Rappelabele toezeggingen Buitenlandse Zaken (Rappel september 2022)



Dit is het rappel tot 02-07-22.

 




Toezegging Vergadering Parlementaire Assemblee en werklast EHRM (32.125 en 32.123 V) (T01191)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Kox, toe na de verkiezingen een vergadering van de Parlementaire Assemblee bij te zullen wonen. De minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Strik, toe dat hijzelf of de minister van Buitenlandse Zaken – afhankelijk van de werklast en prioriteiten - een vergadering van de Parlementaire Assemblee bij zal wonen.

zie ook


Kerngegevens

Nummer T01191
Status deels voldaan
Datum toezegging 20 april 2010
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Parlementaire Assemblee
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2009-2010 (32.125)
Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2010 (32.123 V)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1134

De heer Kox (SP): Morgen worden de voorstellen van Jagland besproken. Is de minister daar zelf bij of is daar iemand anders van onze regering bij? Mij is opgevallen dat de huidige secretaris-generaal van de Raad van Europa buitengewoon bij de tijd is en buitengewoon inspirerend werkt, maar ook choquerend kan werken. Een opmerking van hem die op mij veel indruk maakte, was dat tegenwoordig bij heel veel organisaties wordt gesproken over synergie, maar dat bij deze organisatie sprake is van -- ik vertaal het maar even in het Nederlands -- "nynergie": ongeveer alles werkt tegen elkaar in; wat het ene orgaan doet, wordt door het andere orgaan gesaboteerd. Er moet daar dus opgeruimd worden. In die zin begrijp ik dat regeringen en ministers niet altijd klaar staan met een zak geld om problemen op te lossen bij de Raad van Europa. De Raad van Europa moet eerst zelf een hoop problemen oplossen, maar op het eind van de dag zullen toch middelen beschikbaar moeten zijn om al het werk te kunnen verrichten dat de Raad van Europa inmiddels, zeker in de afgelopen vijftien jaar, op zijn bordje heeft gekregen. Misschien is het goed dat wij samen -- de Nederlandse delegatie, de Eerste Kamer en de minister -- nadenken over de list die wij moeten verzinnen om anderen tot een redelijkere opstelling te krijgen. Misschien is het goed als de minister op korte termijn naar Straatsburg komt. Wij zien daar altijd graag ministers verschijnen om de assemblee toe te spreken. Dan zou de minister daarop kunnen wijzen. Het geluid van een minister en een regering dat het geld mag kosten als het goed is en als het geld moet kosten, zouden wij daar best kunnen gebruiken. Ik ondervraag altijd alle ministers op dit punt. Het zou mij genoegen doen als ik de Nederlandse minister zou kunnen ondervragen en als die dan zegt: ja natuurlijk, dat weet je toch? Dat zou erg nuttig kunnen zijn.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1136

Mevrouw Strik (GroenLinks): Toen nog staatssecretaris Albayrak is eerder uitgenodigd voor de junisessie van de Parlementaire Assemblee om haar vreemdelingenbeleid uit te leggen. Het zou geweldig zijn als de minister van Justitie die uitnodiging kan overnemen. Wellicht dat hij dan de kans krijgt om de zaak verder uit te leggen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Minister Verhagen: Ik dank de heer Kox, ook voor de waarderende woorden over de communicatie. Hoewel ik werd gesouffleerd en op het goede pad werd gezet door zijn fractiegenoot die mij de suggestie aan de hand deed, was ik al van plan om naar de Raad van Europa te gaan. Dat was al min of meer gepland in mijn agenda. Ik was van plan om naar Straatsburg toe te gaan. Toen kwam ik in de omstandigheid dat ik niet alleen meer minister van Buitenlandse Zaken was, maar ook minister voor Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris van Europese Zaken. Daarbij zullen er op korte termijn verkiezingen van de Tweede Kamer plaatsvinden en ben ik door mijn partij geschikt bevonden om op de kandidatenlijst te staan. Derhalve is mijn agenda ietwat druk geworden. Ik heb Straatsburg nog steeds staan, maar ik hoop daar na de verkiezingen van 9 juni heen te kunnen gaan. Ik ben het met de heer Kox eens dat het van belang is dat er ook ministers komen. Ik zal dus zo snel mogelijk na de verkiezingen bekijken hoe mijn nieuwe agenda

eruitziet.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Als minister!

