Rappelabele toezeggingen Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024) (Rappel september 2021)



Dit is het rappel tot 02-07-21.

 




Toezegging Registratie aantal ritueel geslachte dieren en hoeveelheid geëxporteerd onbedwelmd ritueel geslacht vlees (31.571) (T01556)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Faber-van de Klashorst, toe de registratie van het totaal aantal ritueel geslachte dieren, gedifferentieerd naar diersoort, en van waarheen deze dieren geëxporteerd worden beter op orde te krijgen in de loop van 2013.


Kerngegevens

Nummer T01556
Status voldaan
Datum toezegging 12 juni 2012
Deadline 1 januari 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV)
Commissie commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen export
registratie
ritueel slachten
vlees
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Thieme over het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten (31.571)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 32, item 5 - blz. 46-48

Staatssecretaris Bleker:

Ik vind het wel zaak om de komende tijd de registratie van het totale aantal ritueel geslachte dieren, ook naar diersoort, beter op orde te krijgen. Mevrouw Thieme refereerde daaraan in het debat in de Tweede Kamer, ik ook. Wij hebben die registratie nu niet goed op orde. Met de erkenning kan de registratie worden verbeterd. Dan weten wij waar het gebeurt; dan is er toezicht. Daarmee kunnen wij de registratie van de aantallen

aanmerkelijk verbeteren. Die toezegging wil ik absoluut doen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Op welke termijn kunnen wij verwachten dat de registratie op orde komt?

Staatssecretaris Bleker:

In de loop van 2013 moet het gestalte krijgen. Dan is het convenant namelijk in werking getreden en weten wij in welke slachthuizen ritueel wordt geslacht en is er toezicht en monitoring mogelijk.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Kan de staatssecretaris dan ook gelijk in kaart laten brengen hoeveel onverdoofd geslacht vlees wordt geëxporteerd?

Staatssecretaris Bleker:

Ik wil wel een poging wagen om in kaart te brengen hoe dat er ongeveer uitziet en wat het verdere traject van producten is.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik houd niet zo van "een poging". Gaat de staatssecretaris het wel of niet doen?

Staatssecretaris Bleker:

Mevrouw Faber vroeg of ik het wil proberen. Het antwoord op die vraag is ja. En dat is een poging.

(...)

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Waarom wordt er meer onverdoofd geslacht dan nodig is voor de interne markt?

Staatssecretaris Bleker:

Mevrouw Thieme bevestigt net non-verbaal dat er door Nederlandse bedrijven halalgecertificeerd

vlees wordt geëxporteerd. Dat is geen klein beetje ook, dat zijn grote aantallen, bijvoorbeeld waar het gaat om kalfsvlees. Dat is voor het overgrote deel halalgecertificeerd, met bedwelming vooraf. Ik ben er zelf recent op bezoek geweest: veel landen in het Midden-Oosten blijken geïnteresseerd in dat product. De slachthuizen worden geïnspecteerd door religieuze vertegenwoordigers van de betreffende landen. Bedwelming houdt in: pen door de kop, waarna de verdere procedure plaatsvindt. Die religieuze vertegenwoordigers stellen vast dat dat halal-fähig is. Dat zit ook in die exportcijfers. Ik zeg de Kamer toe dat ik in de loop van 2013 een betere registratie wil van de aantallen onverdoofd ritueel geslachte dieren en waar ze naartoe gaan. Dan kan ik ook ingaan op uw concrete vooronderstellingen, niet nu.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Evaluatie PAS (33.669) (T02011)

De Staatssecretaris van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vlietstra, toe de evaluatie van de PAS na vijf jaar aan de Eerste Kamer te doen toekomen en om bij deze evaluatie ook de vergunningverlening en de efficiency daarvan mee te nemen.


