Rappelabele toezeggingen Economische Zaken en Klimaat (..- 2024) (Rappel september 2023 (deadline 1 juli 2023))



Dit is het rappel tot 02-07-23.

 




Toezegging Stroomlijning bepalingen consumentenbescherming Gaswet en Energiewet (31.320/31.374) (T01036)

De minister van Economische Zaken zegt toe, naar aanleiding van een opmerking van het lid Doek, de Kamer schriftelijk te informeren over de stroomlijning van bepalingen over consumentenbescherming Gaswet en Energiewet.


Kerngegevens

Nummer T01036
Status voldaan
Datum toezegging 24 mei 2009
Deadline 1 juli 2023
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017) (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Verbetering werking elektriciteits- en gasmarkt (31.374)
Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (31.320)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 26 – blz. 1321

(...)

De heer Doek (CDA):

In het debat over de Warmtewet heb ik er namens mijn fractie voor gepleit dat de minister van Economische Zaken in samenwerking met de minister van Justitie komt tot een stroomlijning van diverse bepalingen rond consumentenbescherming. Op dit punt heeft de minister in het debat over de Warmtewet toegezegd, dit te bespreken met de minister van Justitie en deze Kamer daarover schriftelijk te informeren. Is hierover reeds contact geweest met de minister van Justitie?

Blz.1358

Minister van der Hoeven:

De heer Doek herinnerde mij aan mijn toezegging bij de Warmtewet om in overleg met de minister van Justitie te komen tot een stroomlijning van de bepalingen rond consumentenbescherming. Dat heb ik gedaan. Ik zal ook kijken naar de Energiewet en naar de Gaswet. Ik zal u daarover schriftelijk informeren.


Brondocumenten


Historie







Toezegging De optie van het worden van meerderheidsaandeelhouder bij één energiebedrijf wordt meegenomen in de uitwerking van de (Tweede Kamer) motie-Segers/Marijnissen (36.200) (T03507)

De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Mei Li Vos (PvdA), toe de optie van het worden van meerderheidsaandeelhouder bij één energiebedrijf wordt meegenomen in de uitwerking van de (Tweede Kamer)motie Segers-Marijnissen.


Kerngegevens

Nummer T03507
Status voldaan
Datum toezegging 18 oktober 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden dr. M.L. Vos (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen meerderheidsaandeelhouder
Motie-Segers/Marijnissen
optie één energiebedrijf
Kamerstukken Miljoenennota 2023 (36.200)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 2.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

(…)

“Voorzitter. Het is al door een paar voorgangers van mij gezegd: bij de Miljoenennota is er een discussie gestart over de rol van de overheid en de rol van de markt en de energiemarkt. Wij hebben 60 energiebedrijven. Die waren lastig aan te sturen. Ik wil de regering iets voorhouden. Stel dat we net als bij banken bij één energiebedrijf meerderheidsaandeelhouder zouden worden en dat we één energie- bedrijf als een soort benchmark in de markt kunnen neerzetten, een bedrijf dat bijvoorbeeld heel simpele contracten geeft en de tarieven bepaalt. Dan ben je de energiemarkt niet aan het nationaliseren, maar dan heb je een heel makkelijke sturing voor de energiemarkt. Als deze partij de tarieven verlaagt, kun je daar als consument heen of niet. Als dit energiebedrijf simpele contracten geeft, kun je daar ook heen. Dat is misschien een mooie tussenweg bij alle discussies over volledige nationalisatie, want dat is misschien niet mogelijk, maar dit is wel een manier. Dat doen we ook in de bankensector, want we hebben twee Staatsbanken. Ik weet niet of u dat weet. Dat zijn de Volksbank en de ABN AMRO en die kunnen ook geen gekke dingen doen. Laten we dus gaan voor één energiebedrijf en dat noemen we dan "Staatsenergiebedrijf het Vadertje". Wat vindt de regering van dit idee?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 56.

Minister Rutte:

(…)

“Verder geven we invulling aan de motie-Segers/Marijnissen uit de Algemene Politieke Beschouwingen van de Tweede Kamer, waardoor we meer fundamenteel gaan kijken hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen worden. Opnieuw, voorzitter, zonder ideologie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 57.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

“Over dat energiebedrijf het Vadertje: het ging me er niet om om onze energievoorziening te nationaliseren of om überhaupt een energiebedrijf helemaal te nationaliseren. Het was in de context van de machteloosheid. Als je één energiebedrijf voor een gedeelte als een staatsdeelneming hebt, zoals je Schiphol hebt, een aantal banken en de BNG, heb je een makkelijke manier om te sturen. Dat maakt het voor de ACM ook makkelijker om te sturen. Je hoeft in feite niets meer te doen, omdat je met het energiebedrijf waar je een meerderheidsaandeel of in ieder geval een significant aandeel in hebt, veel makkelijker de norm kunt zetten. Het gaat om een sturingsmechanisme als benchmark. Dat was de vraag, niet om de hele energievoorziening te nationaliseren.”

Minister Rutte:

“Nee, dat snap ik. Maar nogmaals, het kost geld. We hebben naar aanleiding van de motie-Segers/Marijnissen in de Tweede Kamer toegezegd dat we zonder taboes nog eens meer ten principale naar de hele energiemarkt zullen kijken. Daarbij zullen dit soort dingen zeker aan de orde komen. Er zit geen ideologie achter dat het privaat moet zijn of publiek. Ook hier geldt dat het moet werken. Net zoals er geen liberale of socialistische lantaarnpalen zijn, zijn er ook geen liberale of socialistische energiebedrijven. Je moet de oplossing kiezen die het beste functioneert. Daar gaat we die verdere studie naar doen, maar nu energiebedrijven kopen, betekent grote uitgaven, met zeer beperkte effecten.”

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

“Zegt u nu toe dat dit middel — het is gewoon een sturingsmiddel — wordt meegenomen bij de uitwerking van de motie-Segers/Marijnissen?”

Minister Rutte:

“Dat zeg ik toe. We zullen de voor- en nadelen in kaart brengen. Ik weet niet of dat ambtelijk al onderdeel was, maar dat is bij dezen toegezegd.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Benadrukken optie tot eigen beheer bij directie NCG en in kabinetsreactie (35.603/36.094) (T03596)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe dat hij bij de directeur van de NCG zal benadrukken dat de mogelijkheid tot het eigen beheer van de versterking meer bekendheid moet krijgen. Ook zal de staatssecretaris dit meenemen in de kabinetsreactie.