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Minister Verhagen: Dan zijn er eerst heel lange onderhandelingen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

De voorzitter: Wij zullen het erbij schrijven op het toezeggingenlijstje.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Verhagen: Dat is goed!

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Voorzitter. Ik heb nog een aantal vragen liggen waaronder de vriendelijke opwekking van mevrouw Strik om een inhoudelijk verhaal in Straatsburg te komen houden, maar die is inmiddels ingehaald door de vraag van de heer Kox aan minister Verhagen om geld naar Straatsburg te komen brengen. Ik begrijp nu hoe de volgorde van prioriteiten is. Ik wacht even op het moment waarop deze reacties op een, voor degene die de Handelingen maakt, hoorbare vorm worden uitgesproken.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

De heer Kox (SP): Staatssecretaris Albayrak zou eind juni bij de aanbieding van twee rapporten over migratie en vluchtelingen aanwezig zijn. Als de minister daar de regering zou willen vertegenwoordigen – hij is bij wijze van spreken al genoteerd, want er is al genoteerd dat Nederland een spreker zal leveren – is hij van harte welkom. Als hij minister Verhagen dan ook nog meeneemt die wellicht ook nog iets over geld kan zeggen, zullen zij een geweldig populair duo zijn. Ik meen dat de aanwezigheid van de minister – en nu ben ik serieus – eind juni bij de behandeling van die rapporten op prijs zal worden gesteld.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Ik dank de heer Kox voor deze toelichting. Ik tast nu even in het duister of voor mevrouw Strik de prioriteiten ook zo liggen. Zij knikt ja. Ik zal uiteraard rekening houden met de agenda. Minister Verhagen heeft al gezegd dat hij de taken van onze vroegere collega's Koenders en Timmermans heeft moeten overnemen. Ik heb de taken moeten overnemen van onze vroegere collega's Albayrak en Ter Horst. Dus ik kom in een combat des générosités met collega Verhagen wat betreft de werklast en de prioriteiten, maar u mag uit onze reacties in combinatie afleiden dat voor ons beiden de Raad van Europa zeer hoog genoteerd staat.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over toetreding EU tot EVRM (33.877) (T01941)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kox (SP), toe de Kamer op de hoogte te houden van ontwikkelingen ten aanzien van de toetreding van de Europese Unie tot het EVRM.


Kerngegevens

Nummer T01941
Status openstaand
Datum toezegging 15 april 2014
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen EVRM
staat van de Unie
toetreding
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2014 (33.877)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 27, item 3 - blz. 19

De heer Kox (SP):

Ik hoor ook graag wanneer de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens eindelijk zou kunnen plaatsvinden. We wachten daar eigenlijk al veel te lang op. Of zijn er nieuwe beren op de weg verschenen?

Handelingen I 2013-2014, nr. 27, item 8 - blz. 35

Minister Timmermans:

Nederland hecht aan toetreding van de Europese Unie tot het EVRM. We werken daar hard aan. De Commissie heeft advies gevraagd aan het EU-hof. Dat advies wordt over een paar maanden verwacht, na de zomer. Om de toetredingsakkoorden te optimaliseren, zullen we ook interne toepassingsregels moeten opstellen. Dat ligt stil tot het advies van het hof beschikbaar is. Samen met een aantal andere lidstaten hebben we er bij de Commissie op aangedrongen om daarmee toch door te gaan, ondanks het feit dat we nog op het advies van het hof zitten te wachten. Ik zal de Kamer goed op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dat vlak.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Top over de toekomst van de Raad van Europa (34.166) (T02273)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Elzinga (SP), toe open te staan voor een top over de toekomst van Raad van Europa.


