Rappelabele toezeggingen Economische Zaken en Klimaat (2017-2024) (Vooruitblik september 2023)



Dit is het rappel vanaf 02-07-23 tot 02-01-24.

 




Toezegging Regelmatig evalueren van wetsvoorstel minimalisering gaswinning Groningen (34.957) (T02663)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe het wetsvoorstel Minimalisering gaswinning Groningen regelmatig omvattend en integraal te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar.


Kerngegevens

Nummer T02663
Status voldaan
Datum toezegging 9 oktober 2018
Deadline 1 januari 2024
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen evaluaties
gaswinning
Kamerstukken Minimalisering gaswinning Groningen (34.957)


Uit de stukken

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 6

De heer Ester (ChristenUnie):

(...)

Voorzitter, ik sluit af. De ChristenUnie-fractie steunt de insteek van de minister om de regie in dit netelige Groningse gasdossier naar zich toe te trekken en de gaswinning versneld af te bouwen. Het gaat om grote publieke belangen en dat behoeft stevige publieke sturing. De veiligheid van de Groningers moet hierbij leidend zijn. Nederland staat in het krijt bij Groningen, die schuld moeten we nu inlossen, zelfs letterlijk. Het vorige week verschenen Nationaal Programma Groningen, dat moet leiden tot een leefbaar, toekomstbestendig en veilig Groningen, vormt daarvoor, denken wij, een goede aftrap. Gezien dit brede belang wil ik de minister tot slot vragen, de werking van dit en de beide andere wetsvoorstellen grondig te evalueren. Zou hij dat kunnen toezeggen? Mijn fractie kijkt uit naar de beantwoording van onze vragen.

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 27

Minister Wiebes:

(...)

De heer Ester vraagt of ik het belang zie om dit wetsvoorstel te evalueren. Eigenlijk lijkt mij dat heel zinvol om te doen. Dat staat niet in de wet. Dus hierbij zullen we het van een toezegging van mijn kant moeten hebben, maar ik ben graag bereid die te doen. Een voor de hand liggende termijn is drie jaar. Er is overigens maar één operationele strategie helemaal vastgesteld en doorleefd en een tweede is in voorbereiding, maar misschien moeten we dat moment toch aangrijpen om er een eerste evaluatie aan te wagen. Dat lijkt mij een voor de hand liggende en in dit geval passende toezegging.

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 47

De heer Ester (ChristenUnie):

(...)

Ook dank voor zijn toezegging het wetsvoorstel regelmatig te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar. Ik neem aan dat die evaluatie echt omvattend en integraal zal zijn en dat daarbij de verschillende wegingscriteria worden bezien, met een nadruk op het veiligheidsperspectief. Ik zou de minister willen vragen dat in zijn tweede termijn te bevestigen.

(...)

Handelingen I, 2018/2019, nr. 3, item 7, blz. 54

Minister Wiebes:

(...)

Ik wil in de richting van de heer Ester graag bevestigen dat een evaluatie alleen zinvol is als die "omvattend en integraal" is, als ik die woorden van hem mag stelen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Betrokkenheid veldpartijen bij voorstellen eerste en tweede ronde (departementale route) (35.976) (T03456)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vendrik, toe om de aan de Tweede Kamer toegezegde brief inzake de betrokkenheid van veldpartijen bij de voorstellen uit de eerste en tweede ronde (van de departementale route) ook aan de Eerste Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T03456
Status voldaan
Datum toezegging 14 juni 2022
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen betrokkenheid veldpartijen
groeiplannen
Nationaal Groeifonds, begroting
Kamerstukken Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds (35.976)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 33, item 10 - blz. 16

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik snap allemaal wel hoe dit gaat, maar het punt is tweeërlei. Eén: destijds is door minister Hoekstra nadrukkelijk gezegd dat hij een fonds wilde, omdat de uitgaven die daaruit te doen zijn dermate belangrijk zijn — "het gaat over de toe- komst van Nederland"; we kunnen ons de teksten daarbij voorstellen — dat hij die wilde bewaken en wilde dat er een hek omheen staat. Twee jaar later is het hek open. Dit is nu één keer gebeurd, maar direct is er kennelijk weer een kans. Er komt vast weer een ronde voorbij. De vraag is dus wat dit nu eigenlijk betekent. We starten een fonds met het idee dat die uitgaven zo belangrijk zijn dat je ze echt een aparte status wilt geven — daar richt je een begrotingsfonds voor in — en bij de eerste de beste gelegenheid dat er echt bezuinigd moet worden, gaat het fonds ook meebetalen. Wat is dit allemaal waard? Wat zegt dit?

Minister Adriaansens:

Politiek is weerbarstig en het is niet de eerste de beste gelegenheid waarbij we hebben ingebroken, in beperkte mate overigens, op de omvang van het fonds. We hebben te maken met een coronacrisis waarvan we herstellen. We hebben te maken met een oorlog in Oekraïne. We hebben te maken met gigantische prijzen. Het zal de heer Vendrik niet ontgaan zijn dat er echt wel wat aan de hand is en dat de koopkracht in een aantal situaties, zeker bij de lage inkomens, onder druk staat. We hebben in het kabinet gemeend een belangenafweging te moeten maken en die heeft zo uitgepakt.

