Rappelabele toezeggingen Economische Zaken en Klimaat (2017-2024) (Rappel september 2021)



Dit is het rappel tot 02-07-21.

 




Toezegging Stroomlijning bepalingen consumentenbescherming Gaswet en Energiewet (31.320/31.374) (T01036)

De minister van Economische Zaken zegt toe, naar aanleiding van een opmerking van het lid Doek, de Kamer schriftelijk te informeren over de stroomlijning van bepalingen over consumentenbescherming Gaswet en Energiewet.


Kerngegevens

Nummer T01036
Status voldaan
Datum toezegging 24 mei 2009
Deadline 1 juli 2023
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017) (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Verbetering werking elektriciteits- en gasmarkt (31.374)
Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (31.320)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 26 – blz. 1321

(...)

De heer Doek (CDA):

In het debat over de Warmtewet heb ik er namens mijn fractie voor gepleit dat de minister van Economische Zaken in samenwerking met de minister van Justitie komt tot een stroomlijning van diverse bepalingen rond consumentenbescherming. Op dit punt heeft de minister in het debat over de Warmtewet toegezegd, dit te bespreken met de minister van Justitie en deze Kamer daarover schriftelijk te informeren. Is hierover reeds contact geweest met de minister van Justitie?

Blz.1358

Minister van der Hoeven:

De heer Doek herinnerde mij aan mijn toezegging bij de Warmtewet om in overleg met de minister van Justitie te komen tot een stroomlijning van de bepalingen rond consumentenbescherming. Dat heb ik gedaan. Ik zal ook kijken naar de Energiewet en naar de Gaswet. Ik zal u daarover schriftelijk informeren.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Zorgdragen voor het inventariseren en aanvullen van de middelen voor het Waarborgfonds Mijnbouwschade (34.041/34.390/34.348) (T02409)

De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Ten Hoeve (OSF), toe te bekijken wat de behoefte aan middelen voor het Waarborgfonds Mijnbouwschade (in verband met schadeafhandeling in o.a. Limburg) is en zorg te dragen voor het aanvullen van deze middelen.


Kerngegevens

Nummer T02409
Status voldaan
Datum toezegging 20 december 2016
Deadline 1 juli 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden drs. H. ten Hoeve (OSF)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen mijnbouw
Kamerstukken Novelle Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen (34.390)
Versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen (34.348)
Veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en omkering van bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk (34.041)


Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 13, item 16, pagina 25-26

De heer Ten Hoeve (OSF):

(...)

Wat Limburg betreft ben ik blij dat de minister heel uitgebreid toegelicht heeft wat daar allemaal gebeurd is. Ik ben ervan overtuigd dat hij op deze manier de verantwoordelijkheid in dezen volledig genomen heeft, in overleg met provincie en gemeenten. Ik heb daar nog één kleine vraag over. De minister noemt het waarborgfonds. Dat is natuurlijk heel essentieel bij de schadevergoeding aan particulieren. De minister zei dat het waarborgfonds als het leeg raakt, aangevuld moet worden door de sector. Maar wat is in dit geval daar dan nog de sector?

Handelingen I 2016-2017, nr. 13, item 16, pagina 30

Minister Kamp:

(...)

De heer Ten Hoeve benadrukte het belang van onafhankelijke schadeafhandeling. Ik denk dat velen in deze zaal, onder wie ikzelf, dat met hem eens zijn. Hij sprak over de onduidelijkheid die er nog is op het punt van de versterking. Ik heb die onduidelijkheid niet geheel bij hem weg kunnen nemen. Ik denk dat dat een grote opgave is, waar we met zijn allen voor staan. We zorgen dat we goed in beeld krijgen wat daar moet gebeuren, en dat we wat nodig is op een verantwoorde manier naar de inwoners toe zullen gaan uitvoeren. Over Limburg vroeg hij zich af wie, als het Waarborgfonds leeg is, dat moet gaan vullen. Dat is een goede vraag. Dat fonds zal waarschijnlijk gevuld moeten gaan worden door degenen die nu gas winnen. Dat ligt niet erg voor de hand, want zij hebben daar eigenlijk niets mee te maken. Maar het is wel de mijnbouwsector. Het fonds zal toch gevuld moeten worden. We zullen bekijken wat de behoefte aan middelen voor dat fonds is, waarna we zullen doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat die middelen er ook komen. De heer Ten Hoeve legt terecht de vinger op een gevoelig punt.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over wijziging aanvullende overeenkomst Invest-NL (35.123) (T02811)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Otten (Fractie-Otten), toe de Kamer vooraf te informeren indien de aanvullende overeenkomst wezenlijk zal worden gewijzigd.