Kerngegevens

Nummer T02273
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Raad van Europa
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 8 blz. 8

De heer Elzinga (SP):

(...)

Ik noem ook de Raad van Europa, Europa's oudste en breedste verdragsorganisatie, gefundeerd op het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest en een groot aantal andere buitengewoon belangrijke conventies. Mijn partij pleit al langer voor minder EU en meer Raad van Europa, ook in financiële zin. Het blijft bizar dat de Europese unie per dag meer uitgeeft en meer middelen ter beschikking heeft dan de Raad van Europa in een heel jaar. Nederland is niet de slechtste contribuant, maar overall kleden wij de Raad van Europa steeds verder uit, terwijl wij de Europese Unie blijven spekken. Het is zonde om de organisatie waarin alle Europese landen, inclusief binnenkort Belarus, zo aan haar lot over te laten. In een land als Oekraïne, waar de Raad van Europa zijn grootste missie heeft, wordt goed werk geleverd ter verbetering van de rechtsstatelijkheid en de beperking van de corruptie. Kan de minister aangeven hoe hij de mogelijkheden van de Raad van Europa inschat en of de Nederlandse regering steun geeft aan de oproep van onder andere de Parlementaire Assemblee om op korte termijn een nieuwe topbijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders bijeen te roepen, teneinde besluiten te nemen over de toekomst van de raad? De vorige top was in 2005 in Warschau. Hoog tijd om een nieuwe te organiseren, vindt onze fractie.

Handelingen I 2015-2016, nr. 22, item 10 blz. 11

Minister Koenders:

(...) De heer Schrijver kent de Raad van Europa goed omdat hij in de Parlementaire Assemblee zit, wat heel goed is. Het is een organisatie die vaak een tikje in de schaduw werkt. Als er bepaalde uitspraken van het Hof komen of als er bepaalde rapporten uitkomen, komt hij ineens naar boven en dat is terecht. De heer Schrijver vroeg volgens mij ook naar de mogelijkheid van een top. De laatste heeft volgens mij ongeveer tien jaar geleden plaatsgevonden, in 2005. In chronologisch opzicht zou je kunnen zeggen dat we dat weer eens zouden moeten doen. Misschien kunnen we ernaar kijken. Als ik me niet vergis, is Bulgarije nu de voorzitter daarvan. Die moet dat dan doen. Het zou een beetje gek zijn als wij dat zouden doen, maar ik sta in die zaak voor alles open.

Handelingen I 2015-2016, nr. 22, item 10 blz. 25

De heer Elzinga (SP):

Voorzitter. Ik begon mijn eerste termijn met grote zorgen over de Europese samenwerking. Ik besprak grote tegenstellingen binnen Europa en verschillende crises en ik eindigde met een verzoek tot meer samenwerking, via onder andere de Raad van Europa. Ik deed daarvoor en ook voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa concrete suggesties. Ik ben blij dat de minister openstaat voor een Raad-van-Europatop over de toekomst van deze verdragsorganisatie en ik moedig hem aan, dit ook bij zijn Europese collega's uit te dragen. Ik heb ook nogmaals de steun voor rechtspersoonlijkheid van de OVSE en de bescherming van medewerkers op de grond genoteerd, waarvoor dank.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Evaluatie Brexit (35.084) (T02747)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe om de Verzamelwet Brexit, alsook de hele gang van zaken rond de Brexit omvattend te evalueren.


Kerngegevens

Nummer T02747
Status voldaan
Datum toezegging 19 maart 2019
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen Verzamelwet Brexit
Kamerstukken Verzamelwet Brexit (35.084)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 3 - blz. 16-17

De heer Ester (ChristenUnie):

[…]

Die zelfgekozen Britse vrijmaking is een unieke gebeurtenis en we kunnen derhalve niet terugvallen op eerdere ervaringen. Dat is ook zo'n contextelement, zeg ik ook in de richting van de heer Lintmeijer. Dat maakt ook onderdeel uit van die ongewisse wiskunde op dit terrein. We kunnen niet terugvallen op eerdere ervaringen. Er zijn geen precedenten. Via deze brexit-wet en aanvullend beleid proberen we ons te wapenen tegen die onvoorziene problemen, overgangssituaties en calamiteiten. Juist daarom is het van belang — ik kom nu richting de heer Van Apeldoorn — om die wet ook grondig en omvattend te evalueren, ook als het gaat om de parlementaire controle op de verruimde bevoegdheden van de regering.