Kerngegevens

Nummer T02011
Status voldaan
Datum toezegging 9 september 2014
Deadline 1 juli 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017)
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden J.G. Vlietstra (PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
programmatische aanpak stikstof
Kamerstukken Programmatische aanpak stikstof (33.669)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 39, item, 5, blz. 29

Staatssecretaris Dijksma:

Dan kom ik op de evaluatie. Na vijf jaar zal ik de PAS evalueren. Het gaat dan om het systeem als zodanig. Hoe het systeem zich verhoudt tot wat er in de natuur gebeurt, volgen we natuurlijk vanaf het begin. Daar wachten we niet mee. Het hele systeem in zijn totaliteit wil ik graag na vijf jaar samen met de andere bevoegde gezagen evalueren. Dat is ook ter voorbereiding op het volgende tijdpad in het programma. Die evaluatie zal ik uiteraard ook aan uw Kamer toezenden. Speciaal op verzoek van mevrouw Vlietstra zal ik uiteraard ook de vergunningverlening en de efficiency daarvan meenemen als onderdeel van de evaluatie. Het lijkt mij inderdaad heel verstandig om dat te doen. Doet het systeem wat het beoogd had te doen? Dat is immers een belangrijk punt.

Verslag schriftelijk overleg: Kamerstukken I , 2018-2019, M, blz.3.

Minister Schouten:

In de brief staat dat de vijfjaarstermijn waarin de evaluatie moet worden opgeleverd tot 1 januari 2020 loopt. Tijdens het wetgevingsdebat van 9 september 2014 in de Eerste Kamer is de termijn voor de evaluatie aan de orde gekomen. Daar is besproken dat de evaluatie na vijf jaar na inwerkingtreding van het programma zal worden uitgevoerd, oftewel, in het zesde jaar. Gezien de inwerkingtredingsdatum 1 juli 2015 is, was de beoogde periode voor de uitvoering van de evaluatie tussen 1 juli 2020 en 1 juli 2021. Gezien het ingrijpende karakter van de uitspraak van de Raad van State, wacht ik echter niet tot volgend jaar met het uitvoeren van de evaluatie. Ik ga daar nu mee aan de slag en verwacht u medio 2020 de evaluatie toe te kunnen sturen.

Het verzoek om de evaluatie uit te breiden met een onafhankelijke evaluatie van het wetstraject, ook in relatie tot de uitspraak van de Raad van State, neem ik over en ook deze evaluatie stuur ik u medio 2020 toe.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over drempelwaarde voor stikstofdepositie (35.347) (T02822)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Ballekom (VVD), toe de Kamer te informeren over het systeem van het invoeren van een drempelwaarde waaronder geen vergunning nodig is.


Kerngegevens

Nummer T02822
Status voldaan
Datum toezegging 17 december 2019
Deadline 1 juli 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden W.T. van Ballekom (VVD)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen drempelwaarden
stikstofdepositie
Kamerstukken Spoedwet aanpak stikstof (35.347)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 6.

De heer Van Ballekom (VVD):

(…)

Voorzitter, ten slotte. Het systeem van het invoeren van een drempelwaarde waaronder geen vergunning nodig is, is een aantrekkelijke. Het voorkomt rompslomp en irritatie, maar we moeten er natuurlijk wel zeker van zijn dat de regelgeving hieromtrent goed onderbouwd en juridisch houdbaar is. Over de mogelijkheden om met dit instrument te werken ontvangt de VVD te gelegener tijd graag informatie.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20, blz. 10.

Minister Schouten:

(…)

De heer van Ballekom vroeg ook of ik meer inzicht kan geven in de drempelwaarde en de mogelijkheid om zonder vergunning te werken. Hij zou meer informatie willen ontvangen als we daar meer van weten. Dat zeg ik hierbij toe. Zodra ik daar meer inzicht in heb, zal ik uw Kamer informeren over hoe we dat verder gaan aanpakken.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over besteding van de gelden voor de verbetering van natuur (35.347) (T02823)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Ballekom (VVD), Prins (CDA), Koole (PvdA) en Huizinga-Heringa (CU) toe de Kamer begin 2020 te informeren over de besteding van de 250 miljoen euro die door het kabinet beschikbaar is gesteld voor natuurherstel en -verbetering.


Kerngegevens

Nummer T02823
Status voldaan
Datum toezegging 17 december 2019
Deadline 1 juli 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden W.T. van Ballekom (VVD)
J.C. Huizinga-Heringa (ChristenUnie)
Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
G. Prins (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Natuurherstel
Kamerstukken Spoedwet aanpak stikstof (35.347)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 6.

