De minister van VROM zegt toe bij de evaluatie van de nieuwe mer-wetgeving de Kamer te informeren over de praktijkervaringen van het integreren van de mer bij projecten en de passende beoordeling (o.b.v. de Natuurberschermingswet). Mocht daaruit blijken dat koppeling van de passende beoordeling aan projectmer in de praktijk onvoldoende invulling krijgt, dan zal de minister van VROM op dat moment overwegen of alsnog een wettelijke koppeling gelegd moet worden en de Eerste Kamer daarover raadplegen.
Nummer | T01130 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 december 2009 |
Deadline | 1 juli 2013 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Infrastructuur en Milieu |
Kamerleden | prof.dr. K. Putters (PvdA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) |
Soort activiteit | Brief |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | evaluaties milieueffectrapportage |
Kamerstukken | Modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage (31.755) |
Kamerstuk 31755, I, blz. 4
De minister van VROM:
Het kan voor een project noodzakelijk zijn om zowel een MER als een passende beoordeling op te stellen. In de memorie van antwoord en tijdens de plenaire behandeling heb ik aangegeven waarom de minister van LNV en ik voorstellen om deze koppeling niet verplicht te stellen voor projecten en waarom de verplichte koppeling wel geldt voor plannen. In de gevallen dat het zinvol is, willen wij een koppeling van passende beoordeling en projectmer zoveel mogelijk bevorderen. De introductie van één loket in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zal voor locatiegebonden activiteiten integratie tussen de milieuvergunning en de vergunning op grond van de Nb-wet 1998 bewerkstelligen. Daarnaast zal de minister van LNV, na stemming over de motie, de bevoegde gezagen ter stimulering per brief informeren over de mogelijke voordelen van integratie. Hiermee wordt integratie voldoende geborgd. Ik zal u bij de evaluatie van de nieuwe mer-wetgeving informeren over de praktijkervaringen. Mocht daaruit blijken dat koppeling van de passende beoordeling aan projectmer in de praktijk onvoldoende invulling krijgt, dan zal ik op dat moment overwegen of alsnog een wettelijke koppeling gelegd moet worden en u daarover raadplegen.
Dit alles overziende en gezien het belang van een snelle inwerkingtreding betekent dit voor mij dat ik motie 31 755 G ontraad.
Brondocumenten
-
-
memorie van antwoord EK, D
-
-
24 september 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 juni 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
28 maart 2013
nieuwe deadline: 1 juli 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 september 2012
nieuwe deadline: 1 januari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor IMRO op 25 september 2012
EK, F
-
-
7 juni 2011
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) -
7 juni 2011
commissie vervallen: commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu / Wonen, Wijken en Integratie (VROM/WWI) -
14 oktober 2010
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Infrastructuur en Milieu -
14 oktober 2010
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer -
8 december 2009
nieuwe status: openstaand -
8 december 2009
toezegging gedaan