De vraag van de heer Vendrik was waarom niet transparant was hoe departementen hebben besloten welke voorstellen zijn ingediend. De departementen waren in de oude situatie, de situatie die tot rondes 1 en 2 hebben geleid, verantwoordelijk voor de indiening van de voorstellen voor de departementale route. Toen is er gebruikgemaakt van groeiplannen. Die groeiplannen en welke keuzes je daar kunt maken, zijn openbaar gemaakt. De departementen hebben vervolgens zelf de keuze gemaakt welke voorstellen zijn ingediend. Dat is inherent aan die departementale route. Aan alle indieners van de groeiplannen is teruggekoppeld of en waarom een voorstel al dan niet is verwerkt in een departementaal voorstel. Ik heb toen in het debat aan de Tweede Kamer toegezegd om eens nader op schrift te zetten hoe de veldpartijen bij die voorstellen zijn betrokken. Die brief komt er dus nog aan en die zal ik dan ook aan de Eerste Kamer sturen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Omgang met intellectueel eigendom in jaarlijkse verantwoording opnemen (35.976) (T03457)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vendrik (GL), toe om in de jaarlijkse verantwoording over de uitgaven ten laste van dit nieuwe begrotingsfonds standaard de omgang met Intellectueel Eigendom (IP) op te nemen. De omgang met IP dient in balans te zijn, er zal worden gekeken naar wat publiek toegankelijk kan worden gemaakt en naar wat echt noodzakelijk is om te beschermen.


Kerngegevens

Nummer T03457
Status voldaan
Datum toezegging 14 juni 2022
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen intellectueel eigendom
Nationaal Groeifonds, begroting
Kamerstukken Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds (35.976)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 33, item 10 - blz. 18 en 19

De heer Vendrik (GroenLinks):

Is het aan de adviescommissie en aan de adviescommissie alleen om hier een goede koers te varen? Of geeft het kabinet hier duidelijke gduiance mee, bijvoorbeeld: het is publiek, tenzij? Het is open source, tenzij een private partij een substantieel financieel belang heeft en op grond daarvan een deel van het intellectueel eigendom kan claimen. Wat is de guidance die de commissie hier meekrijgt?

Minister Adriaansens:

De guidance is het zoeken van de balans tussen dat wat publiek kan zijn en dat wat ook nog voldoende prikkel houdt voor bedrijven die betrokken zijn om te investeren. Dat is in iedere situatie anders. Het is dus niet "publiek, tenzij", want dan zou je dat laatste aspect vergeten. Dan ligt er veel te veel accent op het publiek toegankelijk maken. Dan heb je de private investeerders niet meer mee.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan is het dus aan de adviescommissie om te wegen hoe zij dat precies per project inregelt, afhankelijk van de participatie van een private partij. Is er dan nog een soort guidance aan die commissie? Wanneer zeg je nee? Wanneer vindt het kabinet dat het hier te ver gaat? Het gaat letterlijk om een miljardenbusiness.

Minister Adriaansens:

Ja, dat is correct. De suggestie die wordt gewekt, is dat de balans zal doorslaan naar het beschermen. Dat is niet zo. Ik denk dat het goed is om naar de voorstellen zelf te kijken. Het gaat daadwerkelijk over het zoeken van een balans. In de voorstellen die nu worden geaccordeerd, is dat ook zo. Sterker nog, als het niet voldoende is uitgewerkt ... Ik heb bijvoorbeeld bij RegMed XB — dat gaat over regeneratieve geneeskunde — gezien dat een onderdeel van dat voorstel is teruggegeven om de IP beter uit te werken. Het is zeer interessante informatie met heel veel waardevolle kennis. Er moet dus daadwerkelijk beter worden gekeken naar wat publiek toegankelijk kan worden gemaakt. Wat is echt noodzakelijk om te beschermen en wat kan veel breder worden toegepast? Ik noemde net bijvoorbeeld OncodePACT. Je ziet daarbij dat het gaat over een grote database en over de wijze waarop je omgaat met die gegevensverzameling. Een heel groot deel daarvan wordt heel breed toegepast. Dus in de praktijk, in de toepassing, zie je dat die balans wordt gezocht en in heel veel gevallen wordt gevonden. Maar het is natuurlijk altijd een afweging. Dat is correct.

De voorzitter: De heer Vendrik, tot slot

De heer Vendrik (GroenLinks):

Zou de minister willen toezeggen dat dit punt in de jaarlijkse verantwoording over de uitgaven ten laste van dit nieuwe begrotingsfonds standaard elke keer terugkomt?

Minister Adriaansens: Het lijkt me een heel goed idee om dat mee te nemen in de verantwoording.


Brondocumenten


Historie