De heer Van Ballekom (VVD):

Voorzitter. Nog even terugkomend op de verbetering van de natuur en de besteding van de gelden. Kan de minister ons daarover wat meer informatie verstrekken?

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 12.

Mevrouw Prins-Modderaar (CDA):

(…)

De CDA-fractie is verheugd over de extra 250 miljoen voor het herstel van diverse Natura 2000-gebieden. Kan de minister ons inzicht geven op basis van welke criteria deze Natura 2000-gebieden worden geselecteerd? Wordt hierbij rekening gehouden met de plannen die de minister met de Europese Commissie gaat bespreken inzake de mogelijkheden van samenvoegen en/of herindelen van Natura 2000-gebieden en de actualisatie van het doelensysteem van diverse Natura 2000-gebieden? Wij hechten eraan dat deze extra gelden effectief en dus ter versterking van die gebieden worden ingezet waarover geen enkele twijfel bestaat.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 26.

De heer Koole (PvdA):

(…)

De natuur is er echter zó beroerd aan toe dat voor een langere termijn extra investeringen in de natuur nodig zijn naar het oordeel van de PvdA-fractie. Het herstel van natuur en biodiversiteit is een kwestie van lange adem en vereist daarom snelle actie die lang wordt volgehouden. Daar is extra geld voor nodig. En daarom vroegen wij in de schriftelijke vragen de regering om, conform alweer een in de Tweede Kamer aangenomen motie-Moorlag, via een verhoging van de uitkering van het Provinciefonds structureel geld beschikbaar te stellen voor natuurbehoud en -herstel. Die vraag is niet beantwoord.

In de gisteravond laat ontvangen brief staat weliswaar dat het kabinet in 2020 een besluit zal nemen over meerjarige investeringen ten behoeve van natuur en biodiversiteit, maar een besluit kan alle kanten op gaan. Daarom vraag ik de minister onze schriftelijke vraag alsnog te beantwoorden.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 27.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

(…)

Voorzitter. Een ander punt is de 250 miljoen die vrijgemaakt wordt voor natuurherstel, een heel behoorlijk bedrag. Mijn fractie is er blij mee. Ik hoor graag hoe dat geld aangewend gaat worden om het natuurherstel te bewerkstelligen en op welke termijn de regering het denkt uit te geven. Kan de minister een schatting geven wat deze investering in concrete termen op zou kunnen leveren aan natuurherstel?

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20, blz. 12-13.

Minister Schouten:

(…)

Mevrouw Prins vraagt ook op basis van welke criteria de Natura 2000-gebieden worden geselecteerd voor de besteding van dat geld, dus van die 250 miljoen. En zij vraagt of ik daarbij ook rekening houd met de plannen voor de doorlichting van de Natura 2000, en met de gesprekken van de Europese Commissie hierover. Bij de besteding van de middelen wordt er gekeken naar de koppeling: waar kunnen we het snelst natuurwinst boeken? Dat heb ik gisteravond in de brief ook geschreven. We moeten nu gewoon eerst inzetten op de plekken waar we echt al eerste winst kunnen gaan boeken. Waar dat precies is, moet ik echt nog vaststellen, samen met de provincies. Want zoals u misschien weet, is het natuurbeleid gedecentraliseerd. De provincies gaan als eerste over het natuurbeleid. Ik ga dat dus ook samen met de provincies vormgeven. En ik zal bekijken wat er uit die doorlichting van die Natura 2000 komt. Daar zullen we dus de match ook proberen te maken.

Ook de heer Van Ballekom vraagt of ik meer inzicht kan geven in de besteding van de middelen voor de natuur, vooral bij gebieden met aanzienlijke opgaven. De gelden voor de natuurgebieden zijn ook onderdeel van het Natuurpact. Dat bestaat nu al. Daarnaast heeft het kabinet dus eenmalig 250 miljoen beschikbaar gesteld voor natuurherstel en -verbetering. En het kabinet overlegt daarover met de provincies. Wij hebben aan de Tweede Kamer toegezegd dat ik begin 2020 meer duidelijkheid zal bieden over de besteding, zodat we daar ook meer inzicht in gaan krijgen. Ik zal uw Kamer daarover ook informeren, zodat u daar ook kennis van kunt nemen.

