De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe de eventuele extra kosten boven de reeds geraamde kosten van gemeenten voor het veilig houden van de Tweede Kamerverkiezing te financieren en spreekt de bereidheid uit eventuele logistieke knelpunten op te zullen lossen.
Nummer | T03157 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 26 januari 2021 |
Deadline | 1 juli 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | mr. R.A. Janssen (SP) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | financiering gemeenten Tweede Kamerverkiezingen COVID-19 |
Kamerstukken | Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19 (35.654) |
Handelingen I 2020-2021, nr. 21, item 3- blz. 6.
De heer Janssen (SP):
Voorzitter. Dat brengt bij mijn laatste punt, waar ik nog eens nadrukkelijk aandacht voor wil vragen. Dat is de bekostiging van de extra maatregelen. Er worden in de uitvoering bij deze crisis al veel coronamaatregelen op gemeenten afgewenteld. Dat leidt daar tot grote problemen, met name financieel. Het is voor de SP ondenkbaar dat gemeenten zelf opdraaien voor de kosten van de extra maatregelen bij deze verkiezingen.
De voorzitter:
Ik zie dat u bijna klaar bent. Maakt u het af.
De heer Janssen (SP):
Een paar zinnen nog, voorzitter. De gemeenten staat financieel het water niet meer tot aan de lippen, maar tot aan de neus. De verkiezingen, die straks mogelijk midden in de derde golf van deze pandemie gaan plaatsvinden, vragen erom dat de rijksoverheid alles in het werk stelt om kiezers veilig te laten stemmen. Financiële tekorten bij gemeenten op dit moment mogen daarbij geen beperkende factor zijn. Ik reken erop dat de minister dit met mij eens is en dat zij bereid is toe te zeggen dat de rijksoverheid de kosten voor gemeenten van extra maatregelen om de verkiezingen ook tijdens deze pandemie veilig te kunnen houden, zal dragen. Geef de gemeenten vooraf duidelijkheid. Dat komt de uitvoering alleen maar ten goede. Op dit laatste punt wacht ik natuurlijk eerst de reactie van de minister af, maar ik sluit een motie niet uit.
Handelingen I 2020-2021, nr. 21, item 8- blz. 2-3
Minister Ollongren:
Nee, ik overleg specifiek met de gemeenten, juist over het organiseren van de verkiezingen. We denken — dat denkt de VNG ook — dat de gemeenten met deze afspraak uit de voeten kunnen. Mocht dat niet zo zijn, dan is er altijd de mogelijkheid om dat overleg weer op te starten en te kijken waar het heeft gekneld. Dan zullen we dat compenseren. Dus ik wil dat zo gericht mogelijk doen. De financiën zijn op geen enkele manier een knelpunt bij het organiseren van deze verkiezingen, niet vooraf en ook niet achteraf.
De heer Janssen (SP):
Dan ben ik blij met deze toezegging van de minister dat het bedrag dat is afgesproken in december niet het eindbedrag hoeft te zijn als de omstandigheden anders zijn en dat het, als er meer nodig blijkt te zijn om deze verkiezingen veilig door te kunnen laten gaan op 17 maart, ook gecompenseerd zal worden.
Minister Ollongren:
Ja. Daarbij merk ik wel op dat ik ook heb gezegd dat we niet nog aanvullende maatregelen moeten gaan nemen. Dus het zijn de maatregelen die we na vandaag definitief maken. De gemeenten hebben ook gezegd: wij zijn logistiek niet in staat om nog meer maatregelen te treffen. Dat is ook niet nodig om het veilig te organiseren, maar mocht er toch een verkeerde inschatting zijn gemaakt van de kosten van de maatregelen die nu voorliggen en de maatregelen van vóór de tijdelijke wet, dan geldt precies de afspraak zoals de heer Janssen deze nu verwoordt.
Handelingen I 2020-2021, nr. 21, item 8- blz. 21
De heer Janssen (SP):
Voorzitter. Dank aan de minister voor de toezegging dat de afspraken in het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen geen eindafrekening waren, maar dat er nog een soort van open einde is als blijkt dat er meer komt of als de gemeenten en de minister zich verrekend hebben, waardoor er nog extra gecompenseerd kan worden. Ik ga er ook van uit, en ik vertrouw erop, dat de gemeenten en de minister duidelijk met elkaar hebben afgesproken dat deze uitkering, omdat het geen doeluitkering is, maar een uitkering in het Gemeentefonds, bedoeld is om te gebruiken voor de verkiezingen en niet voor de algemene middelen. Ik ga ervan uit dat dat onderling helder is en is afgesproken.