Kerngegevens

Nummer T03596
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gaswinning
Groningen
Nationaal Coördinator Groningen
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 7

De heer Pijlman (D66):

(…)

“Voorzitter. De mogelijkheid voor een eigenaar om de opname, de beoordeling, het ontwerp van maatregelen en de versterking in eigen beheer uit te voeren, bestaat. De bewoner, de eigenaar, krijgt daar ook een vergoeding voor. Dat is heel goed. Mij blijkt echter dat de regeling niet echt bekend is. De regeling kan de versterking versnellen. Op welke wijze wilt u daar ook ruchtbaarheid aan geven in het gebied?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 30

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“was er nog een vraag van de heer Pijlman die ik inderdaad niet goed had beantwoord in de eerste termijn. Dat was de vraag of we de versterking in eigen beheer op een of andere manier nog breder kunnen neerzetten. Ik zal nog een keer bij de directeur van de NCG benadrukken dat dat meer bekendheid moet krijgen. Dit kan ik misschien nog meenemen in de kabinetsreactie om daar meer aandacht aan te geven. Dat zeg ik graag toe.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Borgingsplannen worden meegenomen in kabinetsreactie op enquêterapport (35.603/36.094) (T03597)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat zijn borgingsplannen expliciet worden meegenomen in de reactie op het enquêterapport.


Kerngegevens

Nummer T03597
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen borging
gaswinning
Groningen
schaderegeling
Kamerstukken Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 2.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Het is in dit kader ook goed dat de novelle het aantal technische beoordelingen beperkt en dat de Staat niet eindeloos gaat doorprocederen. Het is heel goed dat de staatssecretaris dit ook heeft gezegd, maar hoe heeft hij dat nou eigenlijk geborgd, zodat een eventuele opvolger geen andere route kan nemen? Graag een reactie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 17.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Dan een interessante vraag van mevrouw Kluit, omdat die democratisch heel interessant is: hoe borgt de staatssecretaris dat zijn opvolger niet kan afwijken van dat plan? Dat is toch heel ingewikkeld, zeg ik maar tegen mevrouw Kluit. Dan zou ik mij voor het leven moeten laten benoemen. Dat past wel bij het karakter van deze zaal, maar het past niet bij onze democratie. Dat kan ik dus niet garanderen. Ik weet nog helemaal niet of het nodig is dat we dit wettelijk vastleggen, maar dat is dus wel de lijn. Ik denk dat ik daarmee ook het probleem van die uit de hand lopende bureaucratische kosten kan bestrijden. Ik zie mevrouw Kluit naar de microfoon lopen, dus ik ga even een pauze houden.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Volgens mij gunnen de Groningers meneer Vijlbrief het eeuwige leven in deze Kamer, maar het is inderdaad toch beter om te bekijken hoe we dit kunnen borgen. Misschien kan de heer Vijlbrief bekijken hoe je het dan in wet- of regelgeving kunt vastleggen, om te zorgen dat niemand in de verleiding komt om hier in de toekomst anders mee om te gaan. Ik zie de heer Vijlbrief knikken. Is er een manier waarop we dat kunnen uitwerken?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, er is natuurlijk een manier: u kunt een motie aannemen. Het lijkt mij alleen zinvoller dat ik de reactie op het enquêterapport naar de Kamer stuur en er dan op terugkom. Daarin zal ik ook aangeven welke dingen ik doe wat betreft de borging.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Dank. Als dit expliciet aangegeven wordt …”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, zeker na dit debat kunnen we dat expliciet meenemen. Daarmee geef ik antwoord op de totaal terechte kritiek op de kosten per case of hoe je dat verder wil uitrekenen. Ik ben het totaal eens met de kritiek van deze en de andere Kamer daarover. Dat moet echt omlaag. €1,42 is erg hoog; laten we het daarop houden.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 21.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Ik ga verder met schade. "De staatssecretaris heeft uitgesproken dat er geen hoger beroep wordt ingesteld door het IMG", zei mevrouw Kluit. Ze vroeg: als u weggaat, hoe loopt dat dan verder? Daarop geldt eigenlijk hetzelfde antwoord als het antwoord dat ik net in het algemeen gaf. Wij zullen in de reactie op het enquêterapport per onderdeel aangeven wat we wettelijk gaan vastleggen en wat niet. Ik weet niet of ik dit wettelijk ga vastleggen. Ik kom straks nog terug op de status van het IMG. Dat speelt daarin een rol.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Brief negatieve signalen opdracht tot compenseren IMG en NCG (35.603/36.094) (T03598)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat hij na zal gaan of de opdracht tot compenseren van het IMG en NCG soms een probleem veroorzaakt. Er lijken signalen te zijn dat schadevergoedingen soms leiden tot het verliezen van toeslagen, en het kent mogelijk ook een relatie met eventuele aflossing van coronaschulden door bedrijven. De staatssecretaris zal een brief sturen, of het in de kabinetsreactie op de enquêtecommissie bespreken.


Kerngegevens

Nummer T03598
Status openstaand
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Groningen
Instituut Mijnbouwschade Groningen
Nationaal Coördinator Groningen
schaderegeling
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 2-3

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Dan de financiële aandachtspunten. Onze fracties hebben meerdere partijen gesproken die vrezen dat mensen in de problemen komen als gevolg van deze wet. Dat heeft te maken met het in één keer uitbetalen van een bijdrage. Mensen krijgen dan in één keer een groot bedrag op hun rekening. Zij vrezen toeslagenachtige fuiken. Ik heb twee voorbeelden. Iemand krijgt bijvoorbeeld een bedrag uitgekeerd en daarmee overschrijdt zijn inkomen de toeslagennormen van verschillende toeslagen. Hij verliest als gevolg daarvan deze toeslagen. Een ander voorbeeld: een ondernemer moet drie maanden zijn pand uit omdat dat gerenoveerd moet worden. Deze ondernemer heeft ook uitgestelde belastingbetalingen waarmee hij moeite heeft als gevolg van corona. Ook hij krijgt dit bedrag op zijn rekening gestort, waarna de Belastingdienst langskomt en dit meeneemt. Op papier lijken hier wel oplossingen voor te zijn, omdat er achteraf betaald kan worden. Dat betekent echter dat deze ondernemer geen inkomen heeft. De NCG merkt dat mensen in dit soort situaties de consequenties vaak niet goed kunnen overzien. Kan de staatssecretaris aangeven welke mogelijkheden hij ziet om te voorkomen dat de extra gelden die worden overgemaakt impact hebben op de toeslagenpositie, de uitkeringssituatie of de inkomenssituatie van mensen? Kan hij bijvoorbeeld toezeggen dat de Belastingdienst geen claims laat leggen op bedragen die bedoeld zijn voor schadeherstel of versterking dan wel compensatie van gerelateerde kosten?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 16