(…)

Mevrouw Huizinga vraagt ook op welke termijn de middelen voor natuur worden uitgegeven en waaraan. Ik zal uw Kamer begin 2020 informeren over wat we van plan zijn. De precieze effecten voor het natuurherstel hangen ook af van de keuzes die bij de besteding van die middelen worden gemaakt, maar daarover zal ik u informeren.

De heer Koole heeft ook vragen gesteld over de extra middelen voor natuurherstel. Wanneer kunnen we daar meer inzicht in krijgen en hoe worden die extra middelen besteed? Begin 2020 zal ik u daar nader over informeren. We zijn nog te vroeg in het proces met de provincies om daar goed antwoord op te kunnen geven. Ik moet dat echt goed doorlopen met de provincies.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over plannen terugdringen van stikstofdepositie (35.347) (T02826)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Gurp (GroenLinks) en Koole (PvdA) toe de plannen naar de Kamer te sturen hoe het kabinet invulling wil geven aan het besluit in 2020 om stikstofdepositie terug te dringen en hoe het kabinet dat pad richting 2030 voor zich ziet.


Kerngegevens

Nummer T02826
Status voldaan
Datum toezegging 17 december 2019
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden drs. R. van Gurp (GroenLinks-PvdA)
J.C. Huizinga-Heringa (ChristenUnie)
Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen stikstof
Kamerstukken Spoedwet aanpak stikstof (35.347)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 9.

De heer Van Gurp (GroenLinks):

(…)

Iedereen begrijpt dat de problemen waar we het over hebben niet in een paar maanden zijn opgelost. Daarvoor hebben we het ook veel te ver laten komen. In het merendeel van de op land gelegen Natura 2000-gebieden is het stikstofgehalte veel en veel te hoog, met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit van de natuur die we willen beschermen. Dat is niet zo één-twee-drie omgekeerd.

Wat de samenleving wél mag verwachten is een aanpak die er een bijdrage aan levert, een aanpak waarin heldere doelen zijn gesteld op het gebied van natuurversterking, waarin heldere doelen zijn gesteld op het gebied van het terugdringen van stikstofdepositie, er ook een concreet tijdpad is om die doelen ook daadwerkelijk te halen en een hoofdlijn van maatregelen die daartoe kunnen bijdragen. Dat is een basis die ik vandaag had verwacht. Dan snap ik dat het allemaal nog niet precies afgerond is, maar dan heb je iets.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz.27.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

(…)

Mijn fractie zou graag van de minister het ontwerp van een structurele aanpak willen horen. Is zij bereid om een einddoel te formuleren wat betreft stikstofuitstoot en gezonde natuur? Kan zij ook een tijdstip noemen waarop dat doel bereikt zou moeten zijn, met op de weg daarnaartoe meetbare tussendoelen? Zo'n structurele aanpak biedt houvast en voorkomt dat we in de toekomst opnieuw in een situatie als de huidige verzeild raken. Daarmee handelen we ook in lijn met het advies van de Raad van State. Graag een reactie van de minister.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20, blz. 33.

Minister Schouten:

(…)

De heer Van Gurp heeft een aantal specifieke toezeggingen gevraagd, die ik heel specifiek probeer te beantwoorden. In de brief heb ik aangekondigd dat wij in 2020 willen aangeven hoe de vormgeving wordt bij het streefdoel richting 2030. De heer Van Gurp en eigenlijk ook mevrouw Huizinga vragen of daarbij concrete tussendoelen kunnen worden gesteld, of er een tijdpad kan worden aangegeven en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn. Ik kan toezeggen dat ik de plannen naar de Kamer zal sturen hoe wij invulling willen geven aan dat besluit in 2020 over hoe we dat pad richting 2030 voor ons zien, waarbij we ook tussendoelen zullen formuleren en zullen aangeven hoe we tussentijds monitoren of we op de goede weg zijn, ja of nee. Dan hebben we daar ook het tijdpad al bij.

Om exact aan te geven welke middelen erbij horen, vind ik ingewikkeld, want het gaat ook over kabinetsperiodes heen en het is niet alleen 2030. Ik hoop niet dat we zolang demissionair zijn, tegen die tijd, maar tegenwoordig is dat wat langer, dat weet ik ook. Op het punt van de middelen zoek ik nog even wat ruimte, maar ik kan toezeggen aan meneer Van Gurp, en daarmee ook aan mevrouw Huizinga, dat we het pad vormgeven, met tussendoelen, en kijken hoe we die goed kunnen monitoren.

