De minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Quik-Schuijt, toe, nog eens goed te kijken naar de formulering van artikel 28.
Nummer | T01785 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 juli 2013 |
Deadline | 1 januari 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Veiligheid en Justitie |
Kamerleden | mr. A.C. Quik-Schuijt (SP) |
Commissie | commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | artikel 28 bevoegdheid binnendringen woning formulering |
Kamerstukken | Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32.211) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 34, item 4 - blz. 22-33
Blz. 24
Mevrouw Quik-Schuijt (SP):
Ik kom nog even terug op de bevoegdheid tot het binnendringen van de woning geregeld in artikel 28 van het wetsvoorstel. In zijn antwoord in de genoemde brief stelt de minister dat, wanneer er een vermoeden is dat er zonder vergunning een prostitutiebedrijf wordt uitgeoefend, deze bevoegdheid niet kan worden gemist. Ik merk echter op dat de woorden "zonder vergunning" in de tekst ontbreken. Is de minister, indien hij volhardt bij de noodzakelijkheid en proportionaliteit van deze bepaling, bereid dit via de novelle te repareren, nu er toch een novelle komt?
Een volgende opmerking over hetzelfde artikel is dat, nu de zelfstandig thuiswerkende prostituee, indien zij adverteert, als bedrijf kan worden aangemerkt, en dus door de gemeente een vergunningplicht kan worden opgelegd, gemeente- of politieambtenaren zonder meer bij haar de deur kunnen forceren en een en ander mee kunnen nemen. Vergelijken wij deze bevoegdheid met de vergelijkbare bevoegdheid in het Wetboek van Strafvordering – ik denk aan artikel 97 – dan zien wij dat binnendringen in een woning daar mogelijk wordt gemaakt onder de volgende voorwaarden:
-
-bij betrapping op heterdaad of verdenking van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is. Het gaat dan dus om feiten waarop vier jaar gevangenisstraf staat;
-
-het moet gebeuren op last van de officier van justitie en dan nog alleen bij dringende noodzaak;
-
-indien het optreden van de rechter-commissaris niet kan worden afgewacht.
Hierbij vergeleken lijkt de proportionaliteit in het geval van de zelfstandig thuiswerkende prostituee toch ver te zoeken. Is de minister dat met ons eens? Zo ja, is de minister bereid om de bevoegdheid tot binnendringing van een woning te beperken tot een geval van verdenking van mensenhandel of prostitutie door een minderjarige of verdenking van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk of iets dergelijks? Zo nee, kan de minister een vergelijkbaar geval noemen waarin in een bevoegdheid tot binnendringen van de woning is voorzien terwijl er geen sprake is van een vermoeden van enig strafbaar feit of wanneer er sprake is van de afwezigheid van een vergunning? Wij hebben dat in tweede termijn al gevraagd, maar op die vraag hebben wij in de genoemde brief geen antwoord gekregen. Nu prostitutie een legale activiteit is, krijgen wij daarop graag een antwoord. Eventueel horen wij de minister graag een vergelijkbaar geval noemen.
(...)
Blz. 30 |
Minister Opstelten:
Mevrouw Quik heeft een vraag gesteld over de inhoud van de novelle. Ik herinner me dat die vraag ook gesteld is in de tweede termijn. Zij kwam terug op wat zij toen zei over de bepaling in artikel 28 die niet goed is geformuleerd. Zoals dat hoort, heb ik natuurlijk ook nog eens naar artikel 28 gekeken. Zoals dat hoort, heb ik overigens ook de hele wet nog eens goed gelezen gisteravond. Mevrouw Quik deed een suggestie gevolgd door "of iets dergelijks". Dat vond ik een mooie term. Die had van mij kunnen komen. Ik vat die zo op, dat ook mevrouw Quik niet direct de finale tekst voorhanden heeft. Ik wel, maar dit is niet de plek en het tijdstip om teksten te formuleren. Ik zeg toe dat ik, gehoord wat mevrouw Quik over dit artikel heeft gezegd, nog eens goed naar dit artikel zal kijken. Ik kan me voorstellen dat de bedoeling scherper onder woorden kan worden gebracht. De woning is namelijk een plaats die bijzondere bescherming behoeft. Dat onderken ik. Daarnaast mag de voordeur niet worden gebruikt als oneigenlijke barricade om de opsporing van misstanden tegen te gaan. Evenwicht zal gevonden moeten worden. Ik ga dus op zoek; of iets dergelijks.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 34, item 4, blz. 22-33
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 28, item 4, blz. 5-43
-
1 maart 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang:
Opmerking: Op 1 maart 2014 is de Novelle Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (33.885) ingediend bij de Tweede Kamer.documenten:-
-Koninklijke boodschap
TK, 1
-
-Memorie van Toelichting
TK, 3
-
-
8 juli 2013
toezegging gedaan