Toezegging Onderzoek nabestaanden (34333, C) (T02403)
De minister van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten, informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar nabestaanden die als gevolg van het overlijden van de partner niet meer verdragsgerechtigd zijn, omdat zij een niet-wettelijk nabestaandenpensioen ontvangen.
Nummer | T02403 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 14 februari 2017 |
Deadline | 1 juli 2018 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Medische Zorg en Sport |
Kamerleden | M.G.H.C. Oomen-Ruijten (CDA) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | (Nadere) Memorie van antwoord |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | nabestaanden nabestaandenpensioen verdragsgerechtigden |
Kamerstukken | Grensoverschrijdende zorg (34.333) |
Kamerstukken I 2016/2017, 34 333, C, p. 5
De leden van de CDA-fractie vragen aandacht voor de situatie van nabestaanden. Het komt voor dat een verdragsgerechtigde als gevolg van het overlijden van de partner de status van verdragsgerechtigde verliest. Dit gebeurt als de nabestaande een niet-wettelijk nabestaandenpensioen ontvangt. Niet-wettelijke nabestaandenpensioenen zijn namelijk niet opgenomen in Bijlage XI van Verordening (EG) nr. 883/2004. Bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd herkrijgt de nabestaande de status van verdragsgerechtigde. De leden van het CDA vragen of het nabestaanden-/bedrijfspensioen ter voorkoming van deze ongewenste switch ook kan worden opgenomen in Bijlage XI.
De regering is bereid de wenselijkheid van dit verzoek nader te onderzoeken. Aangezien dit onderwerp buiten de orde van het voorliggende wetsvoorstel valt, zal uw Kamer separaat over de uitkomst van dit onderzoek worden geïnformeerd.
Brondocumenten
-
memorie van antwoord EK, C
-
11 september 2018
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
5 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister voor Medische Zorg en Sport over het niet-wettelijk nabestaandenpensioen
voor kennisgeving aangenomen op 11 september 2018
EK, F
-
-
3 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
19 juni 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 juni 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
16 april 2018
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Medische Zorg en Sport -
16 april 2018
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
10 april 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
27 maart 2018
nieuwe deadline: 1 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 maart 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 februari 2017
toezegging gedaan
Toezegging Regie eerstelijnszorg (34.775) (T02504)
De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth (PvdA), toe een brief over regie en coördinatie in de eerstelijnszorg naar de Kamer te sturen.
Nummer | T02504 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 5 december 2017 |
Deadline | 1 juli 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Hoofdverantwoordelijke) Minister voor Medische Zorg en Sport Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Kamerleden | Drs. M.A.M. Barth (PvdA) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | coördinatie eerstelijnszorg regie |
Kamerstukken | Miljoenennota 2018 (34.775) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 11, item 6 - blz. 6
Mevrouw Barth (PvdA): Dan de eerste lijn in de gezondheidszorg. We naderden elkaar heel dicht, maar ik hoorde net niet de paar toverwoorden waar ik echt blij van zou zijn geworden, namelijk: regie, coördinatie en een heel proactieve houding. Ik heb er even aan gedacht om daarover een motie in te dienen, maar dat zou weer geen rechtdoen aan de mate waarin de minister-president mij in de eerste termijn tegemoetgekomen is. Daarom vraag ik de minister-president of hij ons hierover een brief zou willen sturen, waarin hij zou kunnen aangeven hoe de regie in, en de coördinatie op die eerste lijn in de zorg eruit gaat ziet. Dan geef ik de minister-president ook maar even mee: ik heb hem in zijn eerste termijn drie, vier, misschien wel vijf keer horen zeggen dat hij geen brieven aan ons wil sturen, want dat zou het ambtelijk apparaat te veel belasten. Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat een storend vlekje op de hoge kwaliteit van de beantwoording van de minister-president vond. Want zeker hier in de Eerste Kamer zijn wij voor onze informatievoorziening toch echt voor een groot deel afhankelijk van het kabinet. En de ambtelijke ondersteuning die het kabinet heeft, is toch echt vele, vele, vele malen groter dan de ambtelijke ondersteuning die wij in de Eerste Kamer hebben. Dus ik hoop dat de minister-president bereid is om die brief over de coördinatie in de eerste lijn naar ons te sturen.