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Mevrouw Kluit van GroenLinks vroeg hoe het zit met schadevergoedingen en het verliezen van toeslagen, en ook de relatie met eventuele aflossing van coronaschulden door bedrijven. We kunnen niet aan de Belastingdienst vragen om een uitzondering te maken, want dat is te ingewikkeld. Ik heb dat in een vorig leven ook gedaan. Dat is ingewikkelde materie. Wat je wel kunt doen, is het IMG en de NCG vragen om gewoon daarna te compenseren. Die opdracht hebben ze in principe. Maar ik vertrouw dit niet helemaal. U heeft blijkbaar signalen dat dit soms een probleem is. Ik ga die signalen na en ik zal daarover later rapporteren aan de Kamer, als mevrouw Kluit dat een goed idee vindt.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Dat vindt ze, want ze snapt dat dit complexe materie is. Het komt inderdaad uit de uitvoeringsorganisaties. Ik ga ervan uit dat die goed weten wat de problemen zijn. Op welke termijn denkt de staatssecretaris dat dit mogelijk is?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Dat zou binnen een maand moeten kunnen. Ik moet dat gewoon even navragen en dan maak ik een briefje. Als het echt een probleem is, kan ik dat zelfs nog meenemen in de kabinetsreactie op het enquêterapport. Dat komt binnen een maand, ongeveer.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Ja, dank.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Doel vastleggen overhead bij schaderegeling en Kamer informeren (35.603/36.094) (T03599)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kluit (GroenLinks) en Pijlman (D66), toe dat er een doel wordt vastgesteld betreffende de verlaging van de overhead bij schaderegelingen. De Kamer wordt geïnformeerd wanneer de staatssecretaris klaar is om een percentage in de regeling vast te leggen.


Kerngegevens

Nummer T03599
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gaswinning
Groningen
schade
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 6.

De heer Pijlman (D66):

(…)

“Voorzitter. Veel burgers kregen in het recente verleden het gevoel dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen vooral juridische barrières opwierp als het om schadeafhandeling ging, maar de laatste weken zien we een totale verandering. Het instituut wil alles sneller, menselijker en minder juridisch maken. Het inzicht komt laat, maar beter laat dan nooit. Het voorliggende wetsvoorstel geeft de regering ook de aanwijsbevoegdheid inzake het IMG. Die heeft het kabinet bij een zbo zoals het IMG is niet automatisch. Het kan zijn dat het instituut daarop anticipeert, maar ondertussen werken er wel meer dan 800 medewerkers bij het instituut. Dat zijn er meer dan de gezamenlijke rechtbanken van Noord-Nederland in Groningen, Leeuwarden en Assen. Daar worden door prima arbeidsvoorwaarden te bieden medewerkers overgehaald in dienst te treden bij het IMG, maar dat geeft grote problemen bij de rechtbanken. Bij iedere euro die het IMG uitkeert, is men daarenboven inmiddels tussen de €0,62 en €0,72 aan overhead kwijt. Het Dagblad van het Noorden komt vandaag met de bewering dat het inhuren van externen per euro het IMG €1,42 kost. Waar zijn we mee bezig? Bureaucratie, bureaucratie, bureaucratie. Ligt fors ingrijpen niet voor de hand, nu u straks die aanwijsbevoegdheid hebt? Graag een reactie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 17.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Dan een interessante vraag van mevrouw Kluit, omdat die democratisch heel interessant is: hoe borgt de staatssecretaris dat zijn opvolger niet kan afwijken van dat plan? Dat is toch heel ingewikkeld, zeg ik maar tegen mevrouw Kluit. Dan zou ik mij voor het leven moeten laten benoemen. Dat past wel bij het karakter van deze zaal, maar het past niet bij onze democratie. Dat kan ik dus niet garanderen. Ik weet nog helemaal niet of het nodig is dat we dit wettelijk vastleggen, maar dat is dus wel de lijn. Ik denk dat ik daarmee ook het probleem van die uit de hand lopende bureaucratische kosten kan bestrijden. Ik zie mevrouw Kluit naar de microfoon lopen, dus ik ga even een pauze houden.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Volgens mij gunnen de Groningers meneer Vijlbrief het eeuwige leven in deze Kamer, maar het is inderdaad toch beter om te bekijken hoe we dit kunnen borgen. Misschien kan de heer Vijlbrief bekijken hoe je het dan in wet- of regelgeving kunt vastleggen, om te zorgen dat niemand in de verleiding komt om hier in de toekomst anders mee om te gaan. Ik zie de heer Vijlbrief knikken. Is er een manier waarop we dat kunnen uitwerken?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, er is natuurlijk een manier: u kunt een motie aannemen. Het lijkt mij alleen zinvoller dat ik de reactie op het enquêterapport naar de Kamer stuur en er dan op terugkom. Daarin zal ik ook aangeven welke dingen ik doe wat betreft de borging.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Dank. Als dit expliciet aangegeven wordt …”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, zeker na dit debat kunnen we dat expliciet meenemen. Daarmee geef ik antwoord op de totaal terechte kritiek op de kosten per case of hoe je dat verder wil uitrekenen. Ik ben het totaal eens met de kritiek van deze en de andere Kamer daarover. Dat moet echt omlaag. €1,42 is erg hoog; laten we het daarop houden. Daar moet ik ook gewoon een doel op zetten. Ik zie de heer Otten al opstaan; ik dacht al dat hij dit een interessant onderwerp zou vinden. Ik denk dus dat het verstandig is dat ik ergens in het enquêterapport iets van een doel ga neerleggen. Zo doe je dat normaal gesproken ook in een organisatie: als je wil dat er iets gebeurt, zet je daar gewoon een target op. Dat moet hier ook, denk ik.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 18-19.

De heer Pijlman (D66):

“Ik hoop dat ik mijn vraag nog weet na deze interventie. Ik kom even terug op de overhead. In mijn bijdrage heb ik erop gewezen dat voor iedere euro die je uitkeert, 60% tot 70% aan overhead zit. Vandaag stond in het Dagblad van het Noorden dat er €1,42 extra is voor experts. U zei terecht dat u in de schaderegelingen een percentage wilt vastleggen. Waar denkt u dan aan? De normale overhead voor zoiets is tussen de 30% en 35%. Denkt u daaraan? Dat is één.

Twee. Dat betekent naar alle waarschijnlijkheid ook afslanking van de organisatie van het IMG. Daar werken nu al meer dan 800 mensen. Mijn pleidooi was om het geld dat daarmee vrijkomt te besteden aan schade.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 19.

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Dat zijn eigenlijk twee vragen in één. Over de vraag over de normen moet ik even nadenken. Daar ga ik nu geen antwoord op geven. De heer Pijlman heeft mij in het debat in ieder geval op het idee gebracht dat het verstandig is om daar iets van een doel op te zetten. Dat staat los van de verandering in de regelingen. Het tweede is het punt van de afslanking van het IMG. Misschien mag ik straks daar nog even op terugkomen, als ik iets ga zeggen over de organisatie van het IMG. Het is wel nadrukkelijk de bedoeling, als je minder experts et cetera gaat inzetten, dat het IMG daarmee kleiner kan worden. Overigens wordt daar ook veel ingehuurd, maar dat weet de heer Pijlman ook.”

