De minister voor Medische Zorg en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Ganzevoort en Nooren, toe na te gaan of de verschillen tussen ongecontracteerde zorg, waarbij toestemming van de verzekerde nodig is, en gecontracteerde zorg, waarbij geen expliciete toestemming nodig is, in beeld kunnen worden gebracht, teneinde zicht te krijgen op het nut van dossiercontrole.
Nummer | T02676 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 17 december 2018 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Medische Zorg en Sport |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Kamerleden | Prof.dr. R.R. Ganzevoort (GroenLinks) Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | fraudebestrijding medische dossiers naturapolissen restitutie polissen |
Kamerstukken | Verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving in de zorg (33.980) |
Handelingen I 2018-2019, nr. 12 - item 2, blz. 5
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Uiteindelijk komen we dan ook bij het argument dat deze bevoegdheden al bestaan bij naturapolissen en dat dit dus alleen maar een uitbreiding daarvan zou zijn. In de tijd dat het ziekenfonds en de particuliere verzekeringen werden samengevoegd tot het huidige stelsel, zijn de eigenaardigheden van beide stelsels blijven bestaan. De restitutiepolissen worden nu alsnog onder hetzelfde regime gebracht. Natuurlijk, voor die uniformiteit is wel wat te zeggen, maar waarom dan niet de andere kant op geharmoniseerd? Waarom niet ook bij naturapolissen het inzagerecht geschrapt? Daar speelt immers de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer evenzeer.
De proportionaliteit van dat onderdeel is wat ons betreft tot op de dag van vandaag niet aangetoond. Voor zover wij het konden nagaan, wordt namelijk niet bijgehouden hoe
vaak die dossiercontrole ook echt leidde tot het aantonen van fraude op een wijze die zonder dossiercontrole niet mogelijk was geweest. Oftewel: de effectiviteit van dit
vergaande middel is niet vast te stellen en dat pleit eerder voor afschaffen dan voor uitbreiden.
Voordat we deze voorliggende stap zouden kunnen zetten, zou er dan ook op zijn minst eerst een evaluatie moeten plaatsvinden van het verschil tussen de twee groepen met
het oog op de effectiviteit van het instrument. Heeft de minister zo'n evaluatie laten uitvoeren voordat hij met dit voorstel kwam? Is hij bereid om zo'n evaluatie te doen uitvoeren? Dit ligt er al een paar jaar, dus er kan nog wel wat uitstel bij. We hebben nu eenmaal de hele mooie situatie dat we twee groepen hebben, de een met en de ander
zonder dossiercontrole. Een ideale situatie voor een mooi onderzoek, zou ik zeggen.
Handelingen I 2018-2019, nr. 12 - item 2, blz.24
Mevrouw Nooren (PvdA):
Is het mogelijk om met zorgverzekeraars in gesprek te gaan om in lijn met zijn gedachten te gaan handelen, om te gaan experimenteren met een redelijke termijn en het effect daarvan op de fraudebestrijding? Het proces van optimalisering komt op die manier niet stil te liggen.
Minister Bruins:
Voorzitter. Eerst de eerste vraag van mevrouw Nooren. In de bijdrage van de heer Ganzevoort zat een opmerking over een evaluatie. Kun je de situatie waarin ongecontracteerde zorg plaatsvindt en toestemming van de verzekerde nodig is, vergelijken met een situatie waarin gecontracteerde zorg
wordt verleend waar geen expliciete toestemming van de verzekerde voor nodig is? Als je die twee situaties naast elkaar zou zetten, zou je inzicht kunnen krijgen in het nut van deze controle. Dat zegt iets over de materialiteit of de proportionaliteit van het voorstel. Die handschoen wil ik oppakken. Ik wil kijken hoe ik dat in beeld kan brengen. Dat komt, denk ik, tegemoet aan de vraag die mevrouw Nooren heeft gesteld. Ik heb er de hulp van de verzekeraars voor nodig. Dat moet ik dus gaan navragen; ze luisteren vast mee, dus ze kunnen de raderen aanzetten. Dat is één.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 12, item 2
-
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Medische Zorg en Sport -
14 april 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van MZS inzake verzoek aan te geven wat de gevolgen zijn van de intrekking van dit wetsvoorstel
voor kennisgeving aangenomen op 9 juli 2019
EK, M
-
-
27 juni 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Medische Zorg en Sport over het in beeld brengen van de verschillen tussen dossiercontroles bij ongecontracteerde zorg en bij gecontracteerde zorg
voor kennisgeving aangenomen op 9 juli 2019
EK, L
-
-
28 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
19 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 maart 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 maart 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
17 december 2018
toezegging gedaan