Rappelabele toezeggingen Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Rappel maart 2024)



Dit is het rappel tot 02-01-24.

 




Toezegging Uitkeringen aan reeds failliet verklaarde bedrijven betrekken bij de eindevaluatie van de NOW-regeling (35.438) (T02975)

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Linden (FVD), toe bij de eindevaluatie van de NOW-regeling mee te nemen hoeveel geld er is uitgekeerd aan bedrijven die reeds failliet waren verklaard en aan bedrijven die na de uitkering failliet zijn verklaard.


Kerngegevens

Nummer T02975
Status openstaand
Datum toezegging 6 juli 2020
Deadline 1 januari 2025
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden L.P. van der Linden MSc. (Fractie-Nanninga)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen evaluaties
faillissementen
Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid
Kamerstukken Tweede incidentele suppletoire begroting Economische Zaken en Klimaat 2020 inzake Noodpakket banen en economie (35.438)


Uit de stukken

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 16-17.

De heer Van der Linden (FvD):

Voorzitter, dank u wel. Mijn bijdrage ging vooral over uitkeringen aan failliete bedrijven en om daar nog wat aan te doen. Ik heb nog wel een vraag aan de minister. De specificatie van 6 miljoen van voor faillissement en na faillissement uitkeren is er nog niet. Kan die op termijn alsnog wel gegeven worden? Kan de minister aangeven dat hij de Kamer daarover zal berichten zodat we kunnen zien hoeveel van die 6 miljoen nu voor en hoeveel na faillietverklaring is uitgekeerd? Veder wil ik het nog even hebben over de beantwoording van de vragen over de uitvoering en over het bewaken en controleren. Voorafgaand aan dit debat heb ik met curatoren gesproken. Er worden uitkeringen gedaan aan inmiddels failliet verklaarde ondernemingen. Dat gaat om tonnen tot miljoenen. Een heeft zelfs proactief contact opgenomen met het UWV om aan te geven: volgens mij gaat dit niet goed en moeten jullie hier wat aan doen, want hiermee gaat belastinggeld direct naar de boedel van curatoren. Controle zelf vindt plaats via polisadministratie Belastingdienst. Die controle schiet kennelijk tekort, want er gaat iets mis. De minister geeft aan dat het niet is te doen voor de 130.000 bedrijven die NOW-steun krijgen. Nou, ik wens dat hier toch te bestrijden. 51 jaar geleden zetten we mensen op de maan. Die 130.000 bedrijven passen allemaal op een Excel-sheet. Het is weliswaar dan een lange maar het past echt. Als je twee dagen voor uitbetaling van die NOWregeling een export maakt van het Centraal Insolventieregister — dat kan gewoon online — en een export van de NOW-betaling die je gaat doen wat betreft die 130.00 bedrijven en je een paar mensen aan het werk zet om de verschillen te zoeken en om te kijken of er in die lijst een paar failliet verklaarde bedrijven zitten, dan kun je op die manier tonnen tot miljoenen besparen. Die oproep wil ik toch doen aan de minister. Wil hij toezeggen dat hij dat toch in gang gaat zetten? Want het is volgens mij echt mogelijk. Zo niet, heb ik een motie waarvan ik overigens bereid ben die weer in trekken als de minister toezegt het alsnog te gaan doen.

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 19-20.

Minister Koolmees: Dank u wel, voorzitter. Ik zal het spreekgestoelte niet aanraken, zodat het zo meteen niet schoongemaakt hoeft te worden. Ik had nog een vraag van de heer Van der Linden liggen over de insolventiecheck. Ik ben het ermee eens dat voorkomen moet worden dat NOW-geld wordt uitgekeerd aan failliete bedrijven dan wel in surseance van betaling verkerende bedrijven. Die check zit er ook in op basis van de polisadministratie. Die administratie is de basis voor de hele NOW en wordt gevuld door de Belastingdienst. Maar er zit altijd een vertraging tussen het uitspreken van het faillissement dan wel een surseance van betaling en de registratie in zo'n database. In de timing zou het dus verkeerd kunnen gaan. Naar onze inzichten gaat het om 6 miljoen, waarvan nog steeds onduidelijk is of de bedrijven voor of na de uitbetaling van de gelden failliet zijn verklaard. Het toevoegen hiervan aan de procedures maakt het systeem alleen maar ingewikkelder. Het gaat om duizenden betalingen per dag. 125.000 bedrijven per maand maken er gebruik van en er zitten twintig werkdagen in een maand. Dat kan gewoon niet handmatig. Ik ontraad dus de motie, hoewel ik het met heel veel overwegingen eens ben. Nogmaals, de check zit in het huidige systeem op basis van de polisadministratie van de Belastingdienst. Daar wil ik geen nieuwe aan toevoegen. Tegen die achtergrond ontraad ik de motie.

De voorzitter:

De heer Van der Linden heeft nog een korte interruptie.

De heer Van der Linden (FVD):

Ik heb gevraagd of de minister wil toezeggen dat die splitsing van die 6 miljoen voor en na er op een later moment wel komt.

