De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schrijver, toe om zich te verdiepen in de mogelijkheden om als essentieel aangemerkte elementen van politiekkaderakkoorden of associatieakkoorden van de Europese Unie te diversifiëren naargelang van de specifieke situatie in een bepaald land of een bepaalde regio.
Nummer | T01862 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 november 2013 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Kamerleden | Prof.mr. N.J. Schrijver (PvdA) |
Commissie | commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | associatieovereenkomsten essentiële elementen politiekkaderakkoorden |
Kamerstukken | Goedkeuring Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru (33.591) Goedkeuring Associatie Akkoord tussen de Europese Unie en Midden-Amerika (33.467) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 7, item 13, blz. 49
Minister Ploumen:
Bij vrijhandelsakkoorden – nogmaals: Nederland zet daar steeds hard op in – zet de EU in op die twee essentiële elementen, de mensenrechten en de non-proliferatie. De standaardaanpak die ik net schetste, geldt voor alle lopende en toekomstige onderhandelingen van de EU, dus ook voor die met China, Rusland en de Verenigde Staten. De inzet van de EU is dus steeds om alle standaardclausules op te nemen in een politiekkaderakkoord of associatieakkoord en de twee belangrijkste clausules in een vrijhandelsakkoord. Met de VS onderhandelt de EU overigens alleen over een vrijhandelsakkoord. Voor Canada geldt dat het ook een vrijhandelsakkoord betreft, omdat dit land grote moeite heeft met een associatieakkoord. Daarmee wil ik zeggen dat zij daar betekenis aan hechten, om het argument extra te laten wegen. In die zin is het "gelijke monniken, gelijke kappen". Dat is de inzet van de EU. De Kamer kan zich voorstellen dat Nederland dit niet alleen van harte steunt, maar ook steeds onder de aandacht brengt.
De heer Schrijver:
Ik dank de minister voor de interessante uitleg. Wat vindt zij zelf van de standaardaanpak? Bestaat niet het gevaar dat deze wat al te blind wordt toegepast? Als je deze op Peru en Colombia laat slaan, spreken wij over de mensenrechten. Wij zullen het er allemaal over eens zijn dat die inderdaad een essentieel onderdeel zijn van de samenwerking die beoogd wordt. Ik geloof echter niet dat er proliferatiegevaren dreigen vanuit Peru en Colombia. Wij horen immers nooit van massavernietigingswapens in die landen. Wij horen echter wel veel over heel ernstige internationale misdrijven. Die twee landen, zeker de verdrukte groepen in die landen, zouden best baat kunnen hebben bij het proces om partij te worden bij het statuut van het Internationaal Strafhof, als zij hun strafwetgeving aanpassen en allerlei dingen uit het Statuut van Rome op het terrein van ernstige oorlogsmisdrijven – denk aan Colombia – in de binnenlandse wetgeving opnemen. Zou het niet interessant zijn als de minister hierover, als een van de ministers van de 28 lidstaten, in Brussel de vraag inbrengt of dit niet wat al te blind wordt toegepast? Ik vind het toch redelijk absurd overkomen dat de Europese Unie tegen Peru en Colombia zegt – dit gebeurt eigenlijk ook bij het andere akkoord – dat zij geen massavernietigingswapens mogen gebruiken of verwerven. Dat is toch helemaal geen issue?
Minister Ploumen:
Ik moet zeggen dat ik het punt dat de heer Schrijver naar voren brengt, buitengewoon interessant vind. Daarvoor heb ik een paar redenen. Een standaardclausule, wat de inhoud daarvan ook is, mag natuurlijk nooit verworden tot het aanvinken van hokjes. Daar heeft het Algemeen Preferentieel Stelsel overigens wel last van, als ik het zo mag zeggen. Laat daarover geen misverstand bestaan. Eigenlijk vraagt de heer Schrijver: zou je de elementen die je als essentieel aanmerkt, niet kunnen diversifiëren naargelang van de specifieke situatie in een bepaald land of een bepaalde regio? Ik ben bereid om daarnaar te kijken. Ik kan mij voorstellen dat dit al eerder is geprobeerd en op bezwaren of wellicht zelfs wetten is gestuit. Dat weet ik niet, maar ik zeg graag toe dat ik mij hierin zal verdiepen. Dat kan uiteraard niet gelden voor lopende of afgesloten onderhandelingen, maar ik vind het zeker interessant om na te gaan wat hiervoor de mogelijkheden zijn. Zowel de heer Schrijver als ik als de andere senatoren zijn, als ik het zo hoor, niet geïnteresseerd in afvinken, maar wel in werkende instrumenten.
Brondocumenten
-
voortzetting gezamenlijke behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 7, item 13, blz. 45-55
-
gezamenlijke behandeling nr.7, item10, blz. 25-29
-
27 mei 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
13 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken inzake het halfjaarlijks rappel toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 13 mei 2014 (voor zover het de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) betreft)
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BDO op 13 mei 2014: toezegging T01862 (op 27 mei status: voldaan) en toezegging T01863 (status: voldaan)
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BDO op 20 mei 2014:toezegging T01347 (status: voldaan)
EK, G
-
-
12 november 2013
toezegging gedaan