De minister-president zegt de Kamer toe dat hij de vraag van het lid Van Hattem (PVV) naar de indicatoren die zijn gehanteerd bij het begrip ‘brede welvaart’ zoals dat is geformuleerd in hoofdstuk 10b van het regeerprogramma over arbeidskrapte, schriftelijk zal beantwoorden dan wel aan de orde zal stellen in één van de individuele begrotingen.
Nummer | T03933 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 8 oktober 2024 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | A.W.J.A. van Hattem (PVV) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Brede welvaart indicator |
Kamerstukken | Miljoenennota 2025 (36.600) |
Handelingen I 2024/25, nr. 3, item 6, p. 47.
De heer Van Hattem (PVV):
“Ik lees in hoofdstuk 10b van het regeerprogramma, over arbeidsmarktkrapte: "Zonder deze keuzes komt zowel onze economische als onze brede welvaart in het gedrang." Nou wordt het begrip "brede welvaart" tegenwoordig wel vaker gebruikt, maar hier wordt het eigenlijk als een zelfstandig begrip gebruikt. Ik heb hierover weleens overleg gehad met het CBS en dat zei: het is eigenlijk een analytisch model waar je bepaalde indicatoren in kunt stoppen om te bepalen wat brede welvaart is. Mijn vraag is: welke indicatoren worden hierin gestopt vanuit het regeerprogramma?”
Minister-president Schoof:
“U zou mij een groot genoegen doen als ik daar inderdaad schriftelijk op zou mogen reageren, want die indicatoren heb ik zeker op dit moment niet paraat. Mogelijk zou het ook in een van de individuele begrotingen aan de orde kunnen komen.”
De heer Van Hattem (PVV):
“Uitstekend.” |
-
8 oktober 2024
toezegging gedaan