Rappelabele toezeggingen minister voor Klimaat en Energie (Rappel september 2023 (deadline 1 juli 2023))



Dit is het rappel tot 02-07-23.

 




Toezegging Subsidiebeleid bij verplichte investeringen (35.788) (T03431)

De minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe om aan de minister voor Klimaat en Energie te vragen in een volgende rapportage toe te lichten hoe er wordt omgegaan met bedrijven die subsidiegeld willen gebruiken voor achterlopende investeringen die ook kunnen worden opgelegd.


Kerngegevens

Nummer T03431
Status openstaand
Datum toezegging 15 februari 2022
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden mr. R.A. Janssen (SP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bedrijven
investeringen
klimaatplan
subsidies
verplichtingen
Kamerstukken Kabinetsformatie 2021 (35.788)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 – blz 7.

De heer Janssen (SP):

Voorzitter. Het punt van het klimaat. Voor het klimaat worden gigantische fondsen ingesteld met het doel om via subsidies bedrijven te stimuleren tot minder uitstoot. Maar waarom meteen subsidies? Waarom wordt er niet beprijsd? Is het spoor van het aanscherpen van vergunningen verkend? Ik weet uit ervaring dat dat heel effectief kan zijn om een ongewenste uitstoot aan te pakken. Waarom zou je subsidiëren wat je via vergunningen kan verplichten of kan beprijzen? Is de minister-president het met mij eens dat bedrijven primair zelf verantwoordelijk zijn en dat het niet de bedoeling is dat er gesubsidieerd gaat worden wat via een vergunning kan worden verplicht of wat kan worden beprijsd?

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 - blz. 43-44

De heer Janssen (SP):

Even terug naar de praktijk van de grote vervuilende bedrijven. Ik heb er enige ervaring mee, acht jaar in het Rotterdamse Rijnmondgebied.

Minister Rutte:

Als gedeputeerde.

De heer Janssen (SP):

Als gedeputeerde. Vergunningverlening, toezicht en handhaving. Je ziet veel bij de grote bedrijven dat er al heel veel meer had moeten gebeuren, maar dat ze het niet doen. Dat kun je ook ambtshalve afdwingen. Bedrijven zijn verplicht om best beschikbare technieken toe te passen, maar zijn daar laks in, hebben er altijd een excuus voor. Ik zeg het even generaliserend, maar dat gebeurt heel veel. De minister zegt dat ze nu de golf voor moeten blijven. Ze moeten het al lang doen. Mijn zorg is dat nu gesubsidieerd gaat worden wat al verplicht zou kunnen worden en waar bedrijven zelf al voor aan de lat staan. Dat zijn de best beschikbare technieken. Als het gaat over "best beschikbare technieken plus", zeggen we: je doet meer dan waartoe je verplicht bent en daar kunnen we aan bijdragen. Mijn zorg is dat er te veel plannen bij dat fonds terechtkomen waar bedrijven eigenlijk al toe verplicht waren. Mijn vraag aan de minister-president, die ik ook al in de eerste termijn gesteld had, was of er bij een plan eerst gekeken wordt of je dit niet eigenlijk al lang had moeten doen. En als je meer doet dan je eigenlijk zou moeten doen, en waar we u toe kunnen verplichten, dan komen wij in beeld om u daarbij te helpen, maar niet eerder.

Minister Rutte:

Ik weet niet of het zo zwart-wit is. De heer Janssen heeft die vraag gesteld in zijn termijn. Kijk, wat we moeten gaan doen is per sector een heel precies samenhangend pakket van maatregelen maken, die toezien op de volgende zaken: wat is subsidiëring? Wat is beprijzing? Wat is normering? Want anders ga je de doelen van 2030 nooit halen. Ik ben het er helemaal mee eens dat als het beleid is met alleen maar subsidies, dat te vrijblijvend is. Zouden het subsidies zijn op technieken waarin ze toch al hadden moeten investeringen, is het helemaal te vrijblijvend. Tegelijkertijd, als je alleen zou normeren en alleen zou beprijzen, bestaat het risico dat ze weggaan, omdat simpelweg de lastendruk dan te groot voor ze wordt. Je zult dus een mix moeten vinden. De heer Janssen vraagt het volgende en ik ga Rob Jetten vragen dat mee te nemen in zijn volgende rapportage: hoe ga je nou om met bedrijven die evident achterlopende investeringen hebben en die nu denken "dat kan ik uit dat potje halen" versus bedrijven die in state-of-the-arttechnologie willen investeren en daarvoor die extra subsidiëring nodig hebben? Ik begrijp die gedachte. Ik ben een beetje overvraagd om daar nu zwart-wit op te antwoorden. Ik zeg toe dat ik via dit debat Jetten vraag om daar in een volgende rapportage op in te gaan

De heer Janssen (SP):

Het gaat mij nog niet eens zozeer om de precieze uitwerking, maar wel om het met elkaar delen van het uitgangspunt dat wat opgelegd kan worden, niet gesubsidieerd wordt, tenzij het meer is dan wat je kunt opleggen en je daarmee extra winst voor de leefomgeving kan bereiken. Dat zou heel goed zijn. En niet dat we op Chemelot een bedrijf als SABIC hebben dat zegt: we lopen al heel lang achter met investeringen. Eigenlijk moeten we alles vervangen, maar dat wordt hier met alle milieuregels te ingewikkeld. Weet je wat, we gaan naar Engeland toe. Dat is dan inderdaad een manier van werken waar wij ons niet voor moeten lenen.

Minister Rutte:

Ik moest even denken aan Dingeman, vanmorgen in de Trouw. Dat is mijn favoriete stripje, naast Kamagurka natuurlijk. In de Dingeman vanmorgen zie je al die grootindustriëlen in de club met een bel cognac bij elkaar zitten en zeggen: als nou niet al die Urgenda's zo in de weg hadden gelopen, hadden we allang de zaak kunnen vergroenen. En intussen zie je plaatjes van Tata en Shell die nog verre van vergroend zijn, wat extreem gesteld allemaal. Ik ga er nu niet zwart-wit op antwoorden. Ik vraag Jetten eens op dit punt te reflecteren, want ik weet niet exact waar die grens ligt. Ik ben daar gewoon niet deskundig genoeg voor. Ik heb sympathie voor de gedachte van meneer Janssen, maar ik moet even oppassen dat ik hier niet een fout maak.

De heer Janssen (SP):

Het is vanuit de gedachte dat geld schaars is en dat we dat niet onnodig willen uitgeven.

Minister Rutte:

Dat spreekt me zeer aan.

De heer Janssen (SP):

Dat dacht ik al. Dus daar sluit ik mee af.

Minister Rutte:

Zo weet ik ook van mijn partijgenoten dat de heer Janssen zo bestuurde in Zuid-Holland. Dat werd zeer gewaardeerd.

De voorzitter:

Minister-president, ik denk dat u met Rob Jetten minister Jetten bedoelde.

Minister Rutte:

Ik bedoelde minister Jetten voor Klimaat en Energie.

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 - blz. 68

De heer Janssen (SP):

Dank ook voor de toezegging van de minister-president, al moet dat nog wel een vervolg krijgen, dat als uitgangspunt er niet gesubsidieerd gaat worden wat verplicht kan worden. Ik ben altijd graag tot nadere duiding bereid.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informatie gasopslag (35.788) (T03436)

De minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Otten (Fractie-Otten), toe om aan de minister voor Klimaat en Energie te vragen om in een volgende voortgangsrapportage op het gebied van klimaat en energie, in te gaan op de gasopslag, waaronder de gasopslag Bergermeer.