De heer Pijlman (D66):

‘Ik kom nog even op het eerste punt terug. Op het tweede punt komt u straks zelf terug. Wilt u, wanneer u zo ver bent om dat percentage vast te leggen in de regeling, de Kamer daarover informeren?’

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, dat zeg ik graag toe. Ik denk dat we in de kabinetsreactie op het enquêterapport daar al iets over moeten zeggen, naar aanleiding van dit debat.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 22-23.

Mevrouw Gerkens (SP):

“Ik snap de overwegingen van de staatssecretaris. Tegelijkertijd kwam vandaag het bericht binnen dat per uitgekeerde euro het IMG €1,42 kwijt is. Dat is natuurlijk bizar. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat die kosten nog gedrukt worden?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 23.

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Dat punt hadden we net aan de orde. Ik ga het aantal experts terugbrengen bij het IMG en we gaan een norm zetten op de kosten die zij maken per geval.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 30-31.

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Een norm formuleren, dat vroeg de heer Pijlman. Ik ben het overigens eens met de opmerking van de heer Vos van de VVD. Ik denk dat ik het meer moet gaan neerzetten als een doel waarnaar men moet streven en daar een tijdpad bij geven. Dan voorkom je een beetje wat de heer Vos zei, dat je die organisatie puur op efficiency gaat managen. Dat was nou precies wat we niet wilden.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Evaluatie NPG (35.603/36.094) (T03600)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe dat de evaluatie van het NPG wat betreft de doelmatigheid en efficiency van de uitvoering van het NPG in de zomer van 2023 naar de Kamer gestuurd zal worden.


Kerngegevens

Nummer T03600
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen gaswinning
Groningen
Nationaal Programma Onderwijs
schade
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 7.

De heer Pijlman (D66):

(…)

“Dan het toekomstperspectief: het inlossen van de ereschuld aan Groningen. De regio heeft inmiddels een fors pakket aan wensen op tafel gelegd, oplopend tot in totaal 30 miljard, verspreid over een groot aantal jaren. U zult daarover in gesprek zijn of gaan met de bewoners. Voor ons geldt wel dat de bewoners er zelf direct van moeten gaan profiteren op economisch en sociaal gebied. Een evaluatie van de besteding van de gelden van het Nationaal Programma Groningen kan daarbij behulpzaam zijn. Ik ben daar namelijk heel kritisch op. Mijn indruk is dat ook aan dat programma veel bureaucratie kleeft. Het leidt bepaald niet overal tot versterking van de sociaal-economische infrastructuur. Dat is wat de bewoners van Groningen nu nodig hebben. Graag een reactie van de staatssecretaris.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 15.

De heer Pijlman (D66):

“Ik vroeg ook om een evaluatie van de besteding van de NPG-gelden. Dit is er annex mee. Misschien kan de staatssecretaris daarop reageren.”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ik vraag even aan de ambtenaren die meeluisteren of ze me dat kunnen aanreiken. Ik dacht dat er kort geleden een evaluatie is geweest. Die zal ik de Kamer graag doen toekomen. Ik dacht dat die er geweest is, maar ik vraag even om mij dat aan te reiken; er luistert vast wel iemand mee.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 25.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Dan de evaluatie van het NPG. Die had ik aan de heer Pijlman beloofd. Er is nu nog geen evaluatie. Ik was dus in dromenland. Momenteel wordt er in opdracht van het NPG een evaluatie voorbereid wat betreft de doelmatigheid en efficiency van de uitvoering van het NPG. Die zal dit jaar gereed zijn. Ik zal u die toesturen, evenals het jaarverslag. Dat is in de zomer van 2023.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Gesprekken coördinatiebesluit (35.603/36.094) (T03601)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat hij in gesprek zal treden met de NCG, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of de coördinatiebepaling een probleem oplevert en hoe dit kan worden opgelost. Hier wordt de provincie bij betrokken.


Kerngegevens

Nummer T03601
Status openstaand
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen gaswinning
Groningen
Nationaal Coördinator Groningen
Omgevingswet
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 2.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“De staatssecretaris heeft hierin de afgelopen periode al het voortouw genomen en dat siert hem oprecht, al zijn we er, gezien de voorbeelden die ik net noemde, blijkbaar nog niet. Want na alle behartenswaardige woorden over het luisteren naar Groningers en met name de lange ontwikkeltijd van de novelle riep het bij onze fractie toch wel wat verbazing op dat de regio aangeeft niet zo goed uit de voeten te kunnen met de coördinatiebepaling. Sterker nog, ze vinden die onwerkbaar. De bepaling, die op 1 januari in werking moet treden en de coördinatie van samenhangende besluiten regelt, betekent in de praktijk een enorme bureaucratisering, aldus partijen als de provincie en de NCG. De regio stelt dat die bepaling de bestaande samenwerking onwenselijk doorkruist en zelfs dat die zou moeten komen te vervallen. Kan de staatssecretaris vertellen hoe hij hiermee wil omgaan? Is hij bereid om, na overleg met de regio, bijvoorbeeld voor de zomer met een nieuw voorstel te komen dat wel de steun van de regio heeft en niet de nadelen die men daar ziet? Is hij wellicht bereid om de coördinatiebepaling op te schorten tot er een werkbaar alternatief is? Graag een reactie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 12-13.

De heer Atsma (CDA):

(…)

