Toezegging Indien nodig bereidheid tot het nemen van extra maatregelen halveren kinderarmoede per 2025 (36.200) (T03508)
De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe dat indien nodig, aanvullend op de maatregelen in het regeerakkoord, extra maatregelen worden genomen om de halvering van kinderarmoede per 2025 te verwezenlijken.
Nummer | T03508 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 18 oktober 2022 |
Deadline | 1 juli 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris Participatie en Integratie |
Kamerleden | mr. R.A. Janssen (SP) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | aanvullende maatregelen kinderarmoede regeerakkoorden |
Kamerstukken | Miljoenennota 2023 (36.200) |
Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 58
De heer Janssen (SP):
“Ik had de indruk dat we al aan het eind waren van het blokje inkomen en energie. Dan ga ik even helemaal terug naar het begin van het blokje inkomen. De minister-president stond toen op het punt om mij een toezegging te doen over de halvering van de kinderarmoede. Toen mevrouw Vos naar voren liep voor een interruptie, heeft de minister-president dat briefje volgens mij per abuis terzijde gelegd. Dus hij deed een aanzet, maar er is geen antwoord gekomen.”
Minister Rutte:
“Klopt. Ik ga hem terugzoeken. Als de volgende vraag gesteld kan worden, kan ik intussen het antwoord over kinderarmoede terugzoeken. De kern van het antwoord gaat zijn dat die ambitie volledig staat, maar dat het een heel, heel zware inspanningsverplichting is en dat wij het resultaat niet voor 100% kunnen garanderen, omdat het van heel veel dingen afhankelijk is. Dat is eigenlijk de korte samenvatting. Maar de inspanningsverplichting voelen wij als een opdracht.”
De heer Janssen (SP):
“Als dat al het antwoord was, heb ik nog een vraag. Het dictum van de eventuele motie had ik al in mijn spreektekst verwerkt, namelijk: indien noodzakelijk, extra maatregelen te nemen om die halvering per 2025 te realiseren. Ik zei "whatever it takes", maar dat gaat meer om de houding dan dat ik mensen aan het onmogelijke wil houden. Het gaat mij erom dat er niet door het kabinet gezegd wordt: we hebben nu eenmaal maatregelen bedacht, die zetten we door en dat is het. Als het nodig is, wil ik dat er een extra inspanning wordt gedaan, omdat kinderarmoede en het halveren ervan een dusdanig belangrijk punt is, dat we zeggen: vanuit de houding moet het echt iets zijn als "whatever it takes".
Minister Rutte:
“Daar is die motie niet voor nodig. "Whatever it takes" vind ik altijd iets te spannend. We hebben een aantal zaken opgenomen in het regeerakkoord om kinderarmoede te bestrijden, maar je ziet bij de Miljoenennota al dat we verdere stappen zetten. Waar kinderarmoede heel erg leek te stijgen, zie je nu gelukkig dat die ook weer een dalende trend laat zien, althans in de prognose als gevolg van alle plannen in de Miljoenennota. Je ziet daar al in dat we bereid zijn om meer te doen als dat nodig is. Dat betekent nog niet dat je kunt garanderen dat je het helemaal onder controle hebt in 2025. Die garantie is er niet.”
De heer Janssen (SP):
“Nee, maar het waren eigenlijk streefcijfers. Wat dat betreft zijn garanties sowieso al niet te geven. Daarmee wil ik niet mijn eigen argumenten ontkrachten, maar ik zeg "whatever it takes" als houding. Gaan we echt ons uiterste best doen om ervoor te zorgen om die stappen vooruit te zetten, ook als daar extra maatregelen voor nodig zijn? We moeten niet te snel weer afschalen, want het kan ook weer tegenvallen. We moeten met elkaar afspreken, ook in de Kamer, dat we er echt alles aan gaan doen om datgene te doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat we de halvering in 2025 gaan halen. Nogmaals, niemand wordt gehouden aan het onmogelijke, maar we moeten niet alleen maar doen wat we opgeschreven hebben, maar ook opschalen als dat nodig is.”
Minister Rutte:
“Ja, zo doen we het.”
