Rappelabele toezeggingen Economische Zaken en Klimaat (2017-2024) (Vooruitblik maart 2023)



Dit is het rappel vanaf 02-01-23 tot 02-07-23.

 




Toezegging Stroomlijning bepalingen consumentenbescherming Gaswet en Energiewet (31.320/31.374) (T01036)

De minister van Economische Zaken zegt toe, naar aanleiding van een opmerking van het lid Doek, de Kamer schriftelijk te informeren over de stroomlijning van bepalingen over consumentenbescherming Gaswet en Energiewet.


Kerngegevens

Nummer T01036
Status voldaan
Datum toezegging 24 mei 2009
Deadline 1 juli 2023
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017) (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Verbetering werking elektriciteits- en gasmarkt (31.374)
Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (31.320)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 26 – blz. 1321

(...)

De heer Doek (CDA):

In het debat over de Warmtewet heb ik er namens mijn fractie voor gepleit dat de minister van Economische Zaken in samenwerking met de minister van Justitie komt tot een stroomlijning van diverse bepalingen rond consumentenbescherming. Op dit punt heeft de minister in het debat over de Warmtewet toegezegd, dit te bespreken met de minister van Justitie en deze Kamer daarover schriftelijk te informeren. Is hierover reeds contact geweest met de minister van Justitie?

Blz.1358

Minister van der Hoeven:

De heer Doek herinnerde mij aan mijn toezegging bij de Warmtewet om in overleg met de minister van Justitie te komen tot een stroomlijning van de bepalingen rond consumentenbescherming. Dat heb ik gedaan. Ik zal ook kijken naar de Energiewet en naar de Gaswet. Ik zal u daarover schriftelijk informeren.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Regelmatig evalueren van wetsvoorstel minimalisering gaswinning Groningen (34.957) (T02663)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe het wetsvoorstel Minimalisering gaswinning Groningen regelmatig omvattend en integraal te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar.


Kerngegevens

Nummer T02663
Status voldaan
Datum toezegging 9 oktober 2018
Deadline 1 januari 2024
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen evaluaties
gaswinning
Kamerstukken Minimalisering gaswinning Groningen (34.957)


Uit de stukken

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 6

De heer Ester (ChristenUnie):

(...)

Voorzitter, ik sluit af. De ChristenUnie-fractie steunt de insteek van de minister om de regie in dit netelige Groningse gasdossier naar zich toe te trekken en de gaswinning versneld af te bouwen. Het gaat om grote publieke belangen en dat behoeft stevige publieke sturing. De veiligheid van de Groningers moet hierbij leidend zijn. Nederland staat in het krijt bij Groningen, die schuld moeten we nu inlossen, zelfs letterlijk. Het vorige week verschenen Nationaal Programma Groningen, dat moet leiden tot een leefbaar, toekomstbestendig en veilig Groningen, vormt daarvoor, denken wij, een goede aftrap. Gezien dit brede belang wil ik de minister tot slot vragen, de werking van dit en de beide andere wetsvoorstellen grondig te evalueren. Zou hij dat kunnen toezeggen? Mijn fractie kijkt uit naar de beantwoording van onze vragen.

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 27

Minister Wiebes:

(...)

De heer Ester vraagt of ik het belang zie om dit wetsvoorstel te evalueren. Eigenlijk lijkt mij dat heel zinvol om te doen. Dat staat niet in de wet. Dus hierbij zullen we het van een toezegging van mijn kant moeten hebben, maar ik ben graag bereid die te doen. Een voor de hand liggende termijn is drie jaar. Er is overigens maar één operationele strategie helemaal vastgesteld en doorleefd en een tweede is in voorbereiding, maar misschien moeten we dat moment toch aangrijpen om er een eerste evaluatie aan te wagen. Dat lijkt mij een voor de hand liggende en in dit geval passende toezegging.

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 47

De heer Ester (ChristenUnie):

(...)

Ook dank voor zijn toezegging het wetsvoorstel regelmatig te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar. Ik neem aan dat die evaluatie echt omvattend en integraal zal zijn en dat daarbij de verschillende wegingscriteria worden bezien, met een nadruk op het veiligheidsperspectief. Ik zou de minister willen vragen dat in zijn tweede termijn te bevestigen.

(...)

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 54

Minister Wiebes:

(...)

