelijk geen rode lijn voor Nederland bij oorlogsmisdaden gepleegd door Israël? Wat betekenen dan de plechtige woorden in de memorie van toelichting dat Nederland zich inzet tegen straffeloosheid? Denkt de minister werkelijk dat hij geloofwaardig is zolang hij deze gruweldaden blijft wegmasseren met zinnen als "we spreken Israël hierop aan"? Of ontkent hij dat het tegenhouden van humanitaire hulp een oorlogsmisdaad is en dat het bombarderen van ziekenhuizen en tentenkampen en het opzettelijk doden van hulpverleners oorlogsmisdaden zijn?

Voorzitter. We willen een actie van deze minister die niet blijft steken in diplomatieke vaagheden. Hij weet immers beter dan wie ook dat de Israëlische regering immuun is voor vermanende woorden. Die hebben nog nooit iets uitgehaald.

De politieke betekenis van de ontwikkelingen in het Midden-Oosten en de gevolgen hiervan — langdurige instabiliteit, geweld in de regio's rond Europa, groeiende woede over dubbele standaarden en ondermijning van de internationale rechtsorde — zijn immens, voor Europa en voor Nederland. Ziet de minister dat werkelijk niet?

Voorzitter. De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en buitenlands beleid en de morele afgang rond Israël en Palestina leiden tot frustratie, demotivatie en institutionele ontreddering binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken zelf. Ambtenaren die zich jarenlang hebben ingezet voor mensenrechten en internationaal recht, voelen zich verraden en niet gehoord. Het lekken van interne documenten is geen incident, maar een symptoom van een diepe crisis. Tijdens de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer zei minister Veldkamp: "Zo kan ik niet functioneren". Hoe denkt hij daar nu over? Oud-ministers, oud-ambassadeurs en ambtenaren die ontslag nemen, nemen publiekelijk en met kracht afstand van het beleid van deze minister. Andere medewerkers protesteren al maanden wekelijks voor het ministerie. Het verschil tussen de officiële lijn en het morele besef binnen de eigen organisatie is inmiddels zo groot geworden dat het vertrouwen in de politieke leiding structureel is ondermijnd.

Hoe effectief denkt de minister onder deze omstandigheden nog te kunnen functioneren? Wat is zijn antwoord daarop? Negeert hij dit protest, dan verdwijnt het niet. Integendeel, de kloof wordt alleen maar groter.

Voorzitter, ik rond af. De wereld is radicaal veranderd. Sinds 20 januari 2025 is het fundament onder de internationale rechtsorde aan het wankelen gebracht. Nederland is verlamd door een disfunctioneel kabinet. Nederland heeft zichzelf gemarginaliseerd. Het buitenlandbeleid wordt gestuurd door de binnenlandse angst en kortetermijnpolitiek. Mijn fractie staat voor een actief buitenlandbeleid van Nederland, dat Europa sterker maakt zonder enig voorbehoud, dat staat voor internationaal recht zonder enig voorbehoud en dat staat voor multilateralisme zonder enig voorbehoud. Een beleid dat recht doet aan zowel onze belangen als onze waarden, dat geen uitzonderingen maakt voor oorlogsmisdadigers en genocideplegers omdat we hen als bondgenoten beschouwen, dat zich niet laat gijzelen door extreem- en radicaal-rechts, maar dat handelt in de geest van artikel 90 van onze Grondwet. Want wie zwijgt in het aangezicht van onrecht, maakt zich medeplichtig. De geschiedenis zal hard oordelen over degenen die een genocide konden voorkomen en stoppen, maar daartoe geen poging hebben gedaan.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Karimi. Dan is het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de SP.