“Voorzitter. Dan een ander punt met betrekking tot de wet die nu voorligt. Dat heeft te maken met een recent aangenomen wet, namelijk de wet die betrekking heeft op wat collega Kluit van GroenLinks eerder naar voren bracht: de Omgevingswet stelt dat er sprake moet zijn van een coördinatiebepaling en een coördinatieregeling. Die is met alle goede bedoelingen in het leven geroepen, juist om het voor mensen en bedrijven makkelijker te maken, doordat ze maar bij één loket hoeven aan te kloppen en niet met ingewikkelde procedures van verschillende overheden geconfronteerd worden. Echter, nu zegt de provincie Groningen: "het is prachtig dat de Omgevingswet er is, maar zou het niet dienstig zijn om daar toch nog eens kritisch naar te kijken, omdat én de betrokken provincie — in dit geval Groningen — én de regio, de verschillende gemeenten en/of de waterschappen die in het gebied actief zijn, er niet om hebben gevraagd". Als je nu kijkt naar de positie van de gedupeerden, zou het best eens zo kunnen zijn dat de Omgevingswet en de coördinatiebepaling die daarin is verwoord, tot een onnodige vertraging leidt en tot nieuwe frustraties bij gedupeerden. Ik zeg dit ook in de richting van de heer Vos, want anders hadden we het wellicht nu niet geweten en is het dus misschien toch goed dat het hier nog even op tafel is gelegd. Dus de vraag van onze kant richting de staatssecretaris is of hij zou kunnen aangeven of die coördinatiebepaling voor dit specifieke geval wellicht buiten werking zou kunnen worden gesteld. En als dit niet kan, moet dit misschien via wetgeving worden georganiseerd. Ik kan me voorstellen dat, kijkend naar het argument dat de provincie Groningen in onze richting hanteert, die urgentie breed wordt gevoeld, zowel aan gene zijde als aan deze zijde. Desnoods zouden we dat via een motie aan de Kamer willen voorleggen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 24.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“De coördinatiebepaling regelt dat de vergunningverlening tegelijkertijd met het versterkingsbesluit wordt voorbereid. Hiermee wordt geborgd dat de eigenaar alleen met de NCG te maken heeft en niet ook nog een keer met de gemeente. Maar ik hoor ook dezelfde signalen, dus wat ik mevrouw Kluit wil toezeggen, is dat ik in overleg ga met de NCG, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of dit echt een probleem is en of ik dat eventueel op een andere manier kan borgen. Dat kan ik dus toezeggen.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Dat is hartstikke mooi. Ik denk ook aan de heer Atsma, die daar ook naar gevraagd heeft. En misschien kan ook de provincie daarbij betrokken worden, want met name de provincie maakt zich hier heel druk over.”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Dat zal ik graag doen.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Kijken naar mogelijke uitzondering ondertekenen akte van cessie (35.603/36.094) (T03602)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat in de kabinetsreactie, en anders in komende weken, gekeken wordt naar een mogelijke uitzondering in individuele gevallen op de verplichting om een akte van cessie te tekenen.


Kerngegevens

Nummer T03602
Status openstaand
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gaswinning
Groningen
procederen
versterking
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 2.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Dan ga ik op twee punten wat meer in detail in: de akte van cessie en de fiscale, financiële impact van de operatie. Allereerst die akte van cessie. Het is voor onze fracties best wel duidelijk waarom een akte van cessie nodig is. Tegelijkertijd horen wij in het gebied grote zorgen hierover. Het gaat niet zozeer om de juridische onderbouwing ervan, maar met name over de emotionele onderbouwing. Immers, stel dat je tien jaar tegen de NAM en de overheid hebt geprocedeerd en dat je geprobeerd hebt om daar erkenning voor te krijgen, terwijl tegelijkertijd de overheid jarenlang niet een betrouwbare partner voor jou is geweest. Dan is het voor sommige mensen heel moeilijk om afscheid te nemen van een claim op de NAM. De NCG verwacht aanzienlijke problemen in de voortgang hierdoor. Niet vanwege de juridische helderheid, maar juist vanwege die emotionele impact. Wij vragen ons af: kan dit nou niet anders? Is het nou niet mogelijk om in één keer voor al die betrokkenen in het gebied standaard de claim op de NAM over te nemen, waarbij een individuele burger desgewenst kan aangeven dat deze hem wil behouden? Dan hoeft niet iedereen individueel afscheid te nemen. Graag een antwoord.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 24.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Ik denk dat ik een heel eind ben. Ik moet nog iets zeggen over de akte van cessie. Mevrouw Kluit stelde voor om generiek alle vorderingen op de NAM over te dragen op de Staat. Je kunt je afvragen of je dat wilt. Er zijn misschien bewoners die dat niet willen. Ik ga kijken — ik ben bereid om dat toe te zeggen — of er ruimte is om in individuele gevallen een uitzondering te maken op de verplichting om een akte van cessie te tekenen. Zo zouden we het kunnen proberen te doen. Het kan zijn dat dat wettelijk geregeld moet worden. Ik hoop het niet, maar daar moet ik naar kijken.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Als ik het goed begrijp, zegt de staatssecretaris om het om te keren, dus om generiek te zeggen: we nemen afscheid, en als u het wil behouden, kan dat.”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ik moet me hier echt even in verdiepen en daarover gaan praten.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

‘Dat snap ik. Heeft de staatssecretaris enig idee hoelang dit nadenken duurt?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ik denk heel kort. Het liefst neem ik al deze dingen straks mee in de kabinetsreactie, want anders blijven we aan de gang. Het is eigenlijk de bedoeling dat dit de komende weken gebeurt.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Oké. Dan wacht ik nog even.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Opties voor schrijnende gevallen, uitwerking in kabinetsreactie op enquêtecommissie (35.603/36.094) (T03603)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Otten (Fractie-Otten) en Kluit (GroenLinks), toe dat er een oplossing komt voor schrijnende gevallen, bij sprake van willekeur, en dat hierop in wordt gegaan bij de reactie op de enquêtecommissie.


Kerngegevens

Nummer T03603
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gaswinning
Groningen
versterking
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 1.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Tot op de dag van vandaag worden dorpen en buren uit elkaar gedreven door de regels die de overheid in de schade- en versterkingsoperatie gebruikt. Vorige week vertelde een burgemeester mij nog het verhaal van een blok met 40 woningen, waarvan er bij 38 bevingsschade werd erkend; bij 2 was er sprake van thermische schade. Bij deze twee woningen komt het schadeherstel voor eigen rekening van de bewoners, omdat het thermische schade zou betreffen. Technisch zal het best kloppen, maar ik ben een politica, en ik kan het niet helpen om me af te vragen hoe de bewoners in deze twee woningen zich wel niet moeten voelen: al je buren worden door de overheid geholpen, ook bij de immateriële schade, maar jou rest niets anders dan een negatief bouwkundig stempel op je woning, met alle gevolgen voor de verkoopbaarheid daarvan van dien.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 2.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Voor de PvdA in de Tweede Kamer is het voortbestaan van die onnatuurlijke scheiding tussen schade- en versterkingsoperatie een belangrijke reden geweest om tegen het oorspronkelijke voorstel van de versterkingswet te stemmen. Kan de staatssecretaris daarom nog eens toelichten waarom die keuze gemaakt is en waarom die scheiding blijft bestaan? Hoe gaat hij ervoor zorgen dat de burgers hier echt geen overlast van krijgen en dat zich geen afstemmingsproblemen zullen voordoen?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 11

De heer Otten (Fractie-Otten):

(…)

“Voorzitter. Niet alleen gaat de schadeafwikkeling tergend langzaam en is die in het verleden op onbegrijpelijk incompetente wijze uitgevoerd, er is ook nog eens sprake van willekeur. In dorpen en in straten in het gaswinningsgebied komt het voor dat iedereen in de straat een ander bedrag ontvangt. Op nummer 1 krijgt men €150.000, op nummer 3 €50.000, op nummer 5 helemaal niks, al naar gelang welke formulieren wel en niet tijdig zijn ingeleverd. Op nummer 7 is het dossier zoekgeraakt bij de overheid et cetera et cetera. Het is totale willekeur. Ik verwijs ook naar het NRC-artikel van 22 februari 2023 over de Vinkenstraat in het Groningse dorpje 't Zandt, waarin staat dat iedereen in de Vinkenstraat anders behandeld werd. Dat is een straat met tien huizen, geloof ik. Werkelijk iedereen kreeg een andere behandeling. Het was volstrekte willekeur en chaos. Ongetwijfeld is dit ook bekend bij de staatssecretaris.

