T03935

Toezegging Aruba, Curaçao en Sint Maarten in troonrede (36.600)



De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), toe dat in de troonrede van volgend jaar expliciet de drie landen van het Caribisch deel van het Koninkrijk worden genoemd, te weten Aruba, Curaçao en Sint Maarten.


Kerngegevens

Nummer T03935
Status openstaand
Datum toezegging 8 oktober 2024
Deadline 1 oktober 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Algemene Zaken
Kamerleden P. Rosenmöller (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Aruba
Caribisch Nederland
Curaçao
Sint Maarten
Troonrede
Kamerstukken Miljoenennota 2025 (36.600)


Uit de stukken

Handelingen I 2024/25, nr. , item , p.

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

“Maar dan toch even de voorliggende vraag: vindt u met mij dat het in de troonrede anders had gekund met betrekking tot de drie andere landen in ons Koninkrijk?”

Minister-president Schoof:

“Ik heb geconstateerd dat door slechts weinigen werd begrepen dat we met de formulering "Caribisch deel van het Koninkrijk" de drie landen benoemden. In die zin denk ik dat wij de volgende keer in de troonrede de drie landen expliciet zullen noemen.”

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

“Je krijgt nooit van tevoren iets te horen over de troonrede en al helemaal niet bijna een jaar van tevoren.”

Minister-president Schoof:

“Bij dezen.”

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

“Deze toezegging incasseer ik met beide handen. Volgend jaar worden de drie andere landen van het Koninkrijk met naam en toenaam door de Koning in de troonrede uitgesproken en komen zij de derde dinsdag van 2025 aan het woord, als u er dan nog zit natuurlijk, want dat is daarvoor wel de voorwaarde.”

Minister-president Schoof:

“Van dat laatste ga ik zonder meer uit.”

De heer Rosenmöller (GroenLinks-PvdA):

“Ik niet, maar ik doe het wel met die toezegging. Ik ga uit van continuïteit op dit terrein. Maar goed, dat is een van de grootste winstpunten uit deze Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer.”



Historie

  • 8 oktober 2024
    toezegging gedaan