De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kuiper (ChristenUnie), toe om het bestuur van de gereformeerde onderwijsorganisatie extra te ondersteunen mo tot een goede inpassing te komen in de samenwerkingsverbanden.
Nummer | T01572 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 oktober 2012 |
Deadline | 1 januari 2013 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
Kamerleden | prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | passend onderwijs |
Kamerstukken | Passend onderwijs (33.106) Kwaliteitsverbetering van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (32.812) |
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 23.
De heer Kuiper (ChristenUnie): Ik heb nu die ene school voor speciaal basisonderwijs voor ogen, een school die te maken heeft met 22 samenwerkingsverbanden, 22 besturen, die leerlingen betrekt uit al die verbanden. Daarbij is er geld gemoeid met grensoverschrijdend verkeer. Over de grens van zo'n samenwerkingsverband heen zouden leerlingen naar zo'n school toe moeten. In termen van financiën moet daarvoor wat uitgewisseld worden. Daarnaast moet er een bereidheid zijn binnen een samenwerkingsverband om de wens van de ouders te volgen en een kind uit het ene samenwerkingsverband te sturen naar een school voor speciaal onderwijs die in een ander samenwerkingsverband hoort. Daarbij spelen niet alleen bureaucratische ingewikkeldheden, maar ook ingewikkeldheden in termen van macht en geld. Een kleine school, die ik definieer als een school die zwak staat in dit bureaucratisch geweld, moet op een of andere manier worden gesteund of in een soort overgangsregime worden gebracht. Daar ben ik op uit.
Voorzitter. Ik heb al toegelicht wat ik bedoel. Soms heb je te maken met een laatste school van een richting. Ik noem dat opzettelijk zo. Als we te maken hebben met laatste scholen van een richting, treden er bepaalde mechanismen op en zeggen we: het is belangrijk dat zo'n school kan blijven bestaan. In dit reëel bestaande voorbeeld gaat het om een sbo-school die de laatste is van een richting, die een laag verwijzingspercentage kent en het dus goed doet, die straks middelen moet bijleggen en die bovendien zijn expertise kwijtraakt. Mijn vraag aan de minister is of gedacht kan worden aan overgangsmaatregelen voor een dergelijke situatie.
Ik breng onder de aandacht de vrijheid van ouders die willen dat hun kind naar een bepaalde school gaat die toevallig een of twee samenwerkingsverbanden verder ligt. Ook dat zou gezien moeten worden en wellicht gesteund. Ik wil hierop graag een reactie van de minister.
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 60.
Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: De ChristenUnie stelde vragen over de gereformeerde onderwijsorganisatie met 25 scholen. Die organisatie is echt uniek met haar 22 samenwerkingsverbanden. Dat is inderdaad geen sinecure. Zij kunnen niet apart staan zoals het reformatorisch onderwijs omdat ze niet dekkend zijn. Ze hebben namelijk niet alle onderwijssoorten in huis. Voor het speciaal onderwijs maken zij eigenlijk gebruik van andere scholen, behalve voor het sbo, daarvoor is één school in Krimpen. Ik ben bereid om dit bestuur extra te ondersteunen om tot een goede inpassing te komen van de scholen in de samenwerkingsverbanden. De wijze waarop dit gebeurt, wil ik graag in overleg met het bestuur en de PO-Raad uitwerken. In het bijzonder zal ik daarbij aandacht geven aan de positie van die ene sbo-school, want die school is natuurlijk een belangrijke voorziening. Voorop staat dat ouders hun kinderen aanmelden bij de school van hun voorkeur. Die school heeft de zorgplicht en moet zorgen voor een passende plek. Als ze dat bij de betreffende scholen doen, moeten ze daar ook terechtkunnen. Ook daarvoor is het amendement van de heer Dijkgraaf een belangrijk onderdeel. Als de school deze ondersteuning kan bieden, al dan niet met extra ondersteuning, mag redelijkerwijs verwacht worden dat de ruimte geboden wordt om dat te doen. Ik ga me met die scholen dus een beetje extra bemoeien omdat het inderdaad een ongekend grote koepel van scholen is. Daarmee is het namelijk ook een ongewone situatie. Het is overigens ook de enige koepel waar ik dat voor doe, laat ik dat duidelijk stellen, want voor je het weet komen er nog een paar zieligen en nooddruftigen. Deze koepel had ik al in beeld en is ook in de Tweede Kamer al ter sprake gekomen.
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 68
De heer Kuiper (ChristenUnie): Dank voor de toezegging met betrekking tot een unieke situatie waarvoor ik aandacht heb gevraagd. Ik formuleer dit met opzet zo. Ik zou me niet prettig voelen bij een soort van belangenpolitiek. Ik heb één unieke situatie genoemd, maar misschien zijn er nog wel meer, van een schoolvereniging die te maken krijgt met 22 samenwerkingsverbanden. Deze samenwerkingsverbanden dreigen de schoolvereniging in feite uit elkaar te trekken. Daarbij komt de school voor speciaal basisonderwijs. Dank voor de toezegging. Misschien kunnen we er nog even over communiceren. Voor dit unieke geval lijkt het me heel belangrijk. Het is goed dat het ministerie bereid is om in deze gevallen extra hulp te bieden.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 2, item 8, blz. 52-74
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 2, item 8, blz. 17-37
-
-
29 januari 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake voortgang moties en toezeggingen passend onderwijs
voor kennisgeving aangenomen op 29 januari 2013
EK, N
-
-Bijlagen bij 33106 ek-N
-
-
2 oktober 2012
toezegging gedaan