(...)
Handelingen I 2017-2018, nr. 11, item 6 - blz. 13
Minister Rutte: Dan heeft mevrouw Barth ook gevraagd, net in de tweede termijn, om een brief over de coördinatie, c.q. regie op de eerste lijn. Zij heeft gewezen op het belang van samenwerking in de eerste lijn, het bij elkaar brengen van partijen als huisartsen, gemeenten, GGZ-aanbieders et cetera en hoe dit te doen. Zij verzoekt daarbij om een brief. En alhoewel zij volkomen gelijk heeft dat ik geen groot liefhebber ben van het sturen van brieven ga ik hier door de knieën en kan ik toezeggen dat mijn collega's van VWS zo'n brief gaan sturen.
Brondocumenten
-
voortzetting Algemene politieke beschouwingen Verslag EK 2017/2018, nr. 11, item 6
-
2 oktober 2018
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
3 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 december 2017
toezegging gedaan
Toezegging Kwaliteitsstandaard (33.506) (T02591)
De Minister voor Medische Zorg en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Don en Nooren, toe met het veld in gesprek te gaan over de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de positie van nabestaanden en artsen, teneinde te komen tot een kwaliteitsstandaard. Het gebruik van de kwaliteitsstandaard zal worden verankerd in een AMvB.
Nummer | T02591 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 13 februari 2018 |
Deadline | 1 juli 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Medische Zorg en Sport |
Kamerleden | H.M. Don (SP) Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | artsen kwaliteitsstandaarden nabestaanden orgaandonaties |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Pia Dijkstra over het opnemen van een actief donorregistratiesysteem (33.506) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, blz. 37
Minister Bruins:
Dan de volgende vraag van de SP-fractie. De minister zegt dat de ervaring van nabestaanden een rol krijgt in de veldnorm. Heeft de minister een idee welke plek nabestaanden krijgen in die veldnorm? Gehoord het debat denk ik dat het goed is om nabestaanden bij het formuleren van die veldnorm te betrekken. Ik wil nog even langer nadenken over de vraag wie dat dan precies moeten zijn, na het debatje met mevrouw Nooren. Maar ik denk dat het goed is dat we de nabestaanden daarin een rol geven als de Kamer het wetsvoorstel aanneemt.
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, blz. 38
Minister Bruins:
Dan nog een opmerking over de motie. Daar zitten twee verzoeken in. Het ene is, in overleg te treden met het veld. Eigenlijk heeft mevrouw Dijkstra in haar brief naar aanleiding van het debat in eerste termijn een passage opgenomen over wat VWS gaat initiëren, namelijk overleg met het veld. Daaruit komt een resultaat. Als de wens is om dat resultaat in een kwaliteitsstandaard te verankeren, lijkt mij dat een goed idee. Mevrouw Dijkstra zegt nog preciezer dan ik het nu doe dat het belang van het overleg met het veld wel vooropstaat, dat moet eerst. Uiteindelijk leidt dat tot een resultaat, welk resultaat we zouden kunnen verankeren.
[...]
In eerste termijn ging het met name over het begrip "veldnorm", waarbij het veld nogal eng werd gedefinieerd als "de professionals in het veld". Ik begrijp naar aanleiding van deze tweede termijn goed dat het begrip "kwaliteitsstandaard" beoogt om niet alleen het professionele veld, de artsen, maar ook andere partijen daarbij te betrekken. Dat lijkt mij een prima idee, voorzitter
Handelingen I 2017-2018, nr. 19- item 7, blz. 1
Mevrouw Nooren (PvdA):
De Kamerleden hebben er kennis van kunnen nemen dat er in de afgelopen week contact is geweest tussen de griffier en mij over de motie die in tweede termijn is ingediend. Dat is voor mijn fractie aanleiding geweest om de motie aan te passen teneinde volstrekt duidelijk te laten zijn dat wij met de motie beogen om via artikel 23, lid 3 te bewerkstelligen dat de minister met het veld in overleg gaat om een kwaliteitsstandaard op te stellen, die relevant is voor de uitvoeringspraktijk in het kader van de Wet op de orgaandonatie.
