Minister Bot zeg toe dat in de eerste helft van 2006 een uitgebreid debat zal worden gevoerd over wat te doen met Europa na de reflectieperiode. De regering zal in deze periode haar standpunten kenbaar maken en vervolgens hierover in debat treden met het parlement.
Nummer | T00253 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_BUZA_2005_7 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 december 2005 |
Deadline | 1 juli 2006 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | drs. L.H.G. Platvoet (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Buitenlandse Zaken |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Buitenlandse Zaken 2006 (30.300 V) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 - 2006, 9-369
(...)
blz. 427
De heer Platvoet (GroenLinks):
(...)
Volgend jaar moet de regering op de Europese top een standpunt innemen over hoe het nu verder moet na het debacle van de grondwet. Na een aantal maanden pauze, onder andere om ruimte te bieden aan allerlei vormen van interactie, moet de regering toch een standpunt innemen. Dat standpunt moet onderwerp worden van een politiek en een maatschappelijk debat. Daarna moet het in deze Kamer en in de Tweede Kamer aan de orde komen en ten slotte kan de staatssecretaris afreizen naar die Europese top. Wil hij dit toezeggen?
(...)
pag. 433
Minister Bot: Dat is de vraag die gesteld is over de politisering. Volgens mij is dat heel duidelijk vastgelegd.
(...)
Ik zeg ook tegen de heer Platvoet: als u de Staat van de Unie hebt gelezen, hebt u gezien dat wij per onderdeel al geschetst hebben welke richting het volgens ons uit zou kunnen gaan.
De heer Platvoet (GroenLinks): Dat is een misverstand. U hoeft dat nu niet voor mij uit te schrijven, want u hebt gelijk: daar moet dat proces aan voorafgaan dat nu gaat starten. Het gaat mij erom dat wij op het goede moment een politiek en maatschappelijk debat krijgen over de inzet die de regering vervolgens kiest. Als u dat toezegt, doe ik nu verder niet lastig op dit punt.
Minister Bot: Vandaag is duidelijk naar voren gekomen dat dat politieke debat essentieel is. Ik heb dat net voorgelezen. Ik weet echt niet hoe ik nog duidelijker kan maken dat het niet alleen een kwestie is voor de periode tussen nu en juni. Het is een kwestie die ook na juni gezegd dat wij duidelijke lessen hebben getrokken uit het referendum. Ik begrijp heel goed wat u hiermee bedoelt. U hebt dat duidelijk gezegd in uw tweede termijn: wij moeten komen met opvattingen. Dat zullen wij doen. Het debat moet worden gevoerd en er moeten boodschappen worden meegegeven. Dat zullen wij allemaal doen. Daarvoor is er een parlement en daarvoor spreken wij u bij zeer veel gelegenheden over zaken van de EU, in welke vorm dan ook.
-
13 maart 2007
Voortgang:documenten:-
-Betrokken bij Europadebat - Handelingen EK 2006/07, nr. 22
-
-
6 december 2005
toezegging gedaan