De heer Van Gurp (GroenLinks):

Ik dank de minister voor de toezegging, want die komt inderdaad in de richting van wat ik graag wilde horen. Ik ben blij dat die als toezegging in het toezeggingenboek komt, maar ik weet niet hoe dat hier werkt. Dat kan geen kwaad.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20, blz. 36.

(…)

Minister Schouten:

Voorzitter. Dan kom ik bij de heer Koole. Die heeft heel minutieus proberen te onderbouwen hoe hij het debat heeft gewogen: welke elementen hij waardeerde en welke elementen hij onvoldoende vond. Hij heeft een aantal zaken geconstateerd, die ik inderdaad heb uitgesproken. Met name op het terrein van de controle vindt hij zaken nog onvoldoende. Dat geldt ook voor het tempo van bepaalde zaken, bijvoorbeeld de sanering van de varkenshouderij, die pas eind 2020 wat gaat opleveren. Met name over het geld … Ik probeerde een soort dans met de heer Koole te doen, maar ik geloof dat die wals nog niet helemaal is afgerond; laat ik het zo maar zeggen. Hij zei: kom nou gewoon met een plan voor hoe u dit allemaal vorm gaat geven. Ik heb net aangegeven hoe ik dat wil doen, mede naar aanleiding van de vragen van mevrouw Huizinga.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Voorhangen van ministeriële regelingen aanpak stikstof (35.347) (T02828)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Pijlman (D66) toe dat beide Kamers betrokken zullen worden bij het vervolg van de uitwerking van de ministeriële regelingen in het kader van aanpak stikstofproblematiek, zodat die ook bij beide Kamers worden voorgehangen.


Kerngegevens

Nummer T02828
Status voldaan
Datum toezegging 17 december 2019
Deadline 1 juli 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen stikstof
Kamerstukken Spoedwet aanpak stikstof (35.347)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 3, blz. 16.

De heer Pijlman (D66):

(…)

Voorzitter. Om dit pakket succesvol te laten zijn, moet er na het aannemen van deze wet nog een hele hoop gebeuren. Het is daarbij verstandig dat in meerdere amendementen is vastgelegd, onder andere door de heer De Groot, dat beide Kamers intensief bij het vervolg worden betrokken en dat ook de ministeriële regelingen in een voorhangprocedure aan dit huis worden voorgelegd. Ik krijg daar graag een bevestiging van. Het is ongebruikelijk maar in dit geval zeer gewenst. Wat kunnen wij de komende maanden tegemoet zien van het kabinet, vraag ik de minister.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20, blz. 6.

Minister Schouten:

(…)

De heer Pijlman vroeg of het klopt dat beide Kamers betrokken zullen worden bij het vervolg van de uitwerking van de ministeriële regelingen, zodat die ook bij beide Kamers worden voorgehangen. Hij vroeg wanneer de Kamer dit tegemoet kan zien. Ja, de beide Kamers zullen bij het vervolg worden betrokken. Bijvoorbeeld de veevoerregeling zal hier worden voorgehangen. Dat doen we ook juist om te laten zien dat de stappen die we zetten — uw Kamer vraagt nadrukkelijk naar de handhaafbaarheid, de uitvoerbaarheid en de rechtmatigheid van de maatregelen, en dat snap ik ook heel goed — stappen zijn waarvan u zichzelf kunt vergewissen of dat voldoende is om daarmee door te gaan. Dus wij zorgen dat dat voorgehangen wordt. Dat geldt overigens niet voor het stikstofregistratiesysteem, want dat systeem gaan we eigenlijk zo snel mogelijk in gang zetten, naar ik hoop per 1 januari, omdat we dat juist nodig hebben om al die andere stappen ook weer mogelijk te kunnen maken.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20, blz. 27.

