De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe haar een overzicht te sturen van cofinanciering aan MIRT-rijksprojecten vanuit de diverse regio's.
Nummer | T03863 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 april 2024 |
Deadline | 1 juli 2024 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Infrastructuur en Waterstaat |
Kamerleden | drs. Th.W. Rietkerk (CDA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | cofinanciering rijksprojecten MIRT |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Infrastructuur en Waterstaat 2024 (36.410 XII) |
Handelingen I 2023/2024 nr. 26 , item 4, p. 18
De heer Rietkerk: Ten tweede heb ik een vraag over de cofinanciering in de Randstadprovincies en de overige provincies. Is er een mechanisme dat de minister met ons kan delen wanneer medeoverheden mee moeten betalen aan verbindingen van nationaal belang? In diverse niet-Randstadregio's zou dat spelen in de vooroverleggen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hoe past dat bij het rapport "Elke regio telt!"? Kan de minister toezeggen om een overzicht op hoofdlijnen te geven per provincie van de cofinanciering van medeoverheden met betrekking tot projecten van 2005 tot 2025?
(…)
Handelingen I 2023/2024 nr. 26 , item 4, p. 32
Minister Harbers: De heer Rietkerk vroeg naar het mechanisme — dat er wel of niet zou zijn — wanneer medeoverheden bij infrastructuurprojecten aan cofinanciering doen. Het Rijk is verantwoordelijk voor de nationale infrastructuur en de medeoverheden zijn verantwoordelijk voor de onderliggende infrastructuur, maar die verschillende netwerken hebben in de praktijk natuurlijk een grote samenhang. Soms kunnen rijksprojecten de onderliggende infrastructuur ontlasten en soms is het andersom. Daarom ligt ook vaak cofinanciering voor de hand. Dat gebeurt beide kanten op. Dergelijke afspraken zijn in de praktijk maatwerk. Er is dus ook niet echt een vast stramien voor. Wel kan ik toezeggen een overzicht aan de Kamer te leveren van cofinanciering aan rijksprojecten vanuit de diverse regio's. Ik zou willen voorstellen dat we dit overzicht bieden voor de projecten die nu in het MIRT-overzicht zijn opgenomen, want vanuit het meerjarig karakter van infrastructuurinvesteringen geeft dit al een heel goed inzicht.
De heer Rietkerk vroeg om projecten in de periode 2005 tot 2025. Ik zeg er wel bij dat twintig jaar terugkijken een enorme extra administratieve last geeft. Het kost daarmee ook veel meer tijd om dit in een overzicht te leveren, dus ik wilde even beginnen met het overzicht van de projecten die nu in het MIRT-overzicht staan.
(…)
Handelingen I 2023/2024 nr. 26 , item 4, p. 38
De heer Rietkerk (CDA): Tot slot de cofinanciering van Randstadprovincies en niet-Randstadprovincies. Ik ben blij met de toezegging om te beginnen met de lopende projecten MIRT eerst in beeld te brengen en dan te kijken of dat voldoende aansluit bij de opmerking en het signaal uit 2019 van Kim Putters: regionale solidariteit is een van de grote vraagstukken voor de toekomst.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 26, item 4
-
15 oktober 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 september 2024
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) -
25 september 2024
commissie vervallen: commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) -
17 september 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister en staatssecretaris van I&W ter aanbieding van het MIRT overzicht 2025 en het Deltaprogramma
Op 15 oktober 2024 voor kennisgeving aangenomen.
EK 36.600 A / 36.600 J, A
-
-
2 april 2024
toezegging gedaan