Kerngegevens

Nummer T03436
Status voldaan
Datum toezegging 15 februari 2022
Deadline 1 januari 2023
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen energievoorziening
gasopslag
gasrotondestrategie
leveringszekerheid
Kamerstukken Kabinetsformatie 2021 (35.788)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 – blz. 41

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik heb een vraag over de gasopslag. Ik hoorde de minister-president daarover spreken. Nederland heeft een aantal jaren geleden voor 10 miljard een gasrotonde aangelegd. Dat is momenteel op een alltime-lowniveau gevuld, namelijk slechts 20% of iets dergelijks. Daarbij is het ook nog zo dat het meeste gas dat daar wél in zit, zogenaamd kussengas is, dat nodig is om de druk op peil te houden. Dat is eigendom van Gazprom. Als het dus nu koud zou worden, dan zitten we met een heel groot probleem, zeker ook gezien de huidige leveranciersproblemen met de gasprijs et cetera. Dus waarom is er op dit moment, midden in de winter, zo’n absurd lage gasopslag in die 10 of 12 miljard kostende gasrotonde? Dat is toch heel apart? En het is ook nog eens eigendom van de Russen.

Minister Rutte:

Ik geloof dat dit iets te eenzijdig is. Deze vraag heeft de heer Otten niet in de eerste termijn gesteld. Ik weet veel, maar ik kan dit nu niet precies uit mijn hoofd freestylen. Ik kom er dus even op terug in de tweede termijn. Of ik moet het ambtelijk al in de eerste termijn aangereikt krijgen. Dan kan ik het eerder doen. Maar ik kom er even op terug.

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 - blz. 73-75

Minister Rutte:

Dan de gasrotonde. Dat gaat over de gasopslag Bergermeer, die eigendom is van TAQA en die wordt gevuld door Gaz-prom. In hoeverre die gevuld wordt, is aan TAQA en Gaz-prom. Gazprom heeft dat dit jaar niet gedaan, zowel niet in Nederland als niet in vergelijkbare opslagen in Duitsland en Oostenrijk.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ja, nog even over die gasrotonde. Voor hoeveel procent is die nu gevuld? Het idee was namelijk dat wij heel veel gingen investeren in ondergrondse opslag voor situaties waarin er een tekort aan gas zou zijn. Ik begrijp dat die nu voor 20% gevuld is en dat je een gedeelte van dat gas niet kunt gebruiken, omdat dat nodig is om de druk erop te houden. Voor hoeveel procent is die gasrotonde gevuld en hoeveel procent daarvan is kussengas om de druk in het systeem te houden? En is dat allemaal eigendom van Gaz-prom? Dat waren de vragen

Minister Rutte:

Dit gaat het debat over het coalitieakkoord ver te buiten. Ik heb dit nu uit het systeem kunnen persen, met al het kussengas erin, maar meer heb ik echt niet. Laten we dat nou maar gewoon bespreken bij de debatten over Klimaat en Energie. Ik kan dat echt niet uit het systeem halen.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik vind het zorgelijk dat het kabinet blijkbaar geen prioriteit geeft aan dit soort belangrijke, strategische energievoorzieningen. Ik wil toch graag opgemerkt hebben dat ...

Minister Rutte:

Bergermeer is Gazprombezit. Dit gaat niet over de andere gasopslagen, zoals Norg. De gasrotonde raakt aan Bergermeer. Dat is eigendom van TAQA. Dat wordt gevuld door Gazprom. Het is ook aan hen of ze daar gas in stoppen of niet. Dat doen ze op dit moment ook in Duitsland en Oostenrijk. Dat staat even los van andere gasopslagen.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Nee. Het hele idee was dat die gasrotonde, die ook via Groningen et cetera loopt — het is een rotonde, een cirkel door heel Nederland — was bedoeld om de energievoorziening te securen voor gevallen zoals we nu hebben met Rusland en noem maar op. Ik zou het kabinet dus toch willen vragen om hier meer aandacht aan te geven, want dit is echt van groot strategisch belang voor onze economie en onze energievoorziening.

