De Minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik, toe bij de evaluatie van de BES-eilanden in het Nederlandse staatsbestel en bij de beoordeling of de LGO-status behouden moet blijven ook de vreemdelingenwetgeving te betrekken.
Nummer | T01235 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 28 september 2010 |
Deadline | 1 januari 2018 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie Minister van Veiligheid en Justitie |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie en Veiligheid |
Kamerleden | mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Caribisch Nederland LGO Vreemdelingenwet |
Kamerstukken | Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES (32.282) |
Handelingen I 2009-2010, nr. 1 - blz.
Strik (GroenLinks):
Wij vragen ons echter wel af of inderdaad voldoende is aangetoond dat één vergunningsstelsel zal leiden tot een toevloed aan migranten aldaar. Daarom vroeg ik ook in de schriftelijke behandeling naar het verschil met Frankrijk. In Guadeloupe, Frans Guyana, hebben we één stelsel. Mensen die daar een vergunning krijgen, kunnen ook naar Nederland. De regering zegt dat deze situatie niet is te vergelijken met die van de BES-eilanden, omdat daar sprake is van een veel hoger voorzieningenniveau en vanwege het feit dat ze geen toegang hebben tot de arbeidsmarkt in Europa. Ik vind het argument van het voorzieningenniveau een beetje gek. Je kunt immers zeggen dat dit zou moeten betekenen dat daar sprake is van een grote toevloed aan migranten van de Caribische gebieden om in elk geval daar gebruik te kunnen maken van dat hoge voorzieningenniveau. Gebeurt dat dan niet? Is dat niveau veel hoger dan dat op de BES-eilanden? Graag wil ik een nadere toelichting. Waarom zijn die twee situaties niet met elkaar te vergelijken, zeker als wij bijvoorbeeld ook zouden kiezen voor een beperkte toegang op de arbeidsmarkt binnen de EU?
De regering maakt liever een vergelijking met Mayotte, een wat autonomer gebied waar ook veel illegalen zouden zijn. Voor dat gebied geldt een ander vergunningstelsel waardoor mensen niet kunnen doorreizen naar Frankrijk. In de memorie van antwoord lezen wij dat Mayotte vorige week in de EU de status van ultra perifeer gebied heeft gekregen.
Ik kom terug op de vraag naar de bescherming op de BES-eilanden. Een UPG betekent ook dat de Europese richtlijnen voortaan op Mayotte van toepassing zijn. De BES-eilanden zouden, gelet op de schaal, vergelijkbaar zijn met Mayotte. De openbare lichamen, de BES-eilanden, liggen echter veel dichter bij Nederland. Zij vallen onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering. Ligt een UPG-status dan niet meer voor de hand dan de status van overzees gebied? Graag hier een nadere toelichting op. Dat zou namelijk betekenen dat wij de Vreemdelingenwet 2000 in zijn geheel zouden moeten toepassen op de BES-eilanden. Dan zou er sprake zijn van een meer uniforme toepassing.
Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 21
Minister Hirsch Ballin:
Wij zullen uiterlijk na vijf jaar nader bezien of voor de BES-eilanden de overgang naar de UPG-status kan worden gemaakt. Als consequentie zou dit de volledige en rechtstreekse toepassing van het EU-recht hebben dat nu alleen in beperkte mate van toepassing is. Hetzelfde geldt trouwens voor de Caribische landen van het Koninkrijk. Op zich bestaat die mogelijkheid in het kader van de afspraken die bij het Verdrag van Lissabon zijn gemaakt. Het voornemen van het zittende kabinet is echter om vijf jaar te nemen om dit nader te beoordelen. Uiteraard kunnen er altijd omstandigheden zijn ter beoordeling van de regeringen daar en hier die aanleiding geven tot een nadere afweging. Dit is van belang omdat in ieder geval bij de Arubaanse regering de wens bestaat om die overgang te maken.
Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 22-23
Strik (GroenLinks):
Het antwoord op mijn vraag om te onderbouwen waarom het kabinet heeft gekozen voor twee vergunningstelsels naast elkaar, was mij niet geheel duidelijk. Ik heb gewezen op het voorbeeld van Frankrijk. Levert de situatie in Frankrijk nu problemen op? De minister heeft zelf aangegeven dat wat betreft het voorzieningenniveau op Frans Guyana en Guadeloupe, waar een vergunningstelsel geldt dat hetzelfde is als dat voor het Europese deel van Frankrijk, er geen sprake is van een aanzuigende werking, niet alleen in de zin van het doorreizen naar Europa, maar ook niet in de zin dat de eilanden daar worden overbevolkt. Waarom is het kabinet er dan van uitgegaan dat er in het onderhavige geval wel sprake zou kunnen zijn van die werking, dit terwijl het voorzieningenniveau op die Franse eilanden nog hoger is dan dat op de BES-eilanden? Ook daarvan heeft het kabinet namelijk al aangegeven dat het daar nog niet zo hoog is als de levensstandaard zou rechtvaardigen. Kortom, waarom kiest het kabinet dan voor zo’n separaat stelsel?
Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 24-25
Minister Hirsch Ballin:
Dan de LGO- en de UPG-status en de vraag naar de vergunningenstelsels van mevrouw Strik. In dit stadium van de ontwikkeling van de wetgeving voor de BES-eilanden zijn er veel separate regelingen. Daarbij is de vreemdelingenwetgeving geen uitzondering. Wie de Staatsbladen van 1 oktober gaat bekijken, staat heel wat te wachten. Het zal de omvangrijkste collectie Staatsbladen zijn uit de geschiedenis van het Koninkrijk. Op 1 oktober worden immers alle wetten in het Staatsblad geplaatst die voor de BES-eilanden van kracht zullen zijn, inclusief wetboeken die speciaal voor de BES-eilanden van kracht zijn. Op dit terrein zal dus een aparte regeling gelden. Dat spoort ook met de afgesproken stapsgewijze integratie van de BES-eilanden. Aan de hand van de ervaringen in de komende jaren moet niet alleen worden beoordeeld of de LGO-status behouden moet blijven, ook op andere terreinen moet mogelijk een verdere ontwikkeling van de wetgeving en wellicht opheffing van bijzondere wetten voor de BES-eilanden aan de orde komen. Ik zeg de Kamer graag toe dat dit ook voor de vreemdelingenwetgeving zal worden bekeken.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2010/2011, nr. 1, blz: 16-25
-
behandeling Handelingen EK 2010/2011, nr. 1, blz: 2-7
-
15 januari 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
15 januari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming over het halfjaarlijks rappel toezeggingen die aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Voor kennisgeving aangenomen door de commissie KOREL op 9 oktober 2018
EK, A
-
-
5 juni 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming over het halfjaarlijks rappel toezeggingen die aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Voor kennisgeving aangenomen op 3 juli 2018.
EK, X
-
-
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Justitie en Veiligheid -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Veiligheid en Justitie -
31 januari 2017
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 december 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
28 juni 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 mei 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 mei 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
14 oktober 2010
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Veiligheid en Justitie -
14 oktober 2010
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Justitie -
28 september 2010
nieuwe status: openstaand -
28 september 2010
toezegging gedaan