De Minister van Buitenlandse Zaken zegt toe de kabinetsreactie op het gezamenlijke advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Algemene Energieraad zo spoedig mogelijk aan het parlement te zenden.
Nummer | T00262 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_BUZA_2006_6 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 16 mei 2006 |
Deadline | 1 januari 2007 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Commissie | commissie voor Buitenlandse Zaken |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Buitenlandse Zaken 2006 (30.300 V) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 28 – 1300
Blz. 1253-1254
De heer Van Thijn (PvdA):
Voor het betoog deze keer zoek ik mijn uitgangspunt in het recente advies van de Algemene Energieraad en de AIV, getiteld Energiek buitenlands beleid. De centrale
aanbeveling in dit advies wijst op de energievoorzieningszekerheid als nieuwe hoofddoelstelling van het buitenlands beleid, gelet op de gewijzigde geopolitieke situatie in de wereld. Wat kan dat betekenen? In een recent rapport van onze collega Jos van Gennip, getiteld ’’Energy security’’ worden die wijzigingen op beklemmende wijze nader geschilderd. Gewezen wordt op de toenemende schaarste aan gas en olie, ook al door de pijlsnelle opkomst van China en India en hun consumerende economieën, de infrastructurele kwetsbaarheid, zie pijpleidingen en transportroutes en de afhankelijkheid van de hoogst instabiele olieproducerende landen in het Midden-Oosten. Verder wordt gewezen op de toenemende afhankelijkheid, voor wat het gas betreft, van Rusland dat er niet voor terugschrikt om zijn monopoliepositie in te zetten voor diplomatieke doeleinden. Dat alles maakt het speelveld voor ons buitenlands beleid kleiner en kleiner, want als we daaraan toegeven is een goede verstandhouding met Rusland en olieproducerende landen in het Midden-Oosten is cruciaal. In NRC/Handelsblad van afgelopen zaterdag spreekt Thomas Friedman over de ’’eerste wet van Petropolitiek’’, een oude variant op de oude wet van bad Money drives out good money. Nu spreekt hij over ’’good values
drives out bad values’’. Naarmate de olieprijs stijgt, zullen ’’petrolistische landen’’ het meer voor het zeggen krijgen. Is dat wat bedoeld wordt met de nieuwe hoeksteen? Hoe verhoudt zich dat met andere doelstellingen, zoals de versterking van de internationale rechtsorde en de eerbiediging van de mensenrechten? Wat verandert er als energie een separate hoofddoelstelling wordt? Welke impact zal dit hebben voor het Nederlandse beleid inzake Irak, waar de verhoudingen eerder verslechteren dan verbeteren? Hoe voorkomen we dat we meegesleurd worden in een oorlogsspiraal in Uruzgan, een missie waarmee overigens ook onze fractie instemt. Hoe beïnvloedt deze nieuwe hoeksteen onze opstelling inzake Iran en het nog altijd uitzichtloos lijkende Midden-Oostenconflict? Wat betekent dit voor de collegiale verhoudingen? Gaat de minister zich nu ook buigen over het energiebeleid van minister Brinkhorst? Mijn fractie is van mening dat, ongeacht de ernst van de geschetste situatie die wij erkennen, het mensenrechtenbeleid niet de sluitpost van het beleid mag worden. Zij vraagt daarover een duidelijke uitspraak van de minister.
Blz. 1300
Minister Bot:
(…)
Ik kom nu op het chapiter energie dat terecht is aangesneden. Er is mij gevraagd om een reactie op het gezamenlijke advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Algemene Energieraad. Het kabinet bespreekt die reactie aan het einde van deze week en zal deze vervolgens zo snel mogelijk aan het parlement zenden.
(...)
-
24 mei 2006
Voortgang:documenten:-
-Kamerstuk 29023, 26
-
-
16 mei 2006
toezegging gedaan