Rappelabele toezeggingen Economische Zaken en Klimaat (2017-2024) (Rappel maart 2024)



Dit is het rappel tot 02-01-24.

 




Toezegging Betrokkenheid veldpartijen bij voorstellen eerste en tweede ronde (departementale route) (35.976) (T03456)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vendrik, toe om de aan de Tweede Kamer toegezegde brief inzake de betrokkenheid van veldpartijen bij de voorstellen uit de eerste en tweede ronde (van de departementale route) ook aan de Eerste Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T03456
Status voldaan
Datum toezegging 14 juni 2022
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen betrokkenheid veldpartijen
groeiplannen
Nationaal Groeifonds, begroting
Kamerstukken Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds (35.976)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 33, item 10 - blz. 16

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik snap allemaal wel hoe dit gaat, maar het punt is tweeërlei. Eén: destijds is door minister Hoekstra nadrukkelijk gezegd dat hij een fonds wilde, omdat de uitgaven die daaruit te doen zijn dermate belangrijk zijn — "het gaat over de toe- komst van Nederland"; we kunnen ons de teksten daarbij voorstellen — dat hij die wilde bewaken en wilde dat er een hek omheen staat. Twee jaar later is het hek open. Dit is nu één keer gebeurd, maar direct is er kennelijk weer een kans. Er komt vast weer een ronde voorbij. De vraag is dus wat dit nu eigenlijk betekent. We starten een fonds met het idee dat die uitgaven zo belangrijk zijn dat je ze echt een aparte status wilt geven — daar richt je een begrotingsfonds voor in — en bij de eerste de beste gelegenheid dat er echt bezuinigd moet worden, gaat het fonds ook meebetalen. Wat is dit allemaal waard? Wat zegt dit?

Minister Adriaansens:

Politiek is weerbarstig en het is niet de eerste de beste gelegenheid waarbij we hebben ingebroken, in beperkte mate overigens, op de omvang van het fonds. We hebben te maken met een coronacrisis waarvan we herstellen. We hebben te maken met een oorlog in Oekraïne. We hebben te maken met gigantische prijzen. Het zal de heer Vendrik niet ontgaan zijn dat er echt wel wat aan de hand is en dat de koopkracht in een aantal situaties, zeker bij de lage inkomens, onder druk staat. We hebben in het kabinet gemeend een belangenafweging te moeten maken en die heeft zo uitgepakt.

De vraag van de heer Vendrik was waarom niet transparant was hoe departementen hebben besloten welke voorstellen zijn ingediend. De departementen waren in de oude situatie, de situatie die tot rondes 1 en 2 hebben geleid, verantwoordelijk voor de indiening van de voorstellen voor de departementale route. Toen is er gebruikgemaakt van groeiplannen. Die groeiplannen en welke keuzes je daar kunt maken, zijn openbaar gemaakt. De departementen hebben vervolgens zelf de keuze gemaakt welke voorstellen zijn ingediend. Dat is inherent aan die departementale route. Aan alle indieners van de groeiplannen is teruggekoppeld of en waarom een voorstel al dan niet is verwerkt in een departementaal voorstel. Ik heb toen in het debat aan de Tweede Kamer toegezegd om eens nader op schrift te zetten hoe de veldpartijen bij die voorstellen zijn betrokken. Die brief komt er dus nog aan en die zal ik dan ook aan de Eerste Kamer sturen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging De optie van het worden van meerderheidsaandeelhouder bij één energiebedrijf wordt meegenomen in de uitwerking van de (Tweede Kamer) motie-Segers/Marijnissen (36.200) (T03507)

De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Mei Li Vos (PvdA), toe de optie van het worden van meerderheidsaandeelhouder bij één energiebedrijf wordt meegenomen in de uitwerking van de (Tweede Kamer)motie Segers-Marijnissen.


