T03361

Toezegging Belemmeringen Verdrag van Tromsø in kaart brengen (33.328/35.112)



De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort, toe de belemmeringen voor het Verdrag van Tromsø in kaart te brengen en dit in het voorjaar van 2022 gereed te hebben.


Kerngegevens

Nummer T03361
Status openstaand
Datum toezegging 28 september 2021
Deadline 1 januari 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Prof.dr. R.R. Ganzevoort (GroenLinks)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen belemmeringen
Verdrag van Tromsø
Kamerstukken Novelle Initiatiefvoorstel-Snels en Sneller Wet open overheid (35.112)
Initiatiefvoorstel-Snels en Sneller Wet open overheid (33.328)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 1, item 11, blz. 1

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Concreet is dan natuurlijk de vraag op welke punten de Wet open overheid nog zal moeten worden bijgesteld om aan Tromsø te voldoen. We begrijpen dat het in elk geval gaat om de absolute weigeringsgrond voor concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens en om de uitzonderingsgrond onevenredige benadeling. We snappen natuurlijk dat zulke afwijkingen van Tromsø het gevolg kunnen zijn van het politieke proces van amendering van de wet die nu voorligt. We zullen hier moeten stemmen over de voorliggende wet en maken dat niet afhankelijk daarvan. Maar mijn vraag is wel: zijn er nu dwingende, juridische redenen waardoor we op deze punten van Tromsø moeten afwijken? Anders gezegd: wanneer we het verdrag zouden ondertekenen, kunnen we dan deze wet alsnog in overeenstemming brengen met het verdrag of stuit dat op problemen? En — dat is een wetstechnische vraag aan de regering — komt de rechtsgeldigheid van de Woo in gevaar als we Tromsø zouden ondertekenen en ratificeren? Graag wat meer advies van de regering op dat punt. Ik sluit dit onderdeeltje af met een verzoek. Is de regering bereid om na invoering van de Wet open overheid te onderzoeken of wel vervolgstappen nodig zijn om te voldoen aan de standaarden van de Tromsø Conventie en de uitkomst daarvan binnen een jaar met de Kamers te delen, zodat het gesprek over eventuele toetreding verder kan worden gebracht? Dat is mijn eerste vraag.

Handelingen I 2021-2022, nr. 1, item 11, blz. 55

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Ik zou net één stap verder willen gaan. We weten dat er nog discrepanties zijn. Er zijn vandaag al een paar punten van de wet genoemd die volgens de verdedigers zouden moeten worden aangepast als we het Verdrag van Tromsø zouden ondertekenen. Maar de vraag welke belemmeringen er zijn om het Verdrag van Tromsø überhaupt te ondertekenen en te ratificeren, kunnen we toch zakelijk stellen en onderzoeken? De vraag die ik zou willen stellen aan de minister is of zij bereid is om toe te zeggen dat ze wil verkennen welke belemmeringen er zijn om het verdrag te ondertekenen of te ratificeren, en of ze ons daarover wil informeren.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Dank, dat waardeer ik heel erg. Misschien is het ook goed als we daar … Dat is niet zo heel erg veel werk volgens mij. Is een termijn van zes maanden realistisch?

Handelingen I 2021-2022, nr. 1, item 11, blz. 67

Minister Ollongren:

Dan de derde vraag van de heer Ganzevoort. Hij herinnerde mij nog even aan de vraag die hij mij in eerste termijn had gesteld. Ik heb gezegd dat wij voor het Verdrag van Tromsø de belemmeringen in kaart brengen. Ik denk inderdaad dat de termijn die de heer Ganzevoort schetste, haalbaar is. Ik zeg de Kamer toe dat ik zal zorgen — ik ga dat nu in ieder geval in gang zetten — dat dat in het voorjaar van volgend jaar gereed is. Dat correspondeert ongeveer met die zes maanden.


Brondocumenten


Historie