[…]

Minister Rutte:

Dat is het niet. Dit is Bergermeer. Dit gaat niet over…

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik heb het over de hele gas…

Minister Rutte:

Ja, maar dat is wat anders. Die vraag is niet gesteld. Laten we dat nou even gewoon ... Ik zal aan de minister voor Klimaat en Energie vragen om het mee te nemen als hij weer met een update komt. We hebben er de ambtenaren niet meer voor om allemaal aparte brieven te sturen. Laten we dat nou niet doen. Dat kost ontzettend veel tijd: dan zijn drie ambtenaren twee dagen lang bezig om een brief te sturen. Maar de minister stuurt toch regelmatig voortgangsrapportages op het gebied van klimaat en energie. Dan vraag ik hem om daarin ook hier inzicht in te geven.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Appreciatie IPCC-rapport (35.216) (T03450)

De minister voor Klimaat en Energie zegt de Kamer mede namens de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, naar aanleiding van vragen van de leden Van Ballekom (VVD) en Vendrik (GroenLinks) toe om een appreciatie te geven van het IPCC-rapport en daarbij in te gaan op de passages uit het rapport over kernenergie.


Kerngegevens

Nummer T03450
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden W.T. van Ballekom (VVD)
C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen CO2
CO2-emissie
klimaat
Kamerstukken Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking (35.216)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 20, item 6, blz. 1.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week bracht het IPCC, het VN-klimaatpanel, opnieuw een nieuw rapport uit over klimaatverandering. Dat was evenzeer huiveringwekkend. Klimaatverandering gaat nóg sneller dan gedacht en met aanzienlijk meer impact op ecosystemen, samenlevingen en kansen voor mensen. De uitkomst van de klimaattop in Glasgow — 1,5 graad temperatuurstijging moet echt het maximum zijn — is dus nóg weer urgenter geworden. De transitie moet dus veel sneller, ook omdat het IPCC genadeloos laat zien dat mogelijkheden voor adaptatie aan hogere temperaturen, zelfs binnen die 1,5 graad, veel geringer zijn dan gedacht. En, voeg ik er op eigen gezag aan toe, alle uitstoot die de wereld zich nog mág permitteren, het resterende carbonbudget dat correspondeert met 1,5 graad maximale temperatuurstijging, is vandaag de dag al gefinancierd. Het staat allemaal al in de boeken. Elk nieuw fossiel project in de wereld is er dus nú een te veel. Dus moeten we nu stoppen met nieuwe fossiele projecten. Niet morgen, maar nu.

Ik vraag de minister voor Klimaat en Energie om een korte reactie op het IPCC-rapport en de conclusie die ik daar nu aan verbind. Ook hier is de link naar dit wetsvoorstel evident.

De heer Van Strien (PVV):

Ik hoor de heer Vendrik zeggen: het wordt allemaal nog ernstiger met die opwarming, het gaat nog harder, de laatste resultaten van het IPCC wijzen aan dat het nog dramatischer wordt. Nou vraag ik mij toch af, als wetenschappelijk op een bepaald moment is vastgesteld dat die opwarming van de aarde er is, hoe het dan kan dat in maanden tijd die cijfers bijgesteld moeten worden. Hoe kan dat nou eigenlijk? We horen namelijk iedere paar maanden dat de situatie nóg urgenter is dan een paar maanden geleden. Hoe kan dat, vraag ik aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik hoop dat de heer Van Strien het IPCC-rapport gelezen heeft, 6.500 pagina's. Daar hebben duizenden wetenschappers wereldwijd jaren aan gewerkt. Wat dit IPCC-rapport doet, is als het ware de conclusies trekken die op basis van wetenschappelijk onderzoek van járen nu rijp zijn om daar conclusies aan te verbinden en te publiceren. Dat is wat hier gebeurt en zo werkt het IPCC al 30 jaar. En inderdaad, het is waar, al 30 jaar — een boodschap die u stelselmatig negeert — al 30 jaar wordt in steeds indringender mate verteld hoe hard klimaatverandering gaat. Deze keer ging het over de impact van klimaatverandering en met name over de mogelijkheden van mensen en samenlevingen all over the world om zich hierop aan te passen. Dat was de focus van dit rapport. Dat heb ik verwoord. Dat was dus nog ernstiger dan we een aantal jaar geleden van het IPCC hadden gehoord.