Handelingen I 2017-2018, nr. 19- item 7, blz. 13
Minister Bruins:
De oorspronkelijke motie strekte ertoe om in de kwaliteitsstandaard te laten opnemen dat een arts niet overgaat tot orgaandonatie als er geen nabestaanden zijn of als nabestaanden ernstige bezwaren tegen donatie hebben. Ik constateer dat de aangepaste motie nu verzoekt de rolverdeling tussen arts en nabestaanden vast te leggen. De aangepaste motie sluit aan bij mijn eerdere toezegging in de Eerste Kamer. Ik heb daarbij benadrukt dat ik over het ontwikkelen van een kwaliteitsstandaard graag in overleg ga met het veld. Naar mijn mening zijn de wijzigingen niet van dien aard dat het eerdere oordeel over de motie moet worden gewijzigd. Het kabinet laat het oordeel over de motie dus over aan uw Kamer.
Handelingen I 2017-2018, nr. 19- item 7, blz. 14/15
Minister Bruins:
Over de kwaliteitsstandaard zullen we gaan spreken met de artsen, met patiënten, met zorgverzekeraars. Om dat nog eventjes rond te maken: uiteindelijk wordt de kwaliteitsstandaard verwerkt in de ziekenhuisprotocollen. Dus er is een wet. Die geeft aan dat er een AMvB is en de AMvB geeft aan dat er een kwaliteitsstandaard komt. Dat ligt vast. Ik zie wel dat in de toekomst, maar ik wil niet op de zaken vooruitlopen, een kwaliteitsstandaard door de jaren heen kan worden ontwikkeld.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 19, item 7
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 18, item 4
-
-
2 oktober 2018
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
11 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Medische Zorg en Sport over de stand van zaken ten aanzien van de implementatie Actief Donorregistratiesysteem (ADR)
voor kennisgeving aangenomen op 2 oktober 2018
EK, W
-
-
13 februari 2018
toezegging gedaan
Toezegging Voorlichting kwetsbare groepen (33.506) (T02595)
De Minister voor Medische Zorg en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Nooren en Strik, toe om in het kader van de voorlichting aan mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden de pilots met een individuele benadering te blijven volgen en bij de ontwikkeling van de voorlichting ook de mensen die de kwetsbare groepen vertegenwoordigen, te betrekken.
Nummer | T02595 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 februari 2018 |
Deadline | 1 januari 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Medische Zorg en Sport |
Kamerleden | Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA) mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | informatievoorziening kwetsbare groepen orgaandonaties voorlichting |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Pia Dijkstra over het opnemen van een actief donorregistratiesysteem (33.506) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 17- item 3, blz. 12
Mevrouw Nooren (PvdA):
Graag een toelichting van de minister hoe hij aankijkt tegen de aanbevelingen uit het WRR-rapport. Is hij bijvoorbeeld bereid het voorstel dat daarin gedaan wordt om mensen actief en persoonlijk te benaderen, over te nemen? Zou er niet — in lijn met de adviezen uit het WRR-rapport — voor de invoering van het wetsvoorstel nader onderzoek, c.q. een pilot nodig zijn om beter zicht te krijgen op de vraag welke manier van voorlichten, informeren en begeleiden effectief is?
Handelingen I 2017-2018, nr. 17- item 6, blz. 14
Mevrouw Strik (GroenLinks):
Voorzitter, dan nog zal schriftelijke informatie, zelfs als ze wordt aangevuld met audiovisueel materiaal, niet altijd leiden tot een besef van de gevolgen en de mogelijkheid om te kiezen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau, waar al eerder naar verwezen is, waarschuwde onlangs nog voor nieuwe scheidslijnen in onze samenleving.