Kerngegevens

Nummer T03507
Status voldaan
Datum toezegging 18 oktober 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden dr. M.L. Vos (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen meerderheidsaandeelhouder
Motie-Segers/Marijnissen
optie één energiebedrijf
Kamerstukken Miljoenennota 2023 (36.200)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 2.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

(…)

“Voorzitter. Het is al door een paar voorgangers van mij gezegd: bij de Miljoenennota is er een discussie gestart over de rol van de overheid en de rol van de markt en de energiemarkt. Wij hebben 60 energiebedrijven. Die waren lastig aan te sturen. Ik wil de regering iets voorhouden. Stel dat we net als bij banken bij één energiebedrijf meerderheidsaandeelhouder zouden worden en dat we één energie- bedrijf als een soort benchmark in de markt kunnen neerzetten, een bedrijf dat bijvoorbeeld heel simpele contracten geeft en de tarieven bepaalt. Dan ben je de energiemarkt niet aan het nationaliseren, maar dan heb je een heel makkelijke sturing voor de energiemarkt. Als deze partij de tarieven verlaagt, kun je daar als consument heen of niet. Als dit energiebedrijf simpele contracten geeft, kun je daar ook heen. Dat is misschien een mooie tussenweg bij alle discussies over volledige nationalisatie, want dat is misschien niet mogelijk, maar dit is wel een manier. Dat doen we ook in de bankensector, want we hebben twee Staatsbanken. Ik weet niet of u dat weet. Dat zijn de Volksbank en de ABN AMRO en die kunnen ook geen gekke dingen doen. Laten we dus gaan voor één energiebedrijf en dat noemen we dan "Staatsenergiebedrijf het Vadertje". Wat vindt de regering van dit idee?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 56.

Minister Rutte:

(…)

“Verder geven we invulling aan de motie-Segers/Marijnissen uit de Algemene Politieke Beschouwingen van de Tweede Kamer, waardoor we meer fundamenteel gaan kijken hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen worden. Opnieuw, voorzitter, zonder ideologie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 4 item 12 - blz. 57.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

“Over dat energiebedrijf het Vadertje: het ging me er niet om om onze energievoorziening te nationaliseren of om überhaupt een energiebedrijf helemaal te nationaliseren. Het was in de context van de machteloosheid. Als je één energiebedrijf voor een gedeelte als een staatsdeelneming hebt, zoals je Schiphol hebt, een aantal banken en de BNG, heb je een makkelijke manier om te sturen. Dat maakt het voor de ACM ook makkelijker om te sturen. Je hoeft in feite niets meer te doen, omdat je met het energiebedrijf waar je een meerderheidsaandeel of in ieder geval een significant aandeel in hebt, veel makkelijker de norm kunt zetten. Het gaat om een sturingsmechanisme als benchmark. Dat was de vraag, niet om de hele energievoorziening te nationaliseren.”

Minister Rutte:

“Nee, dat snap ik. Maar nogmaals, het kost geld. We hebben naar aanleiding van de motie-Segers/Marijnissen in de Tweede Kamer toegezegd dat we zonder taboes nog eens meer ten principale naar de hele energiemarkt zullen kijken. Daarbij zullen dit soort dingen zeker aan de orde komen. Er zit geen ideologie achter dat het privaat moet zijn of publiek. Ook hier geldt dat het moet werken. Net zoals er geen liberale of socialistische lantaarnpalen zijn, zijn er ook geen liberale of socialistische energiebedrijven. Je moet de oplossing kiezen die het beste functioneert. Daar gaat we die verdere studie naar doen, maar nu energiebedrijven kopen, betekent grote uitgaven, met zeer beperkte effecten.”

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

“Zegt u nu toe dat dit middel — het is gewoon een sturingsmiddel — wordt meegenomen bij de uitwerking van de motie-Segers/Marijnissen?”