We kunnen onze wetten op orde hebben, maar dat is nog niet hetzelfde als slagvaardige crisisbeheersing. In de dagen direct na de brexit zal blijken hoe robuust onze voorbereidingen en calamiteitenoefeningen zijn. We moeten, liefst met de andere lidstaten, lering trekken hoe te handelen in een crisissituatie als de brexit. Hoe zijn we omgegaan met de — ik noem ze nog maar een keer —"unknown unknowns"? Kan de minister een dergelijke omvattende evaluatie toezeggen?

Voorzitter, ik sluit af.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Interessante gedachte, maar om die evaluatie even te preciseren: Wanneer en hoe ziet de heer Ester deze evaluatie voor zich? Na de termijn van een halfjaar, of tussentijds? Of een evaluatie die dan gedeeld gaat worden met deze Kamer?

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat zal tussen een halfjaar en een jaar moeten. Je moet dat ook een beetje tijd geven. Ik zou een omvattende evaluatie willen, dus ook niet alleen als het gaat om de economische of juridische aspecten ook om de maatschappelijke aspecten. Hoe goed waren we nou eigenlijk voorbereid op de brexit? Die resultaten moeten we, zeker als de minister dat zou kunnen toezeggen, ook bespreken met dit huis, absoluut.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nog even voor de helderheid, die evaluatie vindt dan plaats op het moment dat de regering, of de minister, niet langer de bevoegdheid heeft die nu artikel X aan de minister geeft voor zes maanden na uittreding van het VK? Dat heb ik toch goed begrepen?

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat vind ik uitwerking. Ik vind het feit dat die evaluatie plaatsvindt belangrijker dan het exacte moment ervan.

[…]

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 11 - blz. 15

De heer Ester (ChristenUnie):

Dank aan de minister. Volgens mij is hij nog één antwoord schuldig op een vraag van mij over de evaluatie van de werking van de wet.

Minister Blok:

Ik zie de heer Ester naar de microfoon lopen en het woord "evaluatie" schiet door mijn hoofd.

Dat vind ik een zeer terechte vraag. Ik denk dat het zuiver is om de wet zelf, maar ook de hele gang van zaken rond zo'n brexit, uitgebreid tegen het licht te houden na het plaatsvinden daarvan. Deze wet zelf is belangrijk, vanwege het bijzondere karakter ervan, maar ook de samenwerking tussen verschillende diensten en overheden in Nederland, zowel publieke als private, en de samenwerking met de Europese Unie. Ik zeg graag toe dat te doen. Het moment waarop kan ik nog niet beoordelen. Ik denk wel dat het redelijk is om een serieuze periode na het moment van brexit te nemen om erop terug te kijken. Ik denk eerder aan een periode van een jaar dan aan een korte periode, nogmaals omdat het heel ingrijpend zal zijn. Maar ik doe graag de toezegging om zowel de wet als de hele gang van zaken daaromheen te evalueren.

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 11 - blz. 17

De heer Ester (ChristenUnie):

Voorzitter. Nog even een reactie op de toezegging van de minister om de Brexitwet te evalueren. Dank voor die toezegging om de werking van de wet ook echt omvattend te evalueren, met een streep onder "omvattend", en dat ook samen met andere lidstaten te doen. Dit biedt een unieke mogelijkheid om een unieke uittreding van een lidstaat uit de Unie te toetsen op haar effecten. We moeten hiervan leren. We moeten toetsen hoe een noodwet uitpakt. We moeten leren of we ons goed hebben voorbereid. We moeten zien of we onze parlementaire controle op orde hebben. We zien ernaar uit om met de minister te debatteren over de uitkomsten van deze brede evaluatie.