De heer Pijlman (D66):

(…)

Dank ook voor de toezegging dat ook de ministeriële regelingen voorgehangen zullen worden. Dat is lang niet altijd zo. Dat is een uitzondering, maar in dit geval willen we, denk ik, allemaal heel graag betrokken worden.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Toesturen programma met het plan van aanpak uitvoering wet stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) (T03102)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe de Kamer voor de zomer van 2021 het programma te sturen waarin staat welke maatregelen ter uitvoering van de Wet stikstofproblematiek en natuurverbetering op welk moment hun beslag moeten krijgen.


Kerngegevens

Nummer T03102
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden mr. R.A. Janssen (SP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen stikstofproblematiek
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 7.

De heer Janssen (SP):

(…)

En wanneer komt het concrete plan van aanpak? Zo'n plan is een absolute voorwaarde om deze wet te doen slagen. Voor je het weet, lopen we achter de feiten aan, en dat mag niet gebeuren. Dat plan is er liever vandaag dan morgen, zou ik zeggen. Maar wanneer is het er dan wel? "Voor de zomer" zou wat mij betreft toch ook wel ongeveer de limiet zijn.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 13.

Minister Schouten:

(…)

Uw Kamer heeft mij ook gevraagd: wanneer weten we wanneer die maatregelen allemaal gerealiseerd moeten zijn? Dat zit in het programma dat wij op dit moment aan het opstellen zijn en dat voor de zomer zal moeten worden vastgesteld. Daarin staat welke maatregelen op welk moment hun beslag moeten krijgen, zodat in de monitoring en in de bijsturing daarnaar gekeken kan worden. Als je ziet dat je achterloopt, moet er een tandje bij. Op het moment dat je ziet dat bepaalde zaken niet gerealiseerd kunnen worden, zul je misschien ook moeten nadenken over alternatieven. Dat zit allemaal in het programma en dat wil ik uw Kamer voor de zomer doen toekomen, zodat u dat zelf ook kunt bekijken.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 47.

De heer Janssen (SP):

(…)

Voorzitter. Ik ben ook blij dat de minister zei dat het concrete programma voor de zomer komt. Ik denk dat het ook hoognodig is en dat we daar echt geen tijd meer mogen verspillen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Brief sturen aan individuele PAS-melders dat moet zorgen voor meer zekerheid bij de bank (35.600) (T03106)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe een brief te sturen naar de individuele PAS-melders, waaraan de bank kan zien dat er gewerkt wordt aan de vergunningaanvraag en dat de vergunning, op het moment dat de ruimte er is, verleend kan worden.


Kerngegevens

Nummer T03106
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen programmatische aanpak stikstof
stikstofproblematiek
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 20.

De heer Schalk (SGP):

(…)

De druk op de beschikbare stikstofruimte is groot, en met de recente Raad van State-uitspraken is die niet kleiner geworden. Kan de minister toezeggen dat pfas-knelgevallen met voorrang stikstofruimte toegekend zullen krijgen, en bovenaan de prioriteitenlijst staan? En wil de minister in samenwerking met provincies ervoor zorgen dat urgente knelgevallen met financieringsproblemen op korte termijn een vergunning krijgen, of als terugvaloptie een financiële garantstelling? Pfas-melders maken duizenden euro's aan adviseurskosten voor het indienen van alle gegevens; er zijn administratieve kosten, er moet een ecologische toets komen, de leges moeten betaald worden. Gaat de minister zorg dragen voor een vergoeding van deze kosten?

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 37.

Minister Schouten:

(…)

Dan kom ik bij de meldingen. Daar zijn veel vragen over gesteld, onder anderen door de heer Schalk. (…) De heer Schalk vraagt met name of ik kan toezeggen dat de PAS-knelgevallen met voorrang stikstofruimte toegekend krijgen. Hij noemde wat voorbeelden van wat echte knelgevallen zouden zijn. Laat ik het zo zeggen: ik herken het probleem en ik hoor daar ook van. Ik heb onlangs zelf ook een gesprek gehad met een aantal PAS-melders over problemen waar zij tegen aanlopen bij de financiering, de banken et cetera. Heel specifiek zijn er nu ook boeren die iets nodig hebben, waardoor ze nu niet verder komen. Ik kan in dat kader twee toezeggingen doen. Nadat een melding is geverifieerd, wordt aan de individuele melder een brief gestuurd met de uitkomst van die verificatie. De melders sturen nu hun gegevens in bij ons. Wij checken die en kunnen dan vaststellen: hier moet nog ruimte gezocht worden om een melding te legaliseren. Soms hoeft dat niet en kunnen we sowieso al vaststellen dat de melding gelegaliseerd kan worden. Soms moet dat wel en dan kunnen we zeggen: we hebben uw verzoek in behandeling. Ik weet niet precies hoe we dat gaan omschrijven, maar in die sfeer. Dat laten we weten aan de betreffende melder. Die kan dan met zo'n brief naar de bank, zodat die kan zien dat eraan gewerkt wordt en dat de vergunning, op het moment dat de ruimte er is, verleend kan worden. Dat geeft een stukje meer zekerheid.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 50.

