T01599

Toezegging Geldigheidsduur indicatiebesluit (32.529)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden De Lange en Quik-Schuijt, toe bij Bureaus Jeugdzorg te bewerkstellingen dat in een pleegoudervoogdij-situatie een eenmalige verlenging van de geldigheidsduur van een indicatiebesluit wordt gegeven tot het achttiende jaar van het kind. 


Kerngegevens

Nummer T01599
Status voldaan
Datum toezegging 27 november 2012
Deadline 1 januari 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Prof.dr. C.A. de Lange (Fractie-De Lange)
mr. A.C. Quik-Schuijt (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen geldigheidsduur
indicatiebesluit
pleegouder-voogden
Kamerstukken Verbetering positie pleegouders (32.529)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 3-6-13

De heer De Lange (OSF):

Ik kom bij de jaarlijkse indicatie. Als de rechter heeft besloten dat een kind blijvend bij pleegouders opgroeit, resteert naar de mening van de staatssecretaris niettemin de indicatieplicht. Echter, ongeacht de uitkomst van de indicatie staat het besluit dat de rechter eerder genomen heeft als een huis. Dat maakt toch op zijn minst het nutvan de geleverde inspanning om tot een indicatie te komen twijfelachtig. Alweer, het gaat om kleine aantallen pleegouders waar in de grote meerderheid van de gevallen geen problemen zullen zijn. Is de staatssecretaris het met onze fracties eens dat men een dergelijke regeling gemakkelijk kan opvatten als overbodige en vooral discriminerende regelzucht?

Handelingen I 2012-2013, nr. 3-7-22 / 23

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Ik heb in mijn eerste termijn een voorstel voor de dekking gedaan, namelijk: schaf de indicatie voor pleegouder-voogden en hun begeleiding af. Dan heb je al aardig wat bij elkaar.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

De heer De Lange vraagt of de geleverde inspanning voor de jaarlijkse indicatie niet overbodig is. De heer De Lange heeft gelijk. Daarom is in het uitvoeringsbesluit voor de Wet op de jeugdzorg geregeld dat dit niet hoeft bij een jeugdige die langer dan twee jaar in hetzelfde pleeggezin verblijft en waarbij voorzien wordt dat die terugkeert naar het gezin van herkomst. Die bureaucratie is weg.

Handelingen I 2012-2013, nr. 9-3-11

Staatssecretaris Van Rijn:

In het Uitvoeringsbesluit van de Wet op de jeugdzorg is geregeld dat een indicatiebesluit een langere geldigheidsduur kan hebben als het kind al meer dan twee jaar bij dezelfde pleegouder verblijft, en wanneer sprake is van langdurige zorg. Ik zou kunnen bewerkstelligen dat die verlenging eenmalig gegeven kan worden tot het achttiende jaar, als sprake is van een pleegoudervoogdij-situatie. Dat lijkt mij een belangrijke verbetering. Ik ben bereid om met de Bureaus Jeugdzorg af te spreken dat ze deze werkwijze standaard gaan toepassen in dat soort situaties. Daarmee wordt bureaucratie op het terrein van de indicatiestelling voorkomen.


Brondocumenten


Historie