Dank u wel.

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 11 - blz. 21

Minister Blok:

Terug naar de heer Ester. Ik gaf bewust aan de evaluatie breder te willen doen dan de wet zelf, omdat het inderdaad een aantal belangrijke vragen beantwoordt over de manier

waarop we in Nederland omgaan met zo’n ingewikkelde situatie, niet alleen als overheid, maar ook als samenleving, en ook hoe de Europese Unie hiermee omgaat en hoe we

ermee omgaan in dat samenspel, nationaal en internationaal.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Actieve inzet voor transparantie in EU-besluitvorming (35.295) (T03400)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP), toe zich te blijven inzetten voor transparantie in EU-besluitvorming.


Kerngegevens

Nummer T03400
Status openstaand
Datum toezegging 8 februari 2022
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen besluitvorming
EU
transparantie
Kamerstukken EU en de rechtsstaat (35.295)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 24

De heer Van Apeldoorn (SP):

Over de transparantie. Als blijkt, zoals volgens een aantal onderzoekers het geval was, dat de Europese Commissie niet erg transparant is en er een probleem is met de openbaarheid van bestuur, dan zou dat ook een zorg van de Nederlandse regering moeten zijn. Maar laat ik een andere vraag stellen. Ik had het in dit verband ook over een feit dat ermee te maken heeft, namelijk dat veel besluitvorming feitelijk in ambtelijke werkgroepen achter gesloten deuren wordt voorbereid. Er worden geen notulen gemaakt of ze zijn geheim. Soms zijn ze opvraagbaar, maar dat duurt dan jarenlang. Het gaat wel over de lidstaten. Daar zit nog een probleem van transparantie. Erkent de minister dat er op het gebied van transparantie nog veel nodig is binnen de EU? En is de regering bereid zich ervoor in te zetten, ook op basis van eerdere toezeggingen, om die transparantie beter te krijgen? Het gaat dan niet alleen over de Commissie, maar ook over de raden, de ambtelijke werkgroepen en de triloog.

Minister Hoekstra:

Ik was geneigd om "ja" en "ja" te zeggen, maar toen kwam er nog een vrij lange kleurschakering achteraan van voor wie dat allemaal zou moeten gelden. Ik zou de Kamer, en de heer Van Apeldoorn in het bijzonder, ervan willen verzekeren dat ik hier werk van zal blijven maken. Ik heb dat nadrukkelijk gedaan in de vorige periode en ik heb dat ook nadrukkelijk gedaan in samenspraak met de drie rapporteurs in de vorige Kamer uit de commissie voor Financiën, die toen soortgelijke kritiek hadden op het functioneren van de eurogroep en het gebrek aan transparantie daar. Ik zeg daar eerlijk bij: dat was met wisselend succes. Dit thema staat in Nederland heel hoog op de agenda. Wij kennen een ongekende mate van transparantie in vergelijking met veel andere lidstaten en Brussel. Maar ik ga ermee verder.

De voorzitter:

Meneer Van Apeldoorn, tot slot.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, tot slot. Ik ben blij met de toezegging dat de minister ermee verdergaat. Misschien komen we er verder over te spreken bij de Algemene Europese Beschouwingen, wat voor mijn fractie ook een zeer belangrijk punt is.

Minister Hoekstra:

Ik maak mij daar geen enkele illusie over. Dat thema zal terugkeren.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Rechtsstatelijkheid tot inzet van debat en conferentie over de toekomst van Europa (35.295) (T03404)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Van Ballekom (VVD), toe rechtsstatelijke punten tot inzet van het debat en de conferentie over de Toekomst van Europa te maken.


Kerngegevens

Nummer T03404
Status voldaan
Datum toezegging 8 februari 2022
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden W.T. van Ballekom (VVD)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
commissie voor Europese Zaken (EUZA)
commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Conferentie over de Toekomst van Europa
rechtsstatelijkheid
Kamerstukken EU en de rechtsstaat (35.295)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 3 - blz. 8

De heer Van Ballekom (VVD):

Met de hoop op succes ben ik mijn interventie begonnen. Ik wil deze afsluiten met wat vragen en suggesties aan de regering waarop mijn fractie een reactie zou verwelkomen.