Voorzitter. Dit geeft aanleiding tot nog meer spanning en onzekerheid in Groningen, terwijl het heel eenvoudig opgelost kan worden, namelijk met een oplossing die ook in handelsverdragen wordt toegepast: de meestbegunstigingsclausule, of, zo u wilt, de most-favoured-nation clause, in het Engels. Deze zogenaamde MFN-clausule staat bijvoorbeeld in het General Agreement on Tariffs and Trade en andere handels- en belastingverdragen. De beste deal geldt dan automatisch ook voor alle anderen. Dat kost wel wat meer, maar dat lost een heleboel uitvoeringsproblemen op en vermindert heel snel de aanzienlijke spanning en onzekerheid in de Groningse dorpen. De provincie Groningen heeft inmiddels ook al 30 miljard euro schadevergoeding geclaimd — dat is al door meerdere sprekers gememoreerd — en dat is volkomen terecht. Het zou goed zijn om dit geld hiervoor aan te wenden, zodat de spanningen snel teruglopen. Wij overwegen hierover een motie in te dienen in tweede termijn.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 22

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“De heer Otten noemde de willekeur in de schadevergoeding. Net als bij het versterken is mij dat een doorn in het oog. De heer Otten noemde de "most favoured nation"-clausule. Hij zei: eigenlijk moet je bij iedereen doen wat je in het ruimste geval doet. Nou ja, tot op zekere hoogte, voorzitter. Mijn lijn bij de schade en bij het versterken is dat ik, als er verschillen optreden, de verschillen moet kunnen uitleggen op basis van objectieve gronden. Die moeten niet te maken hebben met willekeurig overheidsoptreden. Ik denk dat de heer Otten het met mij eens is dat dat uiteindelijk de leidraad moet zijn. Het moet objectief zijn wat je doet. Zoals iedereen hier in de Kamer weet, ben ik bezig om heel veel van die verschillen in de praktijk al weg te nemen. Ik heb een commissie ingesteld, de commissie-Van Geel, die mij nader gaat adviseren om hier zo consistent mogelijk in te opereren.

De heer Otten vroeg hoe het staat met de schadevergoeding. Ik geef hem even heel snel de getallen. Die zijn te vinden op de website van het IMG, maar ik kan ze eventueel ook op papier verstrekken. Fysieke schade nu in behandeling: bijna 19.000, op een totaal afgehandeld van bijna 200.000. Immateriële schade: rond de 5.000 in behandeling, op een totaal van 65.000. De waardedalingsregeling: rond de 1.500 in behandeling, op een totaal afgehandeld van 115.000.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Ik vroeg me af of in het antwoord aan de heer Otten ook mijn vraag was beantwoord over hoe om te gaan met sociale gevallen, zoals het geval van dat woningbouwblok met 40 woningen waarvan 2 woningen anders worden beoordeeld dan de rest.”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Goede vraag. Hetzelfde geldt voor huurwoningen. Het geldt ook voor sociale koopwoningen. Ik ben zelf heel veel in het gebied geweest en heb er heel veel gekeken. Samen met de wethouders uit de betrokken gemeenten bekijken we in hoeverre de verschillen binnen de "gespikkelde bestanden" uitlegbaar zijn. Zo heet dat in het jargon in Groningen; het zijn bestanden waarin sommige woningen wel gedaan zijn en andere niet. Anders ga je een beetje naar de "most favoured"-clausule waar de heer Otten het over had. Dan ga je iedereen het beste aanbieden. Dat zal de lijn gaan worden.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Ik ben iets minder thuis in dit soort terminologie. Zoals ik het begrijp, kan het dus mogelijk zijn dat als een gemeente zegt "dit kunnen wij niet uitleggen", er geld beschikbaar komt om deze woningen toch aan te pakken. Komt dat geld dan van het Rijk, of hoe komt het er dan?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Nu gaat mevrouw Kluit vragen naar de reactie op het enquêterapport. Wij geen het zo regelen dat zowel IMG, NCG als de gemeentes in Groningen voldoende budget hebben om dit soort dingen structureel aan te pakken. Zo willen we het gaan regelen, zodat het daar gebeurt. Ik kan het niet vanuit Den Haag. Meestal is het bij schade de combinatie van IMG en gemeente, eventueel. Bij versterken is het altijd de combinatie van NCG en gemeente.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Vat ik het dan goed samen als ik zeg dat in antwoord op de vragen de staatssecretaris toezegt dat er een regeling komt voor dit soort schrijnende gevallen en dat de uitwerking daarvan in de reactie op de enquêtecommissie staat?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, als het aan mij ligt, maar ik ben, nogmaals, aan het ontwerpen. Ik weet niet of ik een regeling ga maken of dat ik het gewoon mogelijk maak voor de betrokken instituties om het te regelen door ze financiële middelen te geven. Dat is, denk ik, de betere oplossing. Zoiets, ja.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Status IMG bekijken (35.603/36.094) (T03604)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens (SP), toe dat met betrekking tot het drukken van de kosten bij schadeverzoeken, gekeken moet worden naar de status van het IMG. Er zal gekeken worden of de zbo de juiste vorm is voor het IMG. De staatssecretaris wil ervoor zorgen dat de IMG en NCG dusdanig samenwerken dat het lijkt alsof er sprake is van één organisatie.


Kerngegevens

Nummer T03604
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden A.M.V. Gerkens (SP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen gaswinning
Groningen
Instituut Mijnbouwschade Groningen
schadeverzoeken
ZBO
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 7.

