De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), toe dat bij de evaluatie over vijf jaar wordt beoordeeld of de balans van grondrechten daadwerkelijk is gerealiseerd.
Nummer | T01424 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 15 november 2011 |
Deadline | 1 mei 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | prof. dr. S.C. van Bijsterveld (CDA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | balans College voor de Rechten van de Mens grondrechten |
Kamerstukken | Wet College voor de rechten van de mens (32.467) |
Handelingen I 2011/12, nr. 7-7 - blz. 32
Mevrouw Van Bijsterveld (CDA): Het derde onderwerp gaat over de onderlinge verhouding van grondrechten en de balans tussen de verschillende grondrechten. Ik had zelf tijdens de behandeling het idee dat de voorbeelden die de verschillende fracties gaven, eigenlijk inhoudelijk een andere oriëntering hadden. Dat geeft al aan hoe bepaalde visies bepalend kunnen zijn voor de vraag hoe je tegen de zaak aankijkt. Ik denk daarbij aan een politieke legitimering of een maatschappelijke legitimering. Juist bij zo'n college ligt het echter wat delicater. Andere fracties hebben daar ook op gewezen. Ik heb het nu niet over de institutionele kant, maar over de inhoudelijke kant van de evenwichtige taakvervulling en de evenwichtige aandacht voor de verschillende grondrechten. Ik vraag me af hoe dat kan worden geëvalueerd. Hoe ziet de minister die evaluatie? Het lijkt me heel lastig. We vinden het bijna allemaal belangrijk, misschien vanuit een verschillend oogpunt. Bovendien is een dergelijk instituut onafhankelijk van de overheid. Hoe dicht kun je er dan bij komen? Volgens mij verwees de minister daarbij naar het Paris Principles-mechanisme, maar hiermee is er natuurlijk ook geen zicht op. Er zal altijd maar een selectie worden gedaan van de activiteiten die het wettelijk kader mogelijk maakt. Hoe kan er überhaupt een evaluatie plaatsvinden?
(...)
Handelingen I 2011/12, nr. 7-7 - blz. 36
Minister Donner: Daarmee heb ik ook het tweedepunt van mevrouw Van Bijsterveld beantwoord. Haar derde vraag gaat over de balans tussen de grondrechten. Dat zal zonder meer een punt van evaluatie zijn. Ook met het oog op de toetsing aan de Paris Principles zal dit een criterium zijn voor de toekomstige beoordeling. Op dat punt bestaat een wisselwerking. Bij de vijfjarige beoordeling van het functioneren van de instelling zal dit voor de VN van gewicht zijn. Derhalve zal bij de evaluatie over vijf jaar een punt van beoordeling zijn of die evenwichtigheid daadwerkelijk is gerealiseerd. Dit geldt, in eerlijkheid, mede vanwege de zorg die in deze Kamer is uitgesproken of deze evenwichtigheid wel is gewaarborgd. Ik denk dat ik de zorg van mevrouw Van Bijsterveld heb weggenomen dat niet het ene grondrecht, met name de gelijke behandeling, belangrijker is dan het andere. De waarborg zit vooral in het proces van de evaluatie.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2011/2012, nr. 7/7, blz: 19-37
-
9 oktober 2018
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de evaluaties van vijf jaar Wet College voor de Rechten van de mens en de kabinetsreactie daarop
op 9 oktober 2018 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ
EK 32.467, J
-
-
27 maart 2018
nieuwe deadline: 1 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
19 maart 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
op 27 maart 2018 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ
op 3 april 2018 voor kennisgeving aangenomen door de commissie KOREL
EK 34.775 VII / 34.775 IV, D
-
-
12 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 augustus 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
13 september 2016
nieuwe deadline: 1 november 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 augustus 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
op 13 september 2016 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ
EK, G
-
-
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
3 april 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor BZK/AZ en voor Koninkrijksrelaties op 16 april 2013
EK, C
-
-
15 november 2011
toezegging gedaan