Ik wil in de richting van de heer Ester graag bevestigen dat een evaluatie alleen zinvol is als die "omvattend en integraal" is, als ik die woorden van hem mag stelen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging De optie van het worden van meerderheidsaandeelhouder bij één energiebedrijf wordt meegenomen in de uitwerking van de (Tweede Kamer) motie-Segers/Marijnissen (36.200) (T03507)

De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Mei Li Vos (PvdA), toe de optie van het worden van meerderheidsaandeelhouder bij één energiebedrijf wordt meegenomen in de uitwerking van de (Tweede Kamer)motie Segers-Marijnissen.


Kerngegevens

Nummer T03507
Status voldaan
Datum toezegging 18 oktober 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden dr. M.L. Vos (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen meerderheidsaandeelhouder
Motie-Segers/Marijnissen
optie één energiebedrijf
Kamerstukken Miljoenennota 2023 (36.200)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 2.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

(…)

“Voorzitter. Het is al door een paar voorgangers van mij gezegd: bij de Miljoenennota is er een discussie gestart over de rol van de overheid en de rol van de markt en de energiemarkt. Wij hebben 60 energiebedrijven. Die waren lastig aan te sturen. Ik wil de regering iets voorhouden. Stel dat we net als bij banken bij één energiebedrijf meerderheidsaandeelhouder zouden worden en dat we één energie- bedrijf als een soort benchmark in de markt kunnen neerzetten, een bedrijf dat bijvoorbeeld heel simpele contracten geeft en de tarieven bepaalt. Dan ben je de energiemarkt niet aan het nationaliseren, maar dan heb je een heel makkelijke sturing voor de energiemarkt. Als deze partij de tarieven verlaagt, kun je daar als consument heen of niet. Als dit energiebedrijf simpele contracten geeft, kun je daar ook heen. Dat is misschien een mooie tussenweg bij alle discussies over volledige nationalisatie, want dat is misschien niet mogelijk, maar dit is wel een manier. Dat doen we ook in de bankensector, want we hebben twee Staatsbanken. Ik weet niet of u dat weet. Dat zijn de Volksbank en de ABN AMRO en die kunnen ook geen gekke dingen doen. Laten we dus gaan voor één energiebedrijf en dat noemen we dan "Staatsenergiebedrijf het Vadertje". Wat vindt de regering van dit idee?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 56.

Minister Rutte:

(…)

“Verder geven we invulling aan de motie-Segers/Marijnissen uit de Algemene Politieke Beschouwingen van de Tweede Kamer, waardoor we meer fundamenteel gaan kijken hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen worden. Opnieuw, voorzitter, zonder ideologie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 57.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

“Over dat energiebedrijf het Vadertje: het ging me er niet om om onze energievoorziening te nationaliseren of om überhaupt een energiebedrijf helemaal te nationaliseren. Het was in de context van de machteloosheid. Als je één energiebedrijf voor een gedeelte als een staatsdeelneming hebt, zoals je Schiphol hebt, een aantal banken en de BNG, heb je een makkelijke manier om te sturen. Dat maakt het voor de ACM ook makkelijker om te sturen. Je hoeft in feite niets meer te doen, omdat je met het energiebedrijf waar je een meerderheidsaandeel of in ieder geval een significant aandeel in hebt, veel makkelijker de norm kunt zetten. Het gaat om een sturingsmechanisme als benchmark. Dat was de vraag, niet om de hele energievoorziening te nationaliseren.”

Minister Rutte:

“Nee, dat snap ik. Maar nogmaals, het kost geld. We hebben naar aanleiding van de motie-Segers/Marijnissen in de Tweede Kamer toegezegd dat we zonder taboes nog eens meer ten principale naar de hele energiemarkt zullen kijken. Daarbij zullen dit soort dingen zeker aan de orde komen. Er zit geen ideologie achter dat het privaat moet zijn of publiek. Ook hier geldt dat het moet werken. Net zoals er geen liberale of socialistische lantaarnpalen zijn, zijn er ook geen liberale of socialistische energiebedrijven. Je moet de oplossing kiezen die het beste functioneert. Daar gaat we die verdere studie naar doen, maar nu energiebedrijven kopen, betekent grote uitgaven, met zeer beperkte effecten.”

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

“Zegt u nu toe dat dit middel — het is gewoon een sturingsmiddel — wordt meegenomen bij de uitwerking van de motie-Segers/Marijnissen?”

Minister Rutte:

“Dat zeg ik toe. We zullen de voor- en nadelen in kaart brengen. Ik weet niet of dat ambtelijk al onderdeel was, maar dat is bij dezen toegezegd.”


Brondocumenten


Historie