De Minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vlietstra (PvdA), toe extra maatregelen te nemen op het punt van rolpatronen en cultuur indien de resultaten van het onderzoek inzake deeltijdwerk daar aanleiding toe geven. Tevens zegt de minister toe in de kabinetsreactie op deze elementen in te gaan.
Nummer | T02758 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 14 mei 2019 |
Deadline | 1 juli 2020 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Rechtsbescherming |
Kamerleden | J.G. Vlietstra (PvdA) |
Commissie | commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | boek 1 Burgerlijk Wetboek partneralimentatie |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Van Wijngaarden, Kuiken en Groothuizen Wet herziening partneralimentatie (34.231) |
Handelingen I 2018-2019, nr. 28 item 6 - blz. 15
Mevrouw Vlietstra (PvdA):
Ik voel me erg aangesproken door wat de minister zegt. Economische zelfstandigheid is toch het kernbegrip. Eigenlijk is het gek dat je daar pas achterkomt als je gescheiden bent en in een aantal jaren moet proberen om die achterstand weer in te halen. Het moet voor jongens en meisjes eigenlijk van jongs af aan vanzelfsprekend zijn dat je op termijn je eigen broek ophoudt. Wat mij zo verbaast, is het volgende. In het verlengde van het onderzoek naar de vraag hoe het komt dat er in Nederland zo veel in deeltijd wordt gewerkt, heeft mijn fractie gevraagd of de minister met aanvullende maatregelen komt. In de schriftelijke beantwoording stond dat daar geen aanleiding voor is, omdat we al zo veel doen. Dat laatste waag ik te betwijfelen. Ik hoor de minister allerlei dingen noemen die ik maar even schaar onder de categorie materiële maatregelen, maar juist op het punt van rolpatronen en cultuur is mijn verwachting dat er, in aansluiting op dat onderzoek, wel degelijk een rol voor het kabinet is weggelegd om stappen te zetten. Daar zou ik graag wat meer over willen horen.
Minister Dekker:
Ik kan mevrouw Vlietstra een heel eind tegemoetkomen, want ik vrees dat er sprake is van een misverstand. Het kabinet doet geen onderzoeken om er vervolgens helemaal niets mee te doen. We doen het onderzoek juist om er iets van te leren. Als er in het onderzoek aanleiding is om extra maatregelen te nemen, extra stappen te zetten of de dingen die we nu doen te finetunen, dan gaan we dat zeker doen. Ik zal ervoor zorgen dat in de beleidsreactie ook op deze elementen wordt ingegaan en dat deze richting uw Kamer wordt gestuurd. Ik vind dat je steeds opnieuw moet kijken wat je kunt doen om het voor iedereen zo aantrekkelijk mogelijk te maken om economisch zelfstandig te zijn en te blijven of, als dat niet het geval is, zo snel mogelijk zelfstandig te worden. Met dat onderzoek en ook met het onderzoek van het SCP waaraan de heer Schouw refereerde, doen we zeker ons voordeel. Dat laatste onderzoek is geen onderzoek in opdracht van ons, maar ook dat laat iets zien over rolpatronen en afwegingen die partners in een relatie maken bij de verdeling van werk en zorgtaken.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 28, item 6
-
6 oktober 2020
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
29 september 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 september 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming over (deels) openstaande toezeggingen
door de commissies voor I&A/JBZ en voor J&V voor kennisgeving aangenomen op 29 september 2020
EK, AW
-
-
12 mei 2020
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van J&V en de minister voor Rechtsbescherming over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen door de commissies I&A/JBZ en J&V op 21 april 2020.
EK, Q
-
-
14 mei 2019
toezegging gedaan