Brondocumenten
-
voortzetting Algemene politieke beschouwingen Verslag EK 2022/2023, nr. 4, item 12
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Staatssecretaris Participatie en Integratie -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
28 november 2023
nieuwe deadline: 1 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 juni 2023
nieuwe deadline: 1 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 oktober 2022
toezegging gedaan
Toezegging Overleg sociale partners over gezond doorwerken tot het pensioen ook na 2025 (36.067) (T03629)
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe dat zij de komende tijd met sociale partners gesprekken zal voeren over wat er ook na 2025 op het thema duurzame inzetbaarheid en doorwerken of niet-doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd gedaan kan worden. De uitkomsten daarvan worden voor Prinsjesdag 2023 gedeeld met de Kamer.
Nummer | T03629 |
---|---|
Status | deels voldaan |
Datum toezegging | 23 mei 2023 |
Deadline | 1 juli 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Kamerleden | drs. F.J.M. Crone (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | doorwerken Prinsjesdag sociale partners Wet toekomst pensioenen |
Kamerstukken | Wet toekomst pensioenen (36.067) |
Handelingen I 2022-2023, nr. 33, item 8 - blz. 22.
De heer Crone (PvdA):
(…)
“Het pensioenakkoord ziet dus wel op een langere termijn dan alleen tijdelijk. Ik ben natuurlijk helemaal akkoord. Eigenlijk zouden mensen langer moeten kunnen doorwerken. Werkgevers en werknemers worden daarin geholpen. Er zijn talloze potjes bij werkgevers en werknemers. Zij moeten dat het liefst zelf betalen, want dan worden zij ook geprikkeld om voor goed werk te zorgen.
Maar er zullen toch in 2025 heel wat mensen zijn, zo vraag ik u, die toch nog niet zullen kunnen doorwerken, zoals stratenmakers, maar ook mensen in nachtdiensten, bijvoorbeeld verpleegkundigen, enzovoorts? Ik accepteer dus zeker dat u zegt nog heel veel dingen uit te gaan zoeken, zoals het anders gebruiken van de deelfactor en andere dingen. Maar er zal toch een gaatje open moeten blijven om de regeling door te laten gaan, misschien anders, beter, of slechter, en desnoods afgekapt voor hogere inkomens. Ik wil er toch wel op kunnen rekenen dat er dan op Prinsjesdag met sociale partners iets, desnoods een ruzie — we komen er niet uit — op tafel wordt gelegd. U heeft het toegezegd aan de Tweede Kamer en ik wil u en de sociale partners graag helpen om daar toch snel uit te komen.”
Handelingen I 2022-2023, nr. 33, item 8 - blz. 23.
Minister Schouten:
“Ik ben zeker bereid om mijn best te doen om met de sociale partners te kijken wat we ook na 2025 op het thema van de duurzame inzetbaarheid kunnen gaan doen. Ik proef bij de heer Crone dat hij eigenlijk wil dat het eerder stoppen met werken daar ook op tafel ligt. Dat gesprek wordt nu ongeveer opgestart met de sociale partners. Ik heb daar, eerlijk gezegd, nog niet aan tafel gezeten, want zij zijn eerst zelf begonnen om die gesprekken vorm te geven. Ik wil wel benadrukken dat wij nu in een tijd van arbeidsmarktkrapte zitten en dat het juist ideaal is dat wij eigenlijk iedereen in staat stellen om door te werken. Dat is echt de bedoeling van deze aanpak. Daarbij zal dit thema, wat je na 2025 doet met eventueel doorwerken of niet-doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd, ook echt wel op tafel liggen, denk ik. Als dat aan de orde komt, is dat ook een onderdeel dat gewoon op tafel ligt. Maar ik ga niet vooruitlopen op wat daaruit komt, ook met het oog op de grote arbeidsmarktvraagstukken die we in deze tijd hebben.”
De heer Crone (PvdA):
“Nee, u hoeft ook niet vooruit te lopen op iets wat we nog niet eens kunnen beoordelen, maar ik ben blij dat u die inzet wilt plegen. Dus ik denk dat we er in tweede termijn even op terug kunnen komen en dat u de maximale steun krijgt om dat te doen, want ik denk dat het breed lag in het pensioenakkoord maar ook hier in de Kamer.”
