T01463

Toezegging Europees aanbestedingsrecht (31.353)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Putters, een brief toe, waarin zal worden toegelicht waarom het voorstel volgens de regering in strijd is met Europees recht; tevens zal worden ingegaan op de Europese aanbestedingsregels (de 2A- en 2B-procedure) en op de relatie van voorliggend voorstel met de nationale wet- en regelgeving, waaronder de Aanbestedingswet (32440), en met de afspraken in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).


Kerngegevens

Nummer T01463
Status voldaan
Datum toezegging 6 maart 2012
Deadline 1 april 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden prof.dr. K. Putters (PvdA)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen aanbestedingen
Europees recht
huishoudelijke verzorging
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Leijten Beëindiging verplichting tot het aanbesteden van huishoudelijke verzorging (31.353)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 21 - blz. 5-33

De heer Putters (PvdA):

Kan de staatssecretaris kort zeggen hoe zij de verhouding ziet tussen de nieuwe Aanbestedingswet die vandaag aan de Eerste Kamer is aangeboden, het amendement Hamer/Wolbert en het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Leijten?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Het zit hem in de heel exacte bewoording. De bewoording van het amendement-Hamer/Wolbert is zo voorzichtig en subtiel dat het precies past binnen de juridische mogelijkheden op dit moment. Mocht mevrouw Leijten er een novelle aan willen wijden, dan denk ik dat haar gedachtegang daar misschien bij zou kunnen aansluiten. Zoals die nu is, gaat die dwars tegen de Europese regelgeving in en daar kan ik niet goed tegen in gaan.

Handelingen I 2011-2012, nr. 21 - blz. 5-38

De heer Putters (PvdA):

Wij vinden dat er in de praktijk geen onduidelijkheid mag bestaan over de interpretatie van de Aanbestedingswet en van deze wet. Als ik mevrouw Leijten goed begrijp, vullen ze elkaar aan. Misschien is het niet zo, maar ik wil er zeker van zijn dat zo meteen niet allerlei procedures ontstaan omdat gemeenten verkeerd of niet hebben aanbesteed, terwijl in de Aanbestedingswet staat dat het wel moet. Daar blijft voor mij toch nog een spanning bestaan.

Handelingen I 2011-2012, nr. 21 - blz. 5-42

De heer Putters (PvdA):

De term contra legem valt hier. Dat is natuurlijk wel een heel wezenlijk punt in een Eerste Kamerdebat. Ik heb er toch behoefte aan dat u ons op schrift nog eens exact uiteenzet de verhouding tussen de aanbestedingswet, deze wet en internationale afspraken tot en met de WTO aan toe. U zegt dat het in het kader van de WTO zo is; ik weet dat niet. Ik zou graag precies dat punt van contra legem toegelicht krijgen voordat wij stemmen over deze wet.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat vind ik een heel goede aanvullende vraag. Het zou ook een heleboel misverstanden uit de weg kunnen ruimen. Dus laat ik dat met liefde toezeggen

Mevrouw Slagter-Roukema (SP):

De minister heeft gezegd dat zij een brief zal schrijven over de aanbesteding et cetera. Mijn verzoek daarbij is dat zij daarin dan ook het commentaar meeneemt op wat mevrouw Leijten heeft gezegd over de brief van de ambtenaren van de EU-commissie in reactie op de brief van onze ambtenaren over het 2A- en het 2B-verhaal. Ik denk dat het belangrijk is dat de staatssecretaris dit meeneemt.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat is een goed voorstel. Ik denk dat alle vragen die te maken hebben met onduidelijkheid rond 2A en 2B en light of niet-light in die brief horen, zodat er maximale duidelijkheid wordt gegeven voor alle groepen die er op dit moment mee worstelen.


Brondocumenten


Historie