Handelingen I 2020-2021, nr. 21, item 8- blz. 27
Minister Ollongren:
Dat gaat niet zozeer over de financiën. Over de financiering van deze verkiezingen hebben we goede afspraken gemaakt met de gemeenten, in twee etappes. Dat heeft geleid tot het vergoeden van de ramingen die zij hebben gemaakt voor de extra kosten. Natuurlijk kan het gesprek daarover altijd gaande blijven. Mocht blijken dat ze bepaalde uitgaven toch over het hoofd hebben gezien, dan mogen zij sowieso weer bij mij aankloppen.
De heer Janssen (SP):
Toch over het eerste punt, om de zuiverheid. Waar ik mij zorgen over maak — zeker gelet op de historie van de afgelopen weken dat wij toch steeds extra maatregelen
moeten nemen waarvan wij een week geleden niet hadden gedacht dat wij die moesten nemen — is dat er toch iets kan zijn in de komende tijd waardoor de situatie verslechtert. Dat zou er toch toe kunnen leiden dat we met een aantal extra maatregelen de verkiezingen wel door kunnen laten gaan. Dat vraagt iets extra's van de gemeenten. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat we de gemeenten niet vragen om zelf tenten op te bouwen voor een stemstraat. Dat kan de rijksoverheid ook doen. Er zijn meer voorbeelden. De politie kan daar ook een rol in spelen. Dat kunnen we met elkaar doen. Het gaat mij erom dat ik wil wegnemen dat de minister zegt: dit is het en als er ook maar iets extra's moet gebeuren, dan gaan we de verkiezingen uitstellen, want dat kunnen we niet meer vragen van de gemeenten. Die flexibiliteit kunnen we ons denk ik de komende tijd niet veroorloven, gelet op wat er nog aankomt.
Minister Ollongren:
Dan begrijp ik de heer Janssen zo dat hij vraagt of er bereidheid is om ernaar te kijken als er binnen het huidige wettelijke palet aan mogelijkheden dat wij hebben gecreëerd nog aanvullende wensen zijn. We zijn natuurlijk al volop bezig met de gemeentes om te kijken naar stemlocaties. Dat zal ook heel expliciet in de brief staan die de Kamers deze week zullen ontvangen. Niet iedere gemeente is al zo ver. Natuurlijk is die bereidheid er. Ik heb overigens heel veel vertrouwen in gemeenten. De heer Janssen zal zien dat gemeenten heel creatief zijn en nu al bezig zijn met nadenken over zogenaamde drive-throughstemlocaties en dat soort opties. Ik denk dat we ook veel aan de creativiteit van de gemeenten kunnen overlaten. Die kennen hun inwoners en de omgeving goed en doen vervolgens wat passend is bij die omgeving. Die bereidheid heb ik natuurlijk wel, zeg ik tegen de heer Janssen.
De heer Janssen (SP):
Dan ben ik blij dat dat misverstand weg is en dat het niet zo is dat we, als er nog iets extra's moet gebeuren, los van wettelijke maatregelen die ik ook niet helemaal kan uitsluiten, de gemeenten aan hun lot overlaten, waardoor ze door hun hoeven zakken en zeggen: we kunnen het niet meer. Ik ben blij dat er dan met steun van andere overheden naar een oplossing gezocht wordt om met elkaar ervoor te zorgen dat de verkiezingen kunnen doorgaan.
Minister Ollongren:
Om het heel concreet te maken: gemeenten hebben bijvoorbeeld ook locaties nodig voor het vaccineren. Dat kan concurreren met een locatie die voorzien was als stemlocatie. Stel dat gemeenten zeggen dat ze die locaties echt moeten inzetten voor het vaccineren, maar dat ze met extra geld tenten kunnen neerzetten als stembureau, dan heb ik daar alle begrip voor. Dat zijn logistieke knelpunten, waarbij ik meer dan bereid ben om te helpen die op te lossen. Dat is overigens zonder de uitvoerende verantwoordelijkheid over te nemen van gemeenten. Dat kan natuurlijk niet, maar dat zouden ze ook niet willen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 21, item 8
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 21, item 3
-
29 juni 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
18 juni 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
16 maart 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de procedurele werkwijze rond de vooropening van de briefstemmen
Op 23 maart 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ.
EK 35.654, P
-
-
10 maart 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de voorbereidingen van de komende Tweede Kamerverkiezing
Op 23 maart 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ.
EK, O
-
-
2 maart 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de voortgang van de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezing
Op 9 maart 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ.
EK, N
-
-
10 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het schriftelijk overleg met de Tweede Kamer inzake de stand van zaken van de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezing
Op 23 februari 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ.
EK, L
-
-
27 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 januari 2021
toezegging gedaan