Toezegging Regelmatig evalueren van wetsvoorstel minimalisering gaswinning Groningen (34.957) (T02663)
De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe het wetsvoorstel Minimalisering gaswinning Groningen regelmatig omvattend en integraal te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar.
Nummer | T02663 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 9 oktober 2018 |
Deadline | 1 januari 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken en Klimaat |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris Mijnbouw |
Kamerleden | Dr. P. Ester (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | evaluaties gaswinning |
Kamerstukken | Minimalisering gaswinning Groningen (34.957) |
Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 6
De heer Ester (ChristenUnie):
(...)
Voorzitter, ik sluit af. De ChristenUnie-fractie steunt de insteek van de minister om de regie in dit netelige Groningse gasdossier naar zich toe te trekken en de gaswinning versneld af te bouwen. Het gaat om grote publieke belangen en dat behoeft stevige publieke sturing. De veiligheid van de Groningers moet hierbij leidend zijn. Nederland staat in het krijt bij Groningen, die schuld moeten we nu inlossen, zelfs letterlijk. Het vorige week verschenen Nationaal Programma Groningen, dat moet leiden tot een leefbaar, toekomstbestendig en veilig Groningen, vormt daarvoor, denken wij, een goede aftrap. Gezien dit brede belang wil ik de minister tot slot vragen, de werking van dit en de beide andere wetsvoorstellen grondig te evalueren. Zou hij dat kunnen toezeggen? Mijn fractie kijkt uit naar de beantwoording van onze vragen.
Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 27
Minister Wiebes:
(...)
De heer Ester vraagt of ik het belang zie om dit wetsvoorstel te evalueren. Eigenlijk lijkt mij dat heel zinvol om te doen. Dat staat niet in de wet. Dus hierbij zullen we het van een toezegging van mijn kant moeten hebben, maar ik ben graag bereid die te doen. Een voor de hand liggende termijn is drie jaar. Er is overigens maar één operationele strategie helemaal vastgesteld en doorleefd en een tweede is in voorbereiding, maar misschien moeten we dat moment toch aangrijpen om er een eerste evaluatie aan te wagen. Dat lijkt mij een voor de hand liggende en in dit geval passende toezegging.
Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 47
De heer Ester (ChristenUnie):
(...)
Ook dank voor zijn toezegging het wetsvoorstel regelmatig te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar. Ik neem aan dat die evaluatie echt omvattend en integraal zal zijn en dat daarbij de verschillende wegingscriteria worden bezien, met een nadruk op het veiligheidsperspectief. Ik zou de minister willen vragen dat in zijn tweede termijn te bevestigen.
(...)
Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 54
Minister Wiebes:
(...)
Ik wil in de richting van de heer Ester graag bevestigen dat een evaluatie alleen zinvol is als die "omvattend en integraal" is, als ik die woorden van hem mag stelen.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 3, item 7
-
12 december 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
8 december 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
23 mei 2023
nieuwe deadline: 1 januari 2024
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
16 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de bewindspersonen van EZK over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 23 mei 2023
EK, F
-
-
6 december 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 november 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Staatssecretaris Mijnbouw -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Economische Zaken en Klimaat -
9 oktober 2018
toezegging gedaan
Toezegging Nationale waterstofagenda en waterstofplan (32.668) (T03250)
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe om de Nationale waterstofagenda en het Nationale waterstofplan rechtstreeks naar de Eerste Kamer te sturen als deze stukken openbaar gemaakt worden.
Nummer | T03250 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 29 juni 2021 |
Deadline | 1 januari 2022 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat - Klimaat en Energie |
Kamerleden | Drs. H.J. Pijlman (D66) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | nationale waterstofagenda waterstofplan waterstofvisie |
Kamerstukken | Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van CO2-emissie (35.668) |
Handelingen I 2020-2021, nr. 43, item 9, blz. 3
De heer Pijlman (D66):
Gezien de ook door ons land aanvaarde EU-doelstellingen moet er nog heel veel gebeuren. Ik heb vorige week en vanochtend hierover gesproken en vanochtend heb ik ook aangekondigd dat ik het er vanmiddag over zou hebben. Het is onze stellige overtuiging dat daarbij een stevige waterstofagenda nodig is om juist de grote industriële ondernemingen, het zware vervoer en de scheepvaart te kunnen vergroenen. Over chemie hebben we het vorige week ook gehad, maar ook over de Nederlandse internationale positie als gasrotondeland met een groot netwerk van gasleidingen die hergebruikt kunnen worden. Daarmee zou waterstof ook qua handel en werkgelegenheid heel veel kunnen betekenen. De staatssecretaris verwees vorige week naar een brief die ze aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Als ik die zou lezen, was ik weer helemaal bij. Die heb ik nog eens een keer gelezen. In de brief staan veel voornemens, maar de brief is ook heel weinig concreet. Ik heb inmiddels begrepen dat er een nationale waterstofagenda komt. Kunt u ook aangeven wanneer die besproken kan worden?
(…)
Handelingen I 2020-2021, nr. 43, item 9, blz. 39
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Mijnheer Pijlman is terug. Ik had zijn vraag even naar achter geschoven. De vraag ging over de waterstofvisie. De heer Pijlman was teleurgesteld over de brief waarnaar ik vorige week zo vrolijk had verwezen. Hij vroeg: hoe zit het nou met de nationale waterstofagenda? Het nationale waterstofplan wordt na de zomer openbaar gemaakt. Dan komen we met dat verhaal. De heer Pijlman vroeg naar een moment en dat is dus na de zomer. Ondertussen werk ik aan de uitvoering van de waterstofvisie, zoals aan de uitwerking van het opschalingsinstrument. Er loopt nog een onderzoek naar de ontwikkeling van een transportnet voor waterstof, de zogenaamde backbone — daar hebben we het vorige week ook al over gehad — en naar de vraag of het bestaande gasnet hiervoor kan worden ingezet, wat we allemaal heel graag zouden willen. Dat wordt vóór het zomerreces openbaar, ik hoop eigenlijk heel snel al. Daar zijn we druk mee bezig. Dat zijn dus eigenlijk de twee dingen. Het ene komt er heel snel aan. Het andere ook al heel snel, maar net na de zomer. Volgens mij zitten daar genoeg elementen in, hopelijk ook voor de heer Pijlman, om daar nader naar te kijken en er wat van te kunnen vinden.
(…)
Handelingen I 2020-2021, nr. 43, item 9, blz. 40
De heer Pijlman (D66):
Dank dat u nu goed bent ingegaan op de nationale waterstofagenda. Ik zou die stukken graag rechtstreeks naar ons toe laten komen. Het is al eerder door Forum voor Democratie gezegd en bij die woorden sluit ik me aan. Het zou goed zijn als wij ons daarop richten, eventueel in commissieverband.
(…)
Handelingen I 2020-2021, nr. 43, item 9, blz. 45
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Meneer Pijlman vroeg ook: mag ik dan ook die waterstofagenda krijgen, want we willen het hier ook graag volgen? Dat zal ik ook zeker steunen.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 43, item 9
-
16 november 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
9 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 juni 2021
toezegging gedaan