Minister Rutte:

“Dat zeg ik toe. We zullen de voor- en nadelen in kaart brengen. Ik weet niet of dat ambtelijk al onderdeel was, maar dat is bij dezen toegezegd.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Benadrukken optie tot eigen beheer bij directie NCG en in kabinetsreactie (35.603/36.094) (T03596)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe dat hij bij de directeur van de NCG zal benadrukken dat de mogelijkheid tot het eigen beheer van de versterking meer bekendheid moet krijgen. Ook zal de staatssecretaris dit meenemen in de kabinetsreactie.


Kerngegevens

Nummer T03596
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gaswinning
Groningen
Nationaal Coördinator Groningen
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 7

De heer Pijlman (D66):

(…)

“Voorzitter. De mogelijkheid voor een eigenaar om de opname, de beoordeling, het ontwerp van maatregelen en de versterking in eigen beheer uit te voeren, bestaat. De bewoner, de eigenaar, krijgt daar ook een vergoeding voor. Dat is heel goed. Mij blijkt echter dat de regeling niet echt bekend is. De regeling kan de versterking versnellen. Op welke wijze wilt u daar ook ruchtbaarheid aan geven in het gebied?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 30

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“was er nog een vraag van de heer Pijlman die ik inderdaad niet goed had beantwoord in de eerste termijn. Dat was de vraag of we de versterking in eigen beheer op een of andere manier nog breder kunnen neerzetten. Ik zal nog een keer bij de directeur van de NCG benadrukken dat dat meer bekendheid moet krijgen. Dit kan ik misschien nog meenemen in de kabinetsreactie om daar meer aandacht aan te geven. Dat zeg ik graag toe.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Evaluatie NPG (35.603/36.094) (T03600)

De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe dat de evaluatie van het NPG wat betreft de doelmatigheid en efficiency van de uitvoering van het NPG in de zomer van 2023 naar de Kamer gestuurd zal worden.


Kerngegevens

Nummer T03600
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen gaswinning
Groningen
Nationaal Programma Groningen
schade
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 7.

De heer Pijlman (D66):

(…)

“Dan het toekomstperspectief: het inlossen van de ereschuld aan Groningen. De regio heeft inmiddels een fors pakket aan wensen op tafel gelegd, oplopend tot in totaal 30 miljard, verspreid over een groot aantal jaren. U zult daarover in gesprek zijn of gaan met de bewoners. Voor ons geldt wel dat de bewoners er zelf direct van moeten gaan profiteren op economisch en sociaal gebied. Een evaluatie van de besteding van de gelden van het Nationaal Programma Groningen kan daarbij behulpzaam zijn. Ik ben daar namelijk heel kritisch op. Mijn indruk is dat ook aan dat programma veel bureaucratie kleeft. Het leidt bepaald niet overal tot versterking van de sociaal-economische infrastructuur. Dat is wat de bewoners van Groningen nu nodig hebben. Graag een reactie van de staatssecretaris.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 15.

De heer Pijlman (D66):

“Ik vroeg ook om een evaluatie van de besteding van de NPG-gelden. Dit is er annex mee. Misschien kan de staatssecretaris daarop reageren.”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ik vraag even aan de ambtenaren die meeluisteren of ze me dat kunnen aanreiken. Ik dacht dat er kort geleden een evaluatie is geweest. Die zal ik de Kamer graag doen toekomen. Ik dacht dat die er geweest is, maar ik vraag even om mij dat aan te reiken; er luistert vast wel iemand mee.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 25.

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Dan de evaluatie van het NPG. Die had ik aan de heer Pijlman beloofd. Er is nu nog geen evaluatie. Ik was dus in dromenland. Momenteel wordt er in opdracht van het NPG een evaluatie voorbereid wat betreft de doelmatigheid en efficiency van de uitvoering van het NPG. Die zal dit jaar gereed zijn. Ik zal u die toesturen, evenals het jaarverslag. Dat is in de zomer van 2023.”


Brondocumenten


Historie