Kerngegevens

Nummer T02811
Status voldaan
Datum toezegging 12 november 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Invest-NL
overeenkomsten
Kamerstukken Machtigingswet oprichting Invest-NL (35.123)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 6, item 10, blz. 25.

Minister Wiebes:

(…)

Dan de precieze status van de aanvullende overeenkomst. Die bestaat officieel nog niet, maar in concept bestaat die wel. Die ligt bij de Eerste Kamer, maar dat is niet de definitieve versie. De definitieve versie gaat na ondertekening naar de Eerste Kamer, maar een concept ligt al bij de Eerste Kamer. Daar kan ik ook op bevraagd worden.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Hoor ik de minister zeggen dat de aanvullende overeenkomst in concept bij de Eerste Kamer ligt?

Minister Wiebes:

Ja, volgens mij wel.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Wanneer wordt die dan getekend tussen Invest-NL en het ministerie?

Minister Wiebes:

Het antwoord op die vraag houdt u van mij tegoed.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Oké. Want wij moeten op een gegeven moment ook stemmen over deze machtigingswet en de overeenkomst speelt daarin een cruciale rol.

Handelingen I 2019-2020, nr. 6, item 10, blz. 27

Minister Wiebes:

(…)

In antwoord op de vraag van de heer Otten: de getekende overeenkomst gaat begin 2020 naar de Eerste Kamer.

Handelingen I 2019-2020, nr. 6, item 10, blz. 28.

Minister Wiebes:

(…)

Er is een jaarlijkse voortgangsrapportage, met domeinen en resultaten. Als de aanvullende overeenkomst — dit ook in de richting van de heer Otten — in de toekomst wezenlijk zal worden gewijzigd, wordt de Kamer ook daarover vooraf geïnformeerd.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Toesturen kabinetsappreciatie van het Algemene Rekenkamer-advies inzake steun aan grote ondernemingen (35.451) (T02974)

De minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe een appreciatie te sturen van het advies van de Algemene Rekenkamer inzake ‘Steun aan grote ondernemingen – leren van het verleden’.


Kerngegevens

Nummer T02974
Status voldaan
Datum toezegging 6 juli 2020
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden drs. F.J.M. Crone (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Algemene Rekenkamer
steun
Kamerstukken Derde incidentele suppletoire begroting Economische Zaken en Klimaat 2020 inzake Noodpakket banen en economie en overbruggingsfaciliteit IHC (35.451)


Uit de stukken

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 4.

De heer Crone (PvdA):

(…)

Laat er nu vorige week een prachtige brief van de Algemene Rekenkamer zijn gekomen, een adviesbrief, die zijn eigen toetsingselementen geeft; zestien toetsingspunten voor steun aan bedrijven. En die lijken heel erg op dingen die ik toevallig zelf ook wilde inbrengen, dus die ga ik nu niet herhalen. Ik voeg er nog een paar aan toe. Het kabinet kijkt terug tot de zeventiger jaren, het door de heer Frentrop al eerder genoemde RSV. De Algemene Rekenkamer geeft zeer goede toetsingspunten die veel concreter zijn dan die van het kabinet. Ik kom daar straks op terug, maar ik zou het kabinet graag willen vragen om die zestien lessen te leggen naast het eigen afwegingskader. Die zestien lessen beginnen natuurlijk met: wat is eigenlijk het publiek belang? Wat is het publieke belang bij het steunen van IHC? Niet corona, want de heer Frentrop zei het al: IHC wordt geholpen vanwege hele andere problemen, die er al veel eerder waren. Het publieke belang bij KLM, daar hebben we het morgen over met de minister; dat tekent zich af. Maar wat is het publieke belang bij Suitsupply vergeleken bij elke andere producent van kleding? Dat is een vraag waar ik eigenlijk wel erg benieuwd naar ben. Die criteria van de Rekenkamer kan ik ook toepassen op IHC, deels in het verlengde van wat Frentrop heeft gezegd. Het heeft niks met corona te maken; oké, maar wat is het publieke belang?

