De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rinnooy Kan (D66), toe schriftelijk terug te komen op de positie en pensioenregeling van payrollkrachten in de werkingssfeer van de ABU-cao’s indien zij daar worden uitgeschreven.
Nummer | T02733 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 20 mei 2019 |
Deadline | 1 juli 2019 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Kamerleden | Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | ABU-cao's Payrolling pensioenregelingen |
Kamerstukken | Wet arbeidsmarkt in balans (35.074) |
Handelingen I, 2018-2019, nr. 29, item 5, p. 28
De heer Rinnooy Kan:
Van alle onderdelen die vandaag de revue zijn gepasseerd, was de payrolling zeker niet het minst besprokene. We kunnen denk ik toch met elkaar niet om de conclusie heen dat deze sector hoe dan ook een ingewikkelde toekomst tegemoet gaat. De pensioenregeling, die dan nu met enig uitstel tot stand zal komen, illustreert de complexiteit waarmee zij rekening heeft te houden. Ik hoop — en ik verwacht niet anders — dat de minister dit kritisch zal willen volgen. In dat verband heb ik eigenlijk nog geen reactie van hem gekregen op één punt van zorg in een lange lijst, namelijk de vraag of de berichtgeving juist zou zijn dat in de nieuwe ABU-cao de uit de payrollssector afkomstigen zich niet zouden kwalificeren voor deelname daaraan en voor het profiteren van de arbeidsvoorwaarden daarin vastgelegd. Als dat zo is, hoop ik dat de minister daar in ieder geval kritisch naar wil kijken. Desnoods kan hij dat ook na deze vergadering nog in onze richting meedelen.
Handelingen I, 2018-2019, nr. 29, item 5, p.34
Minister Koolmees:
De heer Rinnooy Kan vroeg naar de positie van payrollkrachten in de werkingssfeer van de ABU-cao's als ze daar worden uitgeschreven. De onderhandelingen voor de uitzend-cao's voor zowel de ABU als de NBBU lopen nog. Ik kan daar helaas nog niet op vooruitlopen. Mochten payrollkrachten inderdaad uit de werkingssfeer van de cao's geschreven worden, dan wil ik het volgende opmerken. Als dat zo is, ontlenen zij het recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die welke bij de inlener gelden en op een adequate pensioenregeling op grond van de wet zelf en ook op grond van de WAADI.
De heer Rinnooy Kan:
Heel kort en, nogmaals, ik behoef ook niet definitief uitsluitsel nu. Mijn zorg zou zich richten op situaties waarin de inlener geen pensioenregeling heeft. Wilt u daar nog even naar kijken?
Minister Koolmees:
Daar wil ik nog even naar kijken. Daar kom ik schriftelijk op terug, want volgens mij heeft dat te maken met de werkingssfeer van de STiPP-regeling. Daar kom ik nog even op terug voor de volledigheid. Dat doe ik dan schriftelijk.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 29, item 5
-
28 mei 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
24 mei 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van SZW over de stand van zaken inzake het arbeidsmarktbeleid, over pensioenvoorzieningen voor uitgeschreven payrollmedewerkers en over de aanbesteding van uitzendopdrachten
Op 28 mei 2019 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie SZW.
EK, J
-
-
20 mei 2019
toezegging gedaan