De heer Schalk (SGP):

(…)

Ook dank voor de toezegging over hoe om te gaan met knelgevallen, zodra ze geverifieerd zijn, en voor de gesprekken met de banken op dit terrein. Ik denk dat dat een goede stut is voor de boeren die hiermee worstelen.


Uit de stukken

Handelingen ..., nr. .., blz. ..

Blz. ..

(...)


Brondocumenten


Historie







Toezegging Met banken in gesprek blijven om zekerheid te geven bij PAS-knelgevallen (35.600) (T03107)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe met banken in gesprek blijven om hen meer zekerheid te geven bij PAS-knelgevallen.


Kerngegevens

Nummer T03107
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen programmatische aanpak stikstof
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 20.

De heer Schalk (SGP):

(…)

Voorzitter. Als de wet alleen maar die percentages in zich had, zou mijn partij er al snel mee klaar zijn geweest, wellicht. Maar er is nog een ander element in deze wet ingebouwd, waardoor de problemen opgelost kunnen worden; en dan doel ik uiteraard op de pfas-knelgevallen. Die moeten juridisch geholpen worden door de legalisatie. Die rechtszekerheid hebben ze nodig, omdat ze anders financieel te kwetsbaar zullen zijn. Ze komen helemaal niet toe aan innoveren als er geen ruimte is om te investeren. Bedrijven die te maken hebben met knelgevallenproblematiek zijn in feite vleugellam. Is de veronderstelling juist dat de wettelijke borging van het legaliseren van knelgevallen bijdraagt aan meer rechtszekerheid voor deze ondernemers, ook richting banken, zo is mijn vraag. Veel boeren die te goeder trouw hebben gehandeld, verkeren in grote onzekerheid, soms omdat de bank de handen van het bedrijf dreigt af te trekken, of omdat een bedrijfsovername opgeschort wordt. Innoveren en verduurzamen is er al helemaal niet bij. Die bedrijven verdienen met voorrang meer rechtszekerheid.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 37.

Minister Schouten:

(…)

Dan kom ik bij de meldingen. Daar zijn veel vragen over gesteld, onder anderen door de heer Schalk.

(…)

Tegelijkertijd blijf ik met de banken in gesprek om te kijken wat er nog meer voor nodig is om hun de zekerheid te geven waar ze om vragen. Daarvoor bekijk ik alle mogelijke opties die er zijn. Ik hou dus alles ondersteboven om te zien wat helpt. Ik zie het probleem en zie tegen welke acute zaken we aan lopen. Maar als ik nu zeg dat de knelgevallen zich kunnen melden, dan denk ik dat er zomaar een paar duizend knelgevallen zich komen melden, want iedereen noemt zichzelf een knelgeval. We moeten dus even goed kijken wat de vraagstukken zijn die er heel specifiek uitgelicht moeten worden. Maar met zo'n brief en een gesprek met de banken en door ook nog kijken wat er in bepaalde gevallen echt nodig is, proberen we al een stukje maatwerk te leveren, om het zo maar te zeggen. De beste vorm die er is, is legaliseren. Maar we weten dat het tijd kan kosten voordat het allemaal rond is.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 50.

De heer Schalk (SGP):

(…)

Ook dank voor de toezegging over hoe om te gaan met knelgevallen, zodra ze geverifieerd zijn, en voor de gesprekken met de banken op dit terrein. Ik denk dat dat een goede stut is voor de boeren die hiermee worstelen.


Brondocumenten


Historie