De heer Pijlman (D66):

(…)

“Voorzitter. Ik zei zonet: het Instituut Mijnbouwschade Groningen is een zbo. Ik ben blij dat u straks die aanwijsbevoegdheid krijgt, maar die is ook wel weer beperkt. De Nationaal Coördinator Groningen viel eerst onder Binnenlandse Zaken en nu onder Economische Zaken. Die houdt zich bezig met de versterkingsoperatie. In de voorliggende wet is geregeld dat de burger te maken krijgt met één loket, door intensieve samenwerking tussen de NCG en het IMG. Is dat wel genoeg, vraag ik me af. Je zou je ook voor kunnen stellen dat de NCG en het IMG opgaan in één uitvoeringsorganisatie, want schade en herstel liggen in elkaars verlengde. Zo is er ook rechtstreekse zeggenschap voor de politiek. Dat is meer dan één digitaal loket voor de burger, zoals nu de bedoeling is. Daar zitten overigens ook weer nadelen aan. Als je nu begint met het in elkaar schuiven van twee grote organisaties, dan kan dat er ook weer toe leiden dat men met zichzelf bezig is, waardoor er vertragingen ontstaan. Daarom vraag ik de staatssecretaris: zou u een onderzoek kunnen laten doen om alle voor- en nadelen om tot één uitvoeringsorganisatie te komen op een rijtje te zetten? Zou u dat deze Kamer toe willen laten komen? Wij zien veel voordelen aan één uitvoeringsorganisatie. Dat is echter wel alleen op papier, zeg ik er eerlijk bij. Nogmaals, we realiseren ons dat structuuringrepen tot vertragingen in de uitvoering kunnen leiden, en dat is wel het laatste dat we willen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 12.

De heer Atsma (CDA):

(…)

“Terug naar de voorliggende wet. De CDA-fractie vindt het, zoals ik al aangaf, van belang dat er zowel financieel-juridisch als technisch-inhoudelijk meer ruimte is voor ondersteuning voor gedupeerden. Tegelijkertijd zegt de CDA-fractie: als dat echt aan de orde is, hoe kunnen gedupeerden dan soms toch nog steeds met de vraag zitten bij wie ze terechtkunnen? Dan kom je inderdaad bij het fenomeen van de Nationaal Coördinator Groningen enerzijds en het Instituut Mijnbouwschade Groningen anderzijds. Ik zet ze niet tegenover elkaar. Ik noem ze alle twee in elkaars verlengde, maar stel wel met collega Pijlman de vraag of de voor gedupeerden zo gewenste duidelijkheid door die twee naast elkaar bestaande gremia wel volstrekt helder is. Daar komt inderdaad de vraag bij dat het IMG een zbo is, waardoor de directe invloed van de zijde van de staatssecretaris en van de overheid een ietwat andere is, of misschien wel een totaal andere is, dan wanneer je de zbo-status er niet aan zou hebben gegeven. Vandaar dat ook onze fractie de vraag aan de staatssecretaris wil stellen of het niet verstandig is om alle voor- en nadelen van de zbo-status van het Instituut Mijnbouwschade Groningen nog een keer in beeld te brengen en of dat dan wellicht niet tot de afweging, of zelfs tot de conclusie, zou leiden dat je daar een andere structuur onder moet leggen. Ik meen dat collega Pijlman daar ook op heeft gewezen in zijn bijdrage. Het zou wellicht zelfs een aanleiding kunnen zijn om dit door middel van een motie aan de Kamer voor te leggen, maar ik kan me ook voorstellen dat de staatssecretaris daar zelf een uitgesproken oordeel over heeft.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 22-23.

Mevrouw Gerkens (SP):

“Ik snap de overwegingen van de staatssecretaris. Tegelijkertijd kwam vandaag het bericht binnen dat per uitgekeerde euro het IMG €1,42 kwijt is. Dat is natuurlijk bizar. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat die kosten nog gedrukt worden?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 22-23.

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Dat punt hadden we net aan de orde. Ik ga het aantal experts terugbrengen bij het IMG en we gaan een norm zetten op de kosten die zij maken per geval. Het andere punt van mevrouw Gerkens begrijp ik. Hoe gaan we dat dan doen? Bijvoorbeeld door in de aardbevingsgemeenten altijd één loket te creëren van IMG en NCG. Voor zover dat er nog niet is, moet dat er komen. Bewoners moeten eigenlijk niet merken dat er achter de voordeur twee organisaties zitten. Zo zou je dat normaal gesproken ook in een commerciële organisatie doen als je denkt dat de kosten van de fusie erg hoog zijn.

Ik zeg er wel bij dat dat het volgende vereist. Dan ga ik toch maar even de link maken naar de status van de beide organisaties. NCG is een dienst van Economische Zaken. Het IMG is een zbo, een zelfstandige bestuursorganisatie. Het is goed om nog even de geschiedenis hiervan terug te halen. De Tweede Kamer — daarvan weet ik het zeker; van de Eerste Kamer niet — vond dat de schadeafhandeling zo veel mogelijk los moest staan van de Staat, omdat de Staat medeverantwoordelijk is voor de schade. Dat was op zich een valide redenering, maar die redenering zit mij op dit moment enorm in de weg. Tegen uw collega's, zeg ik tegen mevrouw Gerkens — met name tegen collega Beckerman, die ik zeer liefheb en die veel vragen stelt over schade en versterken — moet ik vaak zeggen dat ze het zelf moeten doen wanneer het over schade gaat; het is een zelfstandige bestuursorganisatie. Daarom is er nu een aanwijzingsbevoegdheid in de wet opgenomen. Maar ik neem de opmerkingen van de senatoren Pijlman en Atsma heel serieus. Ik denk dat het verstandig is om te kijken of het wijs is om deze bestuursvorm te handhaven. De vraag is dus of de zbo-vorm hier de juiste vorm is. Daar wil ik over toezeggen — dat zal ook terugkomen in de reactie van het kabinet op het enquêterapport — dat wij er apart naar zullen kijken of dat nou de wijze vorm is, want dat vergt een wetswijziging. Dat moeten we dus niet al te lichtzinnig doen.”

De voorzitter:

“Nog een vraag van mevrouw Gerkens hierover?”

Mevrouw Gerkens (SP):

“Ik kan de redenering van de staatssecretaris volledig volgen. Ik denk dat het heel veel kosten met zich mee zal brengen wanneer je zou gaan fuseren. Ik zou hem willen adviseren voorzichtig te zijn met structuurwijzigingen op dit moment, omdat die per definitie bij de overheid veel kosten met zich meebrengen. Maar ik heb dan wel de vraag of de staatssecretaris denkt dat dat ene loket kostenreductie teweeg zal kunnen brengen. En per wanneer gaat dat ene loket er komen?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ik zal aan de ambtenaren vragen om mij dat aan te reiken. Volgens mij is dat er in sommige gemeenten al. Verder hebben wij de dorpenaanpak, waarbinnen dat ene loket nog verder gaat, want daar is zowel IMG als NCG als de gemeente op elkaar geplakt. Daar is één loket waar iedereen met zijn of haar vragen terechtkan. Ik zal zo meteen even kijken of ik wat nader antwoord kan geven op die vraag.