Handelingen I 2021-2022, nr. 20, item 6, blz. 13, 14.

Minister Jetten:

[…] Een aantal leden van uw Kamer hebben mij gevraagd naar de reflectie van dit kabinet op het laatste rapport van het IPCC en de enorme urgentie om tempo te maken met klimaatbeleid. Het laatste IPCC-rapport heeft over de effecten van klimaatverandering en adaptatie wel heel duidelijk aangegeven dat we absoluut niet op koers liggen om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken en dat de effecten die daardoor ontstaan en nu al gaande zijn desastreuze gevolgen kunnen hebben. We hebben dat afgelopen zomer in eigen land gezien, maar zeker ook in onze buurlanden België en Duitsland, met het extreme weer dat tot vernietigende overstromingen heeft geleid. Maar ook in andere delen van de wereld zien we enorme periodes van droogte, tekort aan drinkwater, vluchtelingenstromen die daardoor ontstaan, een enorm verlies aan biodiversiteit, en ga zo maar door. Het kabinet zal binnenkort een uitgebreide reactie publiceren op de beide IPCC-rapporten, dus zowel op het mitigatiedeel als op het adaptatiedeel. Ik zal daarbij namens een aantal collega's ook uitgebreid ingaan op onze inzet bij de VN-klimaatconferentie die eind dit jaar in Egypte zal plaatsvinden.

Handelingen I 2021-2022, nr. 20, item 6, blz. 16, 17.

De heer Vendrik (GroenLinks):

[…] Mijn andere vraag is de volgende. Ik neem aan dat de minister klaar is met het IPCC-rapport. Komt daar later nog een appreciatie van van het kabinet?

Minister Jetten:

Dat klopt.

Handelingen I 2021-2022, nr. 20, item 6, blz. 24.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik noteer dat het kabinet in mei komt met een uitgebreide reactie naar aanleiding van het laatste IPCC-rapport. Ik zou het heel plezierig vinden als het kabinet daarbij expliciet aandacht wil besteden aan mijn pleidooi of mijn oplossing om nu te stoppen met nieuwe fossiele projecten. Ik zou het op prijs stellen als de minister voor Klimaat daarbij ook kan sonderen met de minister van Financiën, want dit is bij uitstek iets wat financiële stabiliteit aangaat en de financiële sector. Graag een toezegging op dat punt.

Handelingen I 2021-2022, nr. 20, item 6, blz. 28.

De heer Van Ballekom (VVD):

[…] Een tweede verzoek is om ook de IPCC-passages over kernenergie bij het beleid te betrekken. Het IPCC stelt namelijk dat de doelstellingen voor Nederland onhaalbaar zijn zonder kernenergie. Dat staat ook in die 6.000 pagina's waar collega Vendrik het in zijn eerste termijn even over had. Ik zou daarbij het kabinet ook willen verzoeken de mogelijkheden te onderzoeken van de SMR-centrales, de kleinere centrales die in productie worden gemaakt en die je op afroep kunt bestellen. Dat verkort overigens ook de tien jaar die het vergt om een kleine energiecentrale energie te laten leveren.

Handelingen I 2021-2022, nr. 20, item 6, blz. 30, 31.

Staatssecretaris Van Rij:

De heer Van Ballekom had onder meer een vraag gesteld over de SMR-centrales. Bij de appreciatie van het IPCC-rapport zullen we ingaan op de passage met betrekking tot kernenergie. Dat komt dus bij de appreciatie die de minister heeft toegezegd naar aanleiding van het IPCC-rapport. […]

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik had de specifieke vraag gesteld of het kabinet in de reactie op het IPPC-rapport mijn pleidooi voor een stop op nieuwe fossiele productie zou willen meenemen, of daarbij ook gekeken kan worden naar de gevolgen voor de financiële sector, en of de minister van Klimaat en Energie dit wellicht wil sonderen met de minister van Financiën.

