T02556

Toezegging Gedwongen zorg minderjarigen (32.399 / 31.996 / 32.398)



De staatssecretaris van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth, voor de zomer informeren over het tijdpad van het wetsvoorstel voor gedwongen zorg voor minderjarigen.


Kerngegevens

Nummer T02556
Status voldaan
Datum toezegging 16 januari 2018
Deadline 1 juli 2018
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Drs. M.A.M. Barth (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gedwongen zorg
jeugdigen
jeugdzorg
minderjarigen
Kamerstukken Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (32.399)
Wet forensische zorg (32.398)
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (31.996)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 14 - item 3, blz. 29

Mevrouw Barth (PvdA):

Kunnen de bewindslieden aangeven welke plannen dit kabinet heeft met de rechtspositie rondom gedwongen zorg van minderjarigen? In de stukken wordt melding gemaakt van een mogelijke aparte wet voor gedwongen zorg aan kinderen en jongeren.

Handelingen I 2017-2018, nr. 14 - item 3, blz. 66

Staatssecretaris Blokhuis:

Welke plannen heeft het kabinet met betrekking tot de rechtspositie van minderjarigen rondom gedwongen zorg? Exact die vraag werd gesteld. In de memorie van antwoord hebben wij al aangegeven dat dit wetsvoorstel nog in het stadium verkeert van voorbereidende werkzaamheden. Dat heeft te maken met de complexiteit van het onderwerp, de vrijheidsbeperking van jeugdigen die om verschillende redenen gesloten verblijven. Het gaat om een zorgvuldige afweging van enerzijds de regeling van rechten en mogelijke beperkingen in het licht van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en anderzijds de kaders voor een pedagogisch klimaat, het beginsel van verantwoorde hulp en de doelen van opvoeding, behandeling en voorbereiding van terugkeer in de samenleving. Die twee moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. Daarnaast is nu eerst prioriteit te geven aan de Wet verplichte ggz, de Wet zorgen dwang en de Wet forensische zorg. Voor de zomer zal het kabinet de Eerste Kamer informeren over het tijdpad voor deze specifieke regeling.

Handelingen I 2017-2018, nr. 15 - item 3, blz. 11

Mevrouw Barth (PvdA):

Dan, voorzitter, de jeugd. We kregen het heel kort even over de ontwikkeling van die aparte wet, maar ik wil benadrukken dat wij geen behoefte hebben aan een aparte wet voor gedwongen zorg voor minderjarigen. Veel liever zien we dat de bewindslieden dit verwerken in de bestaande wetgeving, omdat de versnippering anders nog groter wordt. Die versnippering is er al tussen Wzd en de Wet verplichte ggz. Als we de jongeren daaruit gaan halen, wordt het echt hokjesdenken. Ons hartelijke pleidooi is dus om aan te sluiten bij de bestaande wetgeving als de rechtspositie van minderjarigen nog nadere aanscherping nodig heeft.

Handelingen I 2017-2018, nr. 15 - item 3, blz. 23

Staatssecretaris Blokhuis:

Mevrouw Barth heeft ook nog het ingewikkelde punt betreffende de rechtspositie van minderjarigen aan de orde gesteld. Nadat ze gisteren had gevraagd of ik dat antwoord niet paraat had, heb ik er iets over gezegd. Hetzelfde antwoord geef ik nu, althans wat korter. Dit punt heeft aandacht en ik heb gisteren toegezegd dat wij de Kamer voor de zomer informeren over de stappen die wij hierin eventueel gaan zetten.


Brondocumenten


Historie