Even kijken of ik hiermee eigenlijk heel veel vragen heb beantwoord. Samenvattend ben ik er een groot voorstander van dat die twee organisaties eigenlijk in de praktijk als één organisatie opereren en naadloos samenwerken achter één voordeur. Daarmee hoop ik dat ik de voordelen van samenwerking wel pak en de nadelen van een afgedwongen fusie niet krijg. Het is inderdaad een belangrijke vraag om daarvoor de status van het IMG nog te bekijken. Dat zal ik dus doen.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Brief blended finance voor de zomer (31.865) (T03684)

De minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prast (PvdD), toe dat de aangekondigde blended financebrief, aangaande Invest-NL en NGF, voor de zomer verwacht kan worden.


Kerngegevens

Nummer T03684
Status openstaand
Datum toezegging 4 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden Prof.dr. H.M. Prast (PvdD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Invest-NL
Nationaal Groeifonds, begroting
blended finance
Kamerstukken Verbetering verantwoording en begroting (31.865)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 25, item 3 - blz. 13

Mevrouw Prast (PvdD):

(…)

“Daarbij ben ik aangeland bij Invest-NL. De minister van Financiën schrijft in haar brief over samenhang en voortgang van fondsen uit juni 2022 dat er wordt bezien of gemengde financiering door Invest-NL en het Nationaal Groeifonds mogelijk is. Zij voegt daaraan toe dat deze cofinanciering een herijking zou vergen van enkele uitgangspunten, die zijn opgenomen in de toelichting bij de Machtigingswet oprichting Invest-NL. Hoe staat het hiermee? Welke betrokkenheid krijgen de Kamers bij een dergelijke herijking? Intussen hebben zowel het Groeifonds als Invest-NL geld gestopt in LeydenJar. Dat was voor de genoemde brief van de minister uit juni 2022. Hoe verklaart de minister dit? Graag een reactie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 25, item 8 - blz. 21

Minister Adriaansens:

(…)

“Voorzitter. Mevrouw Prast vroeg naar de status van de blended finance-brief die ik heb aangekondigd. Het klopt dat ik een brief heb toegezegd over de samenhang en de voortgang van de verschillende fondsen. In mijn geval gaat het over Invest-NL en NGF. Die brief kunt u voor de zomer verwachten. Wij zien daar overigens veel kansen, maar die zal ik in de brief beschrijven.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 25, item 8 - blz. 21-22

Mevrouw Prast (PvdD):

(…)

“Het volgende is mij nog niet helemaal duidelijk. In juni 2022 kregen we een brief waarin het volgende werd gezegd. Stel, je wil aan cofinance doen. Het gaat dan om zowel een begrotingsfonds als een revolverend fonds. Natuurlijk, in het ene geval heeft het een andere status dan in het andere geval. Je moet er iets voor terug in financieel rendement of niet. Als we dat willen doen — dat gaan we onderzoeken — dan betekent dat dat de uitgangspunten zoals neergelegd in de memorie van toelichting bij Invest-NL moeten worden herijkt. Dan verwacht ik dat je eerst gaat herijken. Vervolgens bespreek je dat met de Kamers. Die hebben namelijk ja gezegd tegen Invest-NL op basis van de uitgangspunten in de memorie van toelichting. Als dat oké is, dan ga je dat eventueel doen.

Ik heb opgemerkt dat dat al gebeurd is. De minister zegt: dat hebben we toch in de Miljoenennota verantwoord? Dat is toch iets anders dan zeggen: "Dat waren de uitgangspunten die zijn neergelegd in de memorie van toelichting bij de oprichting van Invest-NL. Wij willen die uitgangspunten nu herijken, omdat we het waardevol vinden om aan cofinancing te doen"? Dat wordt blended finance genoemd, geloof ik. Het gaat mij er niet om of ik voor of tegen blended finance ben. Het gaat mij om de procedure, om de betrekking van de Kamers hierin.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 25, item 8 - blz. 22.

Minister Adriaansens:

“We moeten oppassen dat we geen spraakverwarring krijgen. Dit zijn separate projecten geweest. Blended finance is het gezamenlijk financieren van één project met twee verschillende middelen. Aan dit project zitten twee kanten. De ene kant was het verstrekken van een aandelenkapitaal van 5 miljoen. Dat was een separate vraag. De andere kant was het ontwikkelen van R&D in het kader van het ecosysteem NXTGEN HIGHTECH. Dat zijn dus twee separate trajecten geweest. De regels en de voorwaarden die we bij Invest-NL en het Groeifonds hebben afgesproken, waren daarop van toepassing. Er is dus niets veranderd aan de positie van het parlement. Dat zou niet correct zijn. Dat is ook niet gebeurd.

Blended finance is een nieuwe financieringsvorm. Het komt voor dat een ecosysteem, bijvoorbeeld NXTGEN HIGHTECH, zowel een hele prille R&D-vraag die nog helemaal niet rendeert met welk perspectief dan ook, maar wel heel veel potentie heeft, als een wat meer marktgerichte vraag bevat. De vraag is of je die benaderingen dan niet kunt samennemen. Die vraag moeten we uitwerken. Die moet hier dan ook ter tafel komen, om te kijken of we daar de goede voorwaarden voor hanteren. Die hebben we nu echter niet vermengd.”

Mevrouw Prast (PvdD):

“Volgens mij is dit een mooi antwoord op mijn vraag. Ik begrijp daaruit dat de herijking — daar had ik het net over — ook in deze Kamer ter sprake zal komen.”

Minister Adriaansens:

“Ik zal de brief met uw Kamer delen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 25, item 8 - blz. 32

Minister Adriaansens:

“Voorzitter. Volgens mij zijn er nog twee vragen die zich aan mijn adres richten. Allereerst wees de heer Crone op de motie van Slootweg. Hij refereerde ook aan de RFL. De motie verzoekt om te onderzoeken op welke manier het overheidsinstrumentarium voor financiering en ondersteuning van innovatie en verduurzaming beter kan worden geconcentreerd. Wij zien blended finance als een manier om dat te doen. Daar kom ik in een brief dus nader op terug. Het kan in een structuuroplossing, maar het kan ook in een wijze van werken. Volgens mij is het belangrijkste dat in die motie gerefereerd wordt aan de toegankelijkheid, aan toegang voor het mkb. Met de heer Crone ben ik zeer gemotiveerd om ervoor te zorgen dat niet alleen de grote consortia toegang hebben tot het grote geld, maar dat juist ook de kleinere bedrijven hiervan meeprofiteren. Ik zie overigens bijvoorbeeld bij het Groeifonds dat er veel inspanningen worden gedaan, door RVO en andere betrokkenen, om ervoor te zorgen dat ook de kleinere ondernemingen in Nederland hierbij betrokken worden. Ik omarm dat en zal er bij de uitvoering ook veel aandacht aan besteden.”


Brondocumenten


Historie

  • 4 april 2023
    toezegging gedaan