Handelingen I 2009-2010, nr. 33, item 8 - blz. 24.
Minister Schouten:
(…)
“Ik heb net aan de heer Crone toegezegd dat ik met de sociale partners ga bekijken wat er na 2025 zal zijn. Daarbij wil ik als disclaimer meegeven dat mijn primaire inzet duurzame inzetbaarheid is, maar dat ik mij kan voorstellen dat dan het vraagstuk op tafel komt wat je doet met eerder stoppen. Dat is een vraag die we daar moeten bespreken, met de werkgevers erbij, want die betalen daar nu ook voor. Over de uitkomst van die gesprekken zal ik de Kamer informeren. Ik geloof dat de heer Crone Prinsjesdag noemde. Maar ik ga niet op voorhand zeggen: dit wordt gelijk een uitgebreidere regeling, of wat dan ook. Maar binnen die kaders gaan we het gesprek met de sociale partners voeren.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2022/2023, nr. 33, item 8
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
28 november 2023
nieuwe deadline: 1 juli 2024
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
21 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 juli 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 juni 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 juni 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 juni 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 mei 2023
toezegging gedaan
Toezegging Uitwerken opties armoedereductie (36.350 IX / 36.350 XV) (T03721)
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een motie (36.350 IX / 36.350 XV, H) van het lid Schalk (SGP) c.s., toe dat in de zomer de opties om armoede te reduceren worden uitgewerkt, waarbij ook expliciet gekeken wordt naar kinderbijslag en kindgebonden budget. De uitkomsten worden gedeeld met de Kamer. Deze toezegging is voor de heer Schalk reden om de motie in te trekken.
Nummer | T03721 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 11 juli 2023 |
Deadline | 1 januari 2024 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Kamerleden | P. Schalk (SGP) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | armoede begrotingen kinderbijslag kindgebonden budget koopkracht |
Kamerstukken | Wijziging begrotingsstaten Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2023 (Voorjaarsnota) (36.350 XV) Wijziging begrotingsstaten Financiën en Nationale Schuld 2023 (Voorjaarsnota) (36.350 IX) |
Handelingen I 2022-2023, nr. 42, item 9 - blz. 19:
De heer Schalk (SGP):
“Voorzitter, nog wat dichterbij. Hoe staat het met onze gezinnen? Allereerst aandacht voor hen die aan de onderkant bungelen, rond het sociaal minimum. De Commissie sociaal minimum bracht ondanks het rapport Een zeker bestaan uit, en dat was verontrustend. Deze commissie zegt ronduit dat de mensen die momenteel van het sociaal minimum leven fors te maken krijgen met tekorten in de komende jaren. Die tekorten kunnen oplopen van €100 tot €500 per maand. Het gaat hierbij niet alleen maar om gezinnen die een poosje extra moeten oppassen of waarbij de broekriem wat moet worden aangehaald. Als het om structurele zorgen gaat, kan het effect hebben op gezondheid en welbevinden. En dat heeft invloed op de toekomst van kinderen. De commissie pleit voor verhoging van het minimumloon, van de bijstand en eventueel ook van de huurtoeslag. Dat is een reflex die wel te verwachten was, maar de commissie kwam ook met directe voorstellen om vooral armoede bij kinderen te bestrijden, zoals het stevig verhogen van de kinderbijslag of het kindgebonden budget. Ik kom hier straks nog even op terug.”