Staatssecretaris Van Rij:

Ik heb het de heer Vendrik niet horen zeggen, maar het zit toevallig in mijn portefeuille: dit is ook van belang voor de exportkredietverzekering. Daar hebben we recent met de Tweede Kamer over gedebatteerd. Daar heb ik ook toegezegd dat wij met een evaluatie zullen komen. Ik neem het bredere verzoek mee naar het kabinet, maar ik ga hier natuurlijk niet toezeggen dat ik uw verzoek ga honoreren namens het kabinet.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35.814) (T03452)

De Minister voor Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Faber- Van de Klashorst (PVV), toe om de Kamer binnenkort te informeren middels een uitgebreide duiding van de opgehoogde doelen van Fit for 55, waarbij hij zal toelichten wat de afrekenbaarheid van die doelen is.


Kerngegevens

Nummer T03452
Status voldaan
Datum toezegging 24 mei 2022
Deadline 1 januari 2023
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen garanties van oorsprong
hernieuwbare energie
Fit for 55
Kamerstukken Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35.814)


Opmerking

Zie Kamerstukdossier 35912 (EU-voorstel Fit for 55)

Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 29, item 9 - blz. 10

Mevrouw Faber-Van de Klashorst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Dan zal mijn tweede termijn ook korter zijn, want dan hoef ik dit allemaal niet meer op te rakelen. Dat scheelt alweer. Kan de minister de consequenties van het niet-halen nader duiden? Ik vind het ook prima als u dat per brief doet, want ik kan me voorstellen dat u niet alles paraat heeft. Maar als het nu kan, dan is dat ook prima.

Minister Jetten:

Ik ga binnenkort een uitgebreide duiding doen van de opgehoogde doelen van Fit for 55. Misschien is het interessanter als ik in de brieven die ik daarover stuur, toelicht wat de afrekenbaarheid van die doelen is. Het lijkt me interessant om daar met beide Kamers over van gedachten te wisselen.

De voorzitter:

Dat klinkt als een toezegging.

Minister Jetten:

Ja, dat zeg ik dan bij deze toe.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over voortgang onderzoek ACM naar volumecorrectieregeling (36.200) (T03520)

De minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prast (PvdD), toe dat de minister voor Klimaat en Energie de Kamer op een gepast moment zal informeren over de voortgang van het onderzoek door de ACM naar de volumecorrectieregeling.


Kerngegevens

Nummer T03520
Status openstaand
Datum toezegging 22 november 2022
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden Prof.dr. H.M. Prast (PvdD)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Autoriteit Consument en Markt
elektriciteit
elektriciteitsnet
volumecorrectieregeling
Kamerstukken Miljoenennota 2023 (36.200)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 9, item 10 - blz. 8

Mevrouw Prast (PvdD):

(…)

“De Rekenkamer schreef verleden jaar dat het kabinet niet aantoonde dat TenneT blijvend zou zorgen voor leveringszekerheid en nu hebben we een elektriciteitsnet dat het niet kan bijbenen. Gaat het kabinet de korting voor grootverbruikers, waar het Europese Hof al bezwaar tegen heeft gemaakt, versneld al in 2023 afschaffen? Ik overweeg een motie.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 9, item 10 - blz. 44-45

Minister Kaag:

(…)

“Mevrouw Prast vraagt of het kabinet de grootverbruikerskorting versneld gaat afschaffen. U verwijst daarbij naar het oordeel van het Europese Hof. U verwijst naar de volumecorrectieregeling, die ervoor zorgt dat een beperkt aantal grootverbruikers korting krijgt op netbeheerkosten. Die worden gereguleerd door de ACM. In reactie op het oordeel van het Europese Hof laat de ACM onderzoek doen naar het nut en de noodzaak van de volumecorrectieregeling. Als die noodzaak niet kan worden aangetoond, komt die regeling per 2024 te vervallen. Ik zal aan de heer Jetten doorgeven dat hij u op een gepast moment over de voortgang informeert.”


Brondocumenten


Historie