Niet iedereen begrijpt overheidssystemen en -regelingen, niet iedereen is in staat tot zelfregie en zelfredzaamheid. In sommige situaties zal die bewustwording pas plaatsvinden bij een individuele benadering, bijvoorbeeld een gesprek. Daarin is nu niet expliciet voorzien. Hoe kijken de minister en de initiatiefneemster hiertegen aan en welke beroepsgroep zou hier een rol in kunnen spelen? Zou de huisarts wellichtmensen kunnen bijstaan waarvan hij het vermoeden heeft dat ze de gevolgen van een keuze niet zomaar overzien?
Handelingen I 2017-2018, nr. 17- item 6, blz. 56
Minister Bruins:
Er is gevraagd of, in lijn met de adviezen uit het WRR-rapport, voor de invoering van het wetsvoorstel nader onderzoek of een pilot nodig zou zijn om beter inzicht te krijgen in effectieve manieren van voorlichten, informeren en begeleiden. Mijn antwoord zou zijn: voor bepaalde doelgroepen kan een persoonlijke benadering een goede werkwijze zijn, maar om in deze fase een pilot te starten, past niet bij de bij de fase waarin het wetsvoorstel zich bevindt.
Handelingen I 2017-2018, nr. 17- item 6, blz. 57
Minister Bruins:
De fractie van GroenLinks, mevrouw Strik. [...] Dan de tweede vraag. Erkent de minister dat individuele benadering, zoals een gesprek, van belang is en welke beroepsgroepen kunnen hierin een rol spelen? Ik heb mij laten vertellen dat die individuele benadering al in pilotvorm in Den Bosch plaatsvindt. Dat gaat voorlopig via de Nederlandse Transplantatie Stichting. Daar heb ik nog geen resultaten van. Maar ik volg dat nauwgezet, want zo'n individuele benadering kan vruchtbaar zijn.
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, blz. 5
Mevrouw Nooren (PvdA):
Wat betreft de kwaliteit van de voorlichting heeft mijn fractie nog een vraag aan de minister over de informatieverstrekking aan en ondersteuning van mensen met verminderd "doenvermogen". Voor mensen met een lichtverstandelijke beperking, psychische problemen en/of schulden is in de voorlichting een aanpak op maat nodig, evenals voor de mensen die — zoals de minister in de eerste termijn al aangaf — laaggeletterd zijn of een zintuiglijke beperking hebben. Wij zijn blij met de toezegging van de minister dat deze mensen, indien nodig, individueel benaderd worden en ondersteuning krijgen bij het vastleggen van hun wens wat betreft het donorschap in het Donorregister.
We vinden het goed dat hij bij het ontwikkelen van de voorlichting partijen als Pharos en de Stichting Lezen & Schrijven betrekt, die ervaring hebben met gezondheidsvoorlichting aan mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Het lijkt mijn fractie goed dat ook mensen die de kwetsbare groepen zelf vertegenwoordigen en er dagelijks mee werken, erbij betrokken worden. Mijn fractie denkt daarbij bijvoorbeeld aan Ieder(in), het Landelijk Platform GGZ, de Oogvereniging en MEE NL. Graag een reactie van de minister op dit punt
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, 35
Minister Bruins:
Dan de vraag van mevrouw Nooren over de groep met een beperkt doenvermogen. Zij stelt voor om naast partijen zoals Pharos en de Stichting Lezen & Schrijven ook de Landelijke vereniging POH-GGZ erbij te betrekken. Dat lijkt mij prima.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 18, item 4
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 17, item 6
-
behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 17, item 3
-
16 november 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
9 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van VWS over afronding implementatie nieuwe Donorwet
voor kennisgeving aangenomen op 17 november 2021
EK, AP
-
-
13 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
23 juni 2020
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 juni 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
11 juni 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 maart 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 januari 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 december 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Medische Zorg en Sport over de stand van zaken ten aanzien van de implementatie Actief Donorregistratiesysteem (ADR)
voor kennisgeving aangenomen op 2 oktober 2018
EK, W
-
-
6 februari 2018
toezegging gedaan
Toezegging Gesprek nabestaanden (33.506) (T02596)
De Minister voor Medische Zorg en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren, toe na te gaan welke andere (neutrale) partijen dan artsen een rol kunnen spelen in het gesprek met nabestaanden over het donorschap.