(…)

Ik voeg nog een aantal aan hun zestien afwegingskaderpunten toe, deels in samenhang met de Rekenkamer. Maakt u wel serieus een businesscase, waarin u zich ook met andere

scenario's bezighoudt dan alleen met het scenario dat ons gepresenteerd wordt? Het scenario "het kan ook slechter gaan", waar de Rekenkamer voorbeelden van geeft, maar ook klimaatproblematiek en green recovery? Iedereen weet dat we die slag een keer moeten maken. Ik heb het in alle schriftelijke stukken aan het kabinet gevraagd, al heel lang, bij elke steunmaatregel: leg scenario's voor. En dan hoef je niet eens te kiezen voor het scenario van green recovery, maar de markt doet dat wel; de markt kiest nu al voor scenario's. Banken en verzekeraars vragen al een hoge risicopremie op rente voor bedrijven die obligaties willen hebben in de fossiele industrie; dat noemen ze zelfs "bruine kredieten". Bedrijven die groene investeringen doen, krijgen lagere rentes. Doet onze overheid dat ook? Dat lijkt me op zijn minst toch noodzakelijk als de markt dat ook al doet, en vanwege het publieke belang.

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 14-15.

(…)

Minister Wiebes:

Ja. Ik ga proberen het snel te doen. Ik ga het kortst mogelijke antwoord geven in de richting van de heer Crone, en ingaan op alle — wat is het? — twaalf of dertien punten van de Rekenkamer en die zeven van hemzelf. Kijk, ik zie namelijk helemaal geen verschil tussen dat wat de Rekenkamer aandraagt en wat de heer Crone aandraagt, met het raamwerk dat er nu is. Als de heer Crone het raamwerk dat er nu is, leest door de ogen van een private-equityfirma, dan zegt hij: alle gedachtegoeden om ervoor te zorgen dat de overheid hier niet onnodig geld in steekt, zijn hier geborgd. Ik zag het advies van de Algemene Rekenkamer als een ondersteuning van het beleid en ik heb het glimlachend gelezen, zoals ik ook glimlachend de aanvullende suggesties van de heer Crone heb aangehoord, en ook hier meen dat dat in lijn is met dat raamwerk. Uiteraard is het soms nodig om naar Brussel te kijken. Meer in het algemeen: bij de 55% heeft Brussel ook naar ons geluisterd; bij het industrieraamwerk op klimaatterrein heeft Brussel naar ons geluisterd; we praten regelmatig over staatssteunkwesties met Brussel. Dus juist dat is Nederlands beleid, om te zorgen voor een gelijk speelveld. En dat Duitsland op alle terreinen meer zou doen aan duurzaamheid ... Nou, houd dat een Duitser voor, die zal daar wellicht anders over denken. Op het terrein van de verduurzaming van de chemische industrie, het wagenpark, daag ik de heer Crone uit om die voorsprong aan mij te duiden.

Uitdrukkelijk zeg ik in zijn richting dat onderdeel van dat raamwerk is dat er ruimte is voor een upside. Dat zit niet in die standaardregelingen, maar het is — zeg maar — het confectiewerk. Maar in het raamwerk, dus daar waar het maatwerk is, wordt uitdrukkelijk wel gestuurd op een upside. Het is de bedoeling dat de belastingbetaler daar niet alleen eventueel de rit naar beneden meemaakt, maar ook de rit naar boven. Dat is precies de insteek van dit raamwerk.

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 20.

(…)

Minister Wiebes:

Voorzitter. Met de heer Crone ben ik het eens dat het verstandig is om daar waar dat kan naar meerdere varianten te kijken. Alleen al uit de media weten we dat er voor het bekende warenhuis zomaar naar vier verschillende opzetten is gekeken.

Ik ben het ook met hem eens dat daar waar dat kan en waar dat in de plannen past — het is altijd maatwerk — vergroening moet worden nagestreefd, alleen al omdat investeringseuro's die we nu steken in verdere fossilisering verloren geld is.

Wij zijn het beiden met de Rekenkamer eens dat het begrip "overheidscommissaris" niet moet worden overdreven. Sterker nog, daar zet ik ook helemaal niet op in. Ik heb het niet opgeschreven in het kader van wat ik niet ga doen, maar in het kader van wat ik wel ga doen. Het is mijn voorstel dat ik de heer Crone toezeg dat ik een appreciatie maak van die Algemene Rekenkameradviezen. Of en zo ja waar een aanscherping nodig is, bezien we dan aan de hand van dat stuk. Ik sta dan weer open voor commentaar. Ik zeg dus toe dat ik een appreciatie zal geven.


Brondocumenten


Historie