(…)
“Voorzitter. Bij dergelijke vragen mag ook verwacht worden dat ik met mogelijke denkrichtingen kom. Dat wil ik althans proberen. Onlangs is bekend geworden dat de hervorming van het financieringsstelsel van de kinderopvang met twee jaar wordt uitgesteld, van 2025 naar 2027. Dit geeft zowel de uitvoering als de branche meer tijd om zich klaar te maken voor dat nieuwe stelsel. Als gevolg van dat uitstel valt in totaal 4,7 miljard aan middelen vrij. Daarvan is in 2025 en 2026 nog wel een deel ingezet om geleidelijk toe te groeien naar het nieuwe stelsel. Maar mijn vraag aan de minister is of het een optie is om dat geld anders te verdelen, nu die dure kinderopvangmaatregel wordt uitgesteld. Want in principe is het betreffende geld bedoeld voor alle kinderen. Immers, als kinderopvang gratis wordt voor alle kinderen, mag ook elk kind daarvan profiteren. Is het dan niet veel beter om ouders zélf te laten kiezen waar ze dat geld aan uitgeven? Stel dat de gelden die al beschikbaar zijn, worden verdeeld via kinderbijslag of via het kindgebonden budget. Dan slaan we een aantal vliegen in één klap. Het geld komt direct bij de gezinnen terecht. Men kan zelf weten of men het gebruikt voor kinderopvang of anderszins. Drie. Het bestrijdt de armoede. Vier. De koopkracht krijgt een echte boost. En vijf. De oproep van de Commissie sociaal minimum wordt gehonoreerd.”
Handelingen I 2022-2023, nr. 42, item 13 - blz. 26:
De voorzitter:
“Door de leden Schalk en Van Dijk wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat steeds meer gezinnen met kinderen te maken krijgen met financiële zorgen;
overwegende dat de Commissie sociaal minimum in haar deelrapport diverse oplossingsrichtingen heeft aangegeven, waaronder verhoging van de kinderbijslag en het kindgebonden budget;
overwegende dat verhoging van de kinderbijslag en het kindgebonden budget direct van invloed is op de financiële positie van gezinnen met lage en middeninkomens;
overwegende dat de minister heeft aangegeven de aanbevelingen mee te wegen bij de augustusbesluitvorming;
constaterende dat gelden beschikbaar zijn doordat gratis kinderopvang wordt uitgesteld;
verzoekt de regering te onderzoeken en zo mogelijk bij de augustusbesluitvorming te bevorderen dat deze gelden worden ingezet voor de verhoging van de kinderbijslag of het kindgebonden budget,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter H (36350-IX, 36350-XV).”
Handelingen I 2022-2023, nr. 42, item 13 - blz. 30:
Minister Van Gennip:
(…)
“Dan ten slotte specifiek de heer Schalk en zijn motie. Volgens mij zijn wij heel duidelijk geweest dat wij echt goed gaan kijken naar hoe het met de armoedecijfers gaat en met name hoe het met grote gezinnen gaat, vooral de gezinnen die net boven de armoedegrens zitten. De minister-president heeft maandag in het debat ook toegezegd dat we daar echt goed naar gaan kijken. In de zomer werken we opties uit om armoede te reduceren en die zullen we delen met het parlement.
(…)
Wat ik u wel kan zeggen, en dan herhaal ik de toezegging van afgelopen maandag: ja, we werken opties uit hoe we de armoede kunnen reduceren. Daarbij zullen we ook expliciet kijken naar kinderbijslag en kindgebonden budget. Maar ik kan u niet toezeggen dat ik gelden die niet vrijvallen, daarvoor ga inzetten.”
De heer Schalk (SGP):
“Als de minister kan toezeggen dat ze daarbij inderdaad ook bekijkt of dat mogelijk is richting de kinderbijslag en het kindgebonden budget, dus als ze die toezegging doet, dan kan ik mijn motie intrekken.”
Minister Van Gennip:
“Ja, we kijken naar koopkracht. Daarbij kijken we ook naar grote gezinnen. Daarbij zullen we opties uitwerken wat dit betekent voor kinderbijslag en kindgebonden budget. Die opties zullen uiteindelijk ook gedekt moeten worden, maar ook dat is in demissionaire status natuurlijk een discussie in interactie met vooral uw vrienden aan de overkant.”
De voorzitter:
“Begrijp ik, meneer Schalk, dat deze toezegging van de minister zoals zojuist geformuleerd voor u voldoende is om uw motie in te trekken? Ik zie u ja knikken, voor de Handelingen.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2022/2023, nr. 42, item 13
-
-
28 november 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
16 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 juli 2023
toezegging gedaan