Nummer | T02596 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 februari 2018 |
Deadline | 1 juli 2020 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Medische Zorg en Sport |
Kamerleden | Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | communicatie nabestaanden orgaandonaties |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Pia Dijkstra over het opnemen van een actief donorregistratiesysteem (33.506) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, blz. 7
Mevrouw Nooren (PvdA):
Mijn fractie heeft in de eerste termijn de vrees uitgesproken dat er een situatie kan ontstaan waarin mensen die wel goed in staat zijn om te verwoorden wat zij belangrijk vinden en te onderbouwen wat zij noodzakelijk vinden, de ruimte krijgen om af te wijken van wat opgenomen is in het Donorregister, terwijl mensen met verminderd "denk- en doenvermogen" daar niet toe in staat zijn. Op onze vraag welke waarborgen getroffen kunnen worden om dit te voorkomen, hebben wij nog geen afdoende antwoord gekregen van de initiatiefneemster en de minister. In de zorg kennen we maatschappelijk werkenden en cliëntvertrouwenspersonen die voor patiënten en hun naasten desgewenst beschikbaar zijn om hen voor te bereiden op en bij te staan bij lastige gesprekken met artsen en andere hulpverleners. Het leidt geen twijfel dat een gesprek over donorschap te kwalificeren is als zo'n lastig gesprek. Hoe kijken de minister en de initiatiefneemster aan tegen de optie om in de landelijk op te stellen standaarden en protocollen op te nemen dat er altijd gezorgd moet worden dat er voor de nabestaanden een cliëntvertrouwenspersoon, maatschappelijk werker of een daartoe geëquipeerde verpleegkundige beschikbaar is die de nabestaanden desgewenst kan bijstaan in de gesprekken over het donorschap?
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, 35
Minister Bruins:
Dan de vraag over de waarborgen voor mensen met een minder denk- en doenvermogen om af te wijken van het Donorregister. Daarvoor hebben wij overleg met het veld nodig. Daar is mevrouw Dijkstra uitgebreid op ingegaan. Daarbij zullen wij ook de patiëntenorganisaties betrekken. De Nederlandse Transplantatie Stichting werkt met vrijwilligers waar wij misschien ook een beroep op kunnen doen.
Mevrouw Nooren (PvdA):
Het gaat mij er om dat het belangrijk is dat bij zo'n gesprek— daar ging het over — iemand aanwezig is die er neutraal in zit. Als er mensen van de Nederlandse Transplantatie Stichting of transplantatieverpleegkundigen bij zitten, dan heeft de familie toch het idee dat die mensen een bepaald soort vooringenomen doel hebben. Ik kijk even naar hoe dat is geregeld bij de langdurige zorg. Daar wordt met cliëntvertrouwenspersonen gewerkt, personen die alleen luisterend naast iemand staan en vragen wat die persoon heeft overgehouden van het gesprek, of hij het begrepen heeft en wat hij zou willen vragen. Die personen horen niet bij de club die bezig is om te kijken of mensen bereid zijn tot transplantatie. Dan neem je echt een andere positie in het gesprek in.
