T01095

Toezegging Borging cultuurhistorische waarden in kleine MER-projecten (31.755)



De minister van VROM zegt de Kamer toe, naar aanleiding van opmerkingen de heer De Boer in de evaluatie aandacht te besteden aan de borging van cultuurhistorische waarden in kleine MER-projecten.


Kerngegevens

Nummer T01095
Status voldaan
Datum toezegging 8 december 2009
Deadline 1 januari 2016
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Milieu
Kamerleden drs. R. de Boer (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen cultuur
milieueffectrapportage
Kamerstukken Modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage (31.755)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 12 – blz. 356

De heer De Boer:

[…]

Regelmatig wordt in de stukken aangegeven dat bij het beoordelen van plannen en het geven van vergunningen een zorgvuldige afweging plaats zal vinden van belangen van natuur, milieu en cultuurhistorisch erfgoed. De voorstellen overziende, vragen onze fracties zich toch af of de borging van met name cultuurhistorische belangen voldoende is. Tijdens een discussie in de Tweede Kamer is onderscheid gemaakt tussen grotere en kleinere MER-projecten wat de borging van de cultuurhistorische belangen betreft. We achten dit een nietvoldoende onderscheid. Het kan heel goed voorkomen, sterker: het komt voor dat een relatief klein MER-project gevolgen heeft voor een grote cultuurhistorische waarde. Wat heeft dan het primaat? En hoe wordt dan de grote cultuurhistorische waarde bepaald en hoe is die voldoende geborgd? De minister verwijst dan naar een handreiking die ze heeft laten opstellen voor overheden en adviesbureaus. Is dit ook een handreiking ten behoeve van kleine MER-projecten? En is er ook een handreiking voor betrokken burgers en anderen om in de vroege fase van projecten en plannen op te komen voor aanwezige cultuurhistorische belangen? En zo nee, moet die er niet komen? Het grote manco van een handreiking is echter dat die geen verplichtende status heeft. Ook verwijzen naar de praktijk – volgens de minister wordt nu op de steiger bepaald hoe een cultuurhistorisch belang wordt geborgd – die volgens de minister de plaats van de cultuurhistorie in kleinere MER-projecten voldoende veiligstelt, is geen garantie voor de toekomst. Dat moet de minister toch weten. Daarom vraag ik nogmaals: hoe is de borging van cultuurhistorische belangen in de zogenaamde kleine MER-projecten? Wil de minister in ieder geval toezeggen om bij de komende evaluatie dit punt van de borging van cultuurhistorische belangen in kleinere MER-projecten nadrukkelijk mee te nemen en dat overheden kenbaar te maken? Want wie het kleine niet eert ...

[…]

Blz. 372

Minister Cramer:

[…]

Dan heb ik nog alleen een aantal vragen die ik niet bij de vorige kon onderbrengen, maar die wel heel wezenlijk zijn. De eerste vraag van de heer De Boer gaat over de borging van cultuurhistorische belangen in de zogenaamde kleine MER-projecten. In het systeem van de MER heeft de cultuurhistorie een volwaardige plaats via de betrokkenheid van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, vergelijkbaar met andere belangen. De rijksdienst heeft recent een handreiking gemaakt – alweer een handreiking – voor overheden en adviesbureaus. Dit geldt voor alle milieueffectrapportageprojecten, dus zowel voor de grote als de kleine. In de evaluatie zal dit worden meegenomen.


Brondocumenten


Historie