De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Flierman (CDA), toe de inkomensafhankelijke huurverhoging vóór de zomer te evalueren en maatregelen te treffen indien er problemen geconstateerd worden.
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 3 - blz. 2
De heer Flierman (CDA): We danken de minister ook voor de onderzoeken, zoals de Staat van de Volkshuisvesting, die vorige week werden gepresenteerd, maar we blijven toch ook uitzien naar de evaluatie van de inkomensafhankelijke huurverhoging.
In de memorie van antwoord schrijft de minister als antwoord op onze vraag over het belang van het betrekken van de evaluatie bij deze wet, dat — ik citeer — "Indien deze evaluatie daartoe aanleiding geeft, zal het kabinet mogelijk met wijzigingsvoorstellen komen voor de in voorliggend wetsvoorstel opgenomen inkomensafhankelijke huurverhoging." Op het eerste gezicht een mooie toezegging, maar ja, wat moet je met dat woordje "mogelijk"? De leden van de CDA-fractie verzoeken de minister het woord "mogelijk" te definiëren of te preciseren. Met andere woorden: wanneer komt de minister wel en wanneer komt de minister niet met wijzigingsvoorstellen? Immers, een indicatie of de inkomensafhankelijke huurverhoging daadwerkelijk een bijdrage levert aan de doorstroming op de huurmarkt, kan pas na het bekend zijn van de evaluatie gegeven worden. Wij vinden het van belang dat de uitkomsten van de evaluatie tot iets leiden, anders kun je een evaluatie wel nalaten. Gelukkig wordt er wel weer en steeds meer gebouwd. Dat vergroot het alternatief voor mensen, maar niet per definitie de doorstroming.
(...)
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 9 - blz. 2-3
Minister Blok: De heer Flierman vroeg toch echt wel hoe in de evaluatie omgegaan zal worden met de uitkomsten van de inkomensafhankelijke huurverhoging. Ik kan natuurlijk maar een heel klein beetje voorsorteren, want een evaluatie doen we om serieus te kijken of er aanleiding is om aanpassingen te doen en welke aanpassingen. Ik weet natuurlijk wel welke parameters we kunnen beïnvloeden. In het verleden zijn er wel eens voorstellen gedaan voor een hogere inkomensafhankelijke huurverhoging. Mijn ambtsvoorganger Donner heeft ooit een wetsvoorstel behandeld waarbij voor de hogere inkomenscategorieën inflatie plus 5% werd gehanteerd, in plaats van inflatie plus 4% die we nu hanteren. Ook het regeerakkoord bevatte oorspronkelijk een hogere huurverhoging. Het is zeer aannemelijk — maar we gaan goed naar de evaluatie kijken — dat naarmate het inkomensafhankelijke deel van de huurverhoging hoger is de prikkelwerking ook groter zal zijn. Een andere parameter waaraan kan worden gedraaid, en wat in feite met deze wet gebeurt, heeft betrekking op de inkomenscategorieën die wij hanteren. We zetten met dit wetsvoorstel een stap terug van drie naar twee inkomenscategorieën. Dat vereenvoudigt een en ander, maar maakt het ook wat grofmaziger. In de Tweede Kamer is gesuggereerd om verder te differentiëren in de vorm van de afstand tussen de feitelijke huur en de maximaal toegestane huur. Ik zal straks nog reageren op de vragen van de heer Schalk, maar ten slotte zou je ook nog kunnen differentiëren naar het type huishouden. Dat gebeurt in deze wet ook al in zekere mate. Er zijn dus heel veel knoppen waaraan kan worden gedraaid. Dat is ook een goede reden om de evaluatie te doen, maar uit de evaluatie moet blijken welke keuzen dan voor de hand liggen.
(...)
Minister Blok: In de evaluatie specifiek van de inkomensafhankelijke huurverhoging die de Kamer voor de zomer krijgt, hoop ik een nog scherper inzicht te kunnen bieden in de precieze motivatie voor deze verhuisstap.
(...)
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 9 - blz. 17
De heer Flierman (CDA): Wij hebben van de minister op twee voor ons belangrijke punten een toezegging gekregen. Om te beginnen komt er nog voor de zomer — er is in dit huis vandaag al vaker over voor of na de zomer gesproken — een evaluatie van de inkomensafhankelijke huurverhoging. De minister is bereid om maatregelen te overwegen om de bedoelingen van die inkomensafhankelijke huurverhoging beter tot hun recht te laten komen, mocht uit de evaluatie blijken dat dit hier of daar schuurt of knelt.
(...)
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 9 - blz. 23
Minister Blok: Ik begin met de heer Flierman en de toezeggingen die hij formuleerde over de evaluatie van de inkomensafhankelijke huurverhoging voor de zomer en mijn bereidheid om zo nodig maatregelen te treffen. Die samenvatting was wat mij betreft correct. Zo wil ik dat inderdaad doen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 27, item 9
-
behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 27, item 3
-
13 september 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 juli 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
6 juli 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van de inkomensafhankelijke huurverhoging
EK 33.129 / 33.330 / 34.373, M
-
-Huurprijs als verhuisprikkel : Evaluatie van de inkomensafhankelijke huurverhoging (RIGO Research en Advies, 28 juni 2016)
-
-
5 juli 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
28 juni 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over de evaluatie van de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging in 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 5 juli 2016
EK 34.374 / 34.373, E
-
-Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst aan de Tweede Kamer van 21 juni 2016 over de evaluatie van de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging in 2015
-
-
12 april 2016
toezegging gedaan