Minister Bruins:
Daar ben ik het mee eens. Aan de hand van het debat zojuist met mevrouw Dijkstra zit ik na te denken over welke andere partijen dan artsen een rol zouden kunnen spelen bij zo'n gesprek. Het lijkt mij dat dit de Patiëntenfederatie Nederland of de patiëntenorganisaties zouden kunnen zijn. Misschien is de vrijwilliger van de NTS dan geen goed voorbeeld in alle opzichten. Dit hoort voor mij bij de goede communicatie over het onderwerp. Als de Kamer het wetsvoorstel aanneemt, zal ik moeten zoeken naar hoe wij de informatie goed bij mensen krijgen, ook bij degenen met een beperkter denk- en doenvermogen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 18, item 4
-
4 februari 2020
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
24 januari 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Medische Zorg en Sport over de Kwaliteitsstandaard Donatie
voor kennisgeving aangenomen op 4 februari 2020
EK, AJ
-
-
3 december 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 november 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 april 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 maart 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 oktober 2018
nieuwe deadline: 1 januari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Medische Zorg en Sport over de stand van zaken ten aanzien van de implementatie Actief Donorregistratiesysteem (ADR)
voor kennisgeving aangenomen op 2 oktober 2018
EK, W
-
-
6 februari 2018
toezegging gedaan
Toezegging Monitoring informatievoorziening (33.506) (T02597)
De Minister voor Medische Zorg en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bredenoord, toe door middel van monitoring na te gaan of de informatiecampagne effectief is.
Nummer | T02597 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 30 januari 2018 |
Deadline | 1 januari 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Medische Zorg en Sport |
Kamerleden | Prof.dr. A.L. Bredenoord (D66) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | effectiviteit informatievoorziening monitoring orgaandonaties |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Pia Dijkstra over het opnemen van een actief donorregistratiesysteem (33.506) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, 19
Mevrouw Bredenoord (D66):
In het wetsvoorstel staat dat de minister voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet zorgt voor adequate voorlichting. In Wales is voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet een achttien maanden durende campagne geweest met de nadruk op laaggeletterden. Tevens werden wordt voorzien in regelmatige steekproeven door een onafhankelijk en erkend instituut, die laten zien dat 80% van de bevolking voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet goed op de hoogte bleek te zijn van de wetswijziging. Dit zou een manier kunnen zijn om ook in Nederland te peilen of verschillende bevolkingsgroepen voldoende op de hoogte zijn van het voorgestelde ADR. Zo niet, dan zouden de informatiecampagnes nog bijgestuurd kunnen worden zodat daadwerkelijk zo veel mogelijk mensen een bewuste keuze kunnen maken. Graag een reactie van de minister.
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, blz. 35
Minister Bruins:
Als de Kamer het wetsvoorstel aanneemt, dan is communicatie niet even het uitrollen en een postertje ophangen. In de periode naar juli 2020 — als dat de invoeringsdatum wordt — zullen wij de communicatie op vele momenten en in vele verschijningsvormen moeten doen. We zullen ook meten wat het effect en wat het resultaat van de voorlichting is.
Handelingen I 2017-2018, nr. 18- item 4, 37
Minister Bruins:
Dan een vraag van mevrouw Bredenoord van de D66-fractie over Wales. Daar werd tijdens de campagne regelmatig een steekproef uitgevoerd die laat zien dat 80% van de bevolking voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet voldoende op de hoogte bleek te zijn van de wetswijziging. Zou zoiets — ik neem aan dat u doelt op monitoring — in Nederland kunnen worden gedaan? Het lijkt mij een goed punt, als u het wetsvoorstel aanvaardt, dat dan die monitoring plaatsvindt, niet alleen tot aan de invoering van de wet, maar ook als de wet is ingevoerd.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 18, item 4
-
9 november 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van VWS over afronding implementatie nieuwe Donorwet
voor kennisgeving aangenomen op 17 november 2021
EK, AP
-
-
13 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 maart 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 januari 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 december 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Medische Zorg en Sport over de stand van zaken ten aanzien van de implementatie Actief Donorregistratiesysteem (ADR)
voor kennisgeving aangenomen op 2 oktober 2018
EK, W
-
-
30 januari 2018
toezegging gedaan