Deze structuurvisie is op 28 maart 2014 door het kabinet vastgesteld. Daarmee is het ruimtelijk beleid voor het realiseren van tenminste 6.000 megawatt (MW) windenergie op land in 2020 van kracht geworden.
De vastgestelde structuurvisie (EK, A / TK, 23 met bijlagen) is op 31 maart 2014 aangeboden aan de Eerste en de Tweede Kamer.
De Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) heeft op 8 april 2014 besloten deze structuurvisie niet in behandeling te nemen.
ingediend
28 maart 2013titel
Structuurvisie Windenergie op landschriftelijke voorbereiding
111
Filter op:
Filter op:
-
-
3 september 2015
Motie van het lid Van Tongeren over ECN-onderzoek naar verdeling van SDE+-geld tot 2020 TK, 54 -
-
-
-
-
-
-
7 november 2014
brief regering; Gedragscode draagvlak en participatie wind op land TK, 47 Bevat bijlagen -
13 oktober 2014
brief regering; Voortgang wind op land en energieprojecten onder de Rijkscoördinatieregeling TK, 46 Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
24 april 2014
Motie van het lid Dik-Faber over in beeld houden van de drie locaties in Friesland TK, 39 -
-
-
24 april 2014
Motie van het lid De Graaf over het organiseren van referenda in de plangebieden TK, 36 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5 augustus 2013
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 20 juni 2013, over Windenergie op land TK, 20 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-