Is de regering het met mijn fractie eens dat het uitbreidingsproces van de Unie direct gekoppeld moet worden aan het respecteren van de rechtsstatelijkheidsbeginselen, daarbij refererend aan het rapport van de Europese Rekenkamer?

Is de regering het met mijn fractie eens dat er een rechtstreeks verband moet bestaan tussen de naleving van de verdragsbepalingen en het behalen van voordelen uit de Europese Unie?

Is de regering het met mijn fractie eens dat er van verdere bevoegdheidsoverdracht of uitbreiding van de Europese Unie geen sprake kan zijn zolang artikel 7 van het verdrag een dode letter blijkt en blijft, zodat de Commissie, de Raad en het Parlement niet beschikken over effectieve instrumenten om vrienden bij de les te houden?

Is de regering het met mijn fractie eens dat het alleeninitiatiefrecht van de Commissie op diverse beleidsterreinen archaïsch is? Zou het niet zo moeten zijn dat de Raad en het Parlement meer bevoegdheden krijgen op dit terrein?

Ten slotte. Is de regering het met mijn fractie eens dat het democratische proces zou versterken wanneer het gemakkelijker wordt van Commissievoorstellen af te wijken?

Tot slot, voorzitter. Is de regering bereid de genoemde punten tot inzet te maken in het debat over de toekomst van Europa? Een toekomst wensen wij voor Europa, want die is in het belang van Nederland.

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 23

Minister Hoekstra:

De heer Van Ballekom vroeg nog — dat heb ik volgens mij gezegd — of ik bereid ben om ook de rechtsstatelijke punten tot inzet te maken van het debat over de toekomst en van de conferentie. Heel graag.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Bijwonen PACE-vergadering (35.295) (T03411)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP), toe een vergadering van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa bij te wonen, zodra daar gelegenheid voor is.

zie ook


Kerngegevens

Nummer T03411
Status openstaand
Datum toezegging 8 februari 2022
Deadline 1 januari 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa
Kamerstukken EU en de rechtsstaat (35.295)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 16 item 3 - blz. 23

De heer Van Apeldoorn (SP):

Mag ik trouwens even memoreren dat wij als Eerste Kamer een bijzonder hechte band hebben met deze organisatie voor mensenrechten en democratie, met erg actieve leden en sinds kort zelfs een lid van deze senaat als president van de Parlementaire Assemblee? Ik zie hem, de heer Kox, daar zitten op de publieke tribune. Gaat de minister binnenkort naar Straatsburg om ook de regeringsbanden aan te halen? Dan kan hij de belofte van verschillende voorgangers eindelijk inlossen.

Handelingen I 2021-2022, nr. 16 item 11 - blz. 17

Minister Hoekstra:

Dan heb ik nog een paar dingen in de categorie overig instrumentarium. Mij was ook niet ontgaan dat de heer Kox plaats heeft genomen op de linkertribune. Hij is uitgebreid door de heer Van Apeldoorn in het zonnetje gezet. Ik haast me natuurlijk meteen om richting de heer Van Apeldoorn te vertellen wie ik allemaal wel en niet gesproken heb. Normaal ben ik daar wat voorzichtig in. Maar de heer Kox en ik hebben elkaar telefonisch al weten te vinden en praten binnenkort ook bij over alles wat hij voor Europa gaat doen. En zodra daar gelegenheid voor is, ga ik ook graag naar Straatsburg. Laat ik dat via de heer Van Apeldoorn vast in de richting van de heer Kox zeggen. Ik heb eerder al gezegd, maar dat herhaal ik hier graag, dat ik het zelf geweldig vind dat hij dat gaat doen. Hij is daar wat mij betreft buitengewoon gekwalificeerd voor. Het is ook voor Nederland heel goed nieuws.


Brondocumenten


Historie