Minister Koolmees:

Na afloop gaan we kijken hoeveel er is uitgekeerd aan failliete bedrijven. Op het moment dat we dat weten, kunnen we een inschatting maken of de bedragen zijn uitgekeerd op het moment dat een bedrijf al failliet was of voor dat moment. Bij de eindevaluatie kunnen we dat meenemen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Afschrift van brief aan TK met analyse van het aanpakken van pieken in de marginale druk (36.202) (T03613)

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe dat de Kamer een afschrift van de analyse met betrekking tot het aanpakken van pieken in de marginale druk zal ontvangen, n.a.v. de Tweede Kamermotie-Palland.


Kerngegevens

Nummer T03613
Status voldaan
Datum toezegging 13 december 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen marginale druk
motie-Palland
Kamerstukken Belastingplan 2023 (36.202)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 12 item 3 - blz. 23

De heer Schalk (SGP):

(…)

“Voorzitter. Ik ga nog heel even door op dat spanningsveld tussen rechtmatigheid en rechtvaardigheid, en wel langs de lijnen van de marginale druk, mijn vierde voorbeeld. Neem het voorbeeld van iemand met een laag inkomen, of laten we zeggen bijna modaal, €33.000 of zo. Als deze persoon €1.000 per jaar meer gaat verdienen, betaalt hij of zij daar wel tot €800 belasting over. Maar als iemand anders een ton verdient, €100.000, en €1.000 meer gaat verdienen, betaalt hij daar 49,5% over, dus een kleine €500. Dan houdt diegene met een hoog salaris, de rijke zal ik maar zeggen, ongeveer €300 meer over aan die €1.000. Dat leidt tot twee cruciale vragen: is het rechtmatig en is het rechtvaardig? Misschien kan de minister die zich bezighoudt met het armoedebeleid haar licht laten schijnen over dit thema. Wat betekent die extreme marginale druk in de lage lonen voor haar beleid?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 4 - blz. 22-23

Minister Van Gennip:

“Voorzitter. Ik heb nog een paar opmerkingen over de marginale druk. Zoals ik al eerder zei, is het niet eenvoudig om op termijn die marginale druk impactvol te verlagen. Die discussie hadden we hier net ook wel. We moeten hierbij ook even rekening houden met de uitvoering en wat zij in de komende jaren aankan. Het volgende zal het ook heel erg lastig maken. Dit gaat ook over de discussie waar de heer Schalk denk ik in de tweede termijn aan gaat refereren. Als je naar een lagere marginale druk gaat, betekent dat altijd iets voor de inkomensgroepen eromheen. Het gaat dus óf ten koste van inkomensbescherming, óf het gaat ten koste van het budget — dat zijn de budgettaire gevolgen — óf je pakt de groepen eromheen aan. Dus eenvoudig zal het nooit zijn.

Aan de Tweede Kamer heb ik, naar aanleiding van de motie-Palland, toegezegd een analyse te maken van de vraag hoe de pieken in de marginale druk kunnen worden aangepakt. We hebben er zes geïdentificeerd. Die komen terug in een vervolgbrief over de krapteaanpak. Ik ben zeer bereid om u daar een afschrift van te sturen, want dan kunt u ook zien waar die pieken zitten. Dit zijn de pieken die bijvoorbeeld in die 87% zitten, die dus volgens onze gegevens relatief weinig voorkomen. En hoe wil je de marginale druk aanpakken van de mensen die rond die 40% tot 50% zitten? Dat zijn er heel veel. Dat kan door beter aan mensen uit te leggen wat zij overhouden van elke extra euro die ze verdienen.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Meer bekendheid geven aan bestaande Wet flexibel werken (35.714) (T03722)

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ramsodit (GroenLinks-PvdA), toe meer bekendheid te zullen geven aan de bestaande Wet flexibel werken.


Kerngegevens

Nummer T03722
Status voldaan
Datum toezegging 12 september 2023
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden mr. dr. A. Ramsodit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen communicatie
Wet flexibel werken
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Van Weyenberg en Maatoug Wet werken waar je wilt (35.714)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 43, item 3 - blz. 7.

Mevrouw Ramsodit (GroenLinks-PvdA):

(…)

“Als het gaat om verhelderen ook het volgende. Communicatie over wat deze wet nu inhoudt, is nodig om verwarring te voorkomen. Inmiddels is duidelijk, voor ons, maar wellicht niet voor iedereen, dat het in deze wet niet gaat om het recht op thuiswerken, maar om zeggenschap van de werknemer bij de besluitvorming over thuiswerken. Onze fractie hecht belang aan zorgvuldige communicatie, juist vanwege de grenzeloosheid van de titel. Herkent de minister dit belang van communicatie? Zo ja, dan horen we heel graag hoe u van plan bent deze communicatie vorm te geven.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 43, item 3 - blz. 38.

Minister Van Gennip:

(…)

“Mevrouw Ramsodit vroeg naar goede communicatie hierover en naar die belangenafweging. Je moet de aanvragen dus afwegen naar redelijkheid en billijkheid. Wat die precieze belangen zijn, zal per individueel geval kunnen verschillen. Soms zijn dat kosten en administratieve lasten, dus regelwerk. Dat kan onderdeel zijn van zo'n afweging. Zowel mijn voorganger als ikzelf hebben al toegezegd dat we meer bekendheid zullen geven aan de bestaande Wet flexibel werken, want te weinig werknemers kennen die nu nog.”


Brondocumenten


Historie