De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kluit (GroenLinks) en Moonen (D66), toe de Kamer voor het einde van 2021 nader te informeren middels een onderzoek dat gaat kijken wat ervoor nodig is om zoönose in de toekomst zo veel mogelijk te voorkomen.
Nummer | T03076 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 14 december 2020 |
Deadline | 1 januari 2022 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) Ir. ing. C.P.M. Moonen (D66) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | zoönosen |
Kamerstukken | Vervroegde beëindiging pelsdierhouderij (35.633) |
Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 2.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
De schaal en de wijze waarop wij in Nederland dieren houden, maakt ons land een groot risicogebied voor de uitbraak van nieuwe zoönosen. Dat gegeven geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid om snel te handelen wanneer er een uitbraak is. De ervaringen in de huidige covidpandemie laten zien dat we deze verantwoordelijkheid nog niet goed waar weten te maken. De wijze waarop het kabinet in 2020 heeft gehandeld, baart ons eerlijk gezegd flink zorgen. Deze zorgen laten zich samenvatten in de vraag of het kabinet bij een uitbraak voldoende redeneert vanuit het algemeen gezondheidsbelang, en vervolgens of we voldoende alert reageren vanuit het voorzorgprincipe in plaats van op basis van geconstateerde feiten.
(…)
Mevrouw Moonen (D66):
De fractie van D66 heeft een actieplan opgesteld om de risico's op een zoönose te verkleinen, juist omdat de risico's inderdaad groot zijn en enorme effecten kunnen hebben voor mensenlevens. Hoe kijkt de fractie van GroenLinks aan tegen dit actieplan? Het zijn heel concrete zaken zoals het stoppen van de internationale handel in wilde diersoor- ten. Dat is één actie, er staan er meer in. Hoe kijkt u aan tegen deze agenda en zou u zich daarbij kunnen aansluiten?
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Vanuit GroenLinks zouden we ons daar heel goed bij kunnen aansluiten. Ik denk dat het wel nodig is dat er eerst breed gekeken wordt naar wat er in Nederland nou eigenlijk aan de hand is: welke risico's lopen we en welk handelingsperspectief hebben we? Wat is een reëel stappenplan als een uitbraak zich voordoet? Ik ga daar straks nog uitgebreider op in.
Mevrouw Moonen (D66):
Dat is prima. Het actieplan zegt daar ook het nodige over, maar het is goed dat u daar kennis van neemt.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Ja.
(…)
In ieder geval zouden wij graag zien dat wij hier lering uit trekken. Daarom graag antwoord op de volgende vragen. Wat is de minister, gezien alles wat er al gebeurd is, van plan en wat gaat er gebeuren? Is het geen tijd om een grondig onafhankelijk onderzoek te doen naar de risico's en de handelwijze rondom zoönoses in relatie tot de dier- houderijen in Nederland? De minister verwees in het debat naar een brief van het kabinet op dit vlak. Het was kort dag. Ik heb gezocht, maar ik heb die niet kunnen vinden. Het kan aan ons liggen, maar graag meer informatie en antwoord op deze vragen.
Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 13-14.
Minister Schouten:
(…)
Mevrouw Kluit, en mevrouw Moonen bij interruptie, vroegen nog wat we gaan doen om naar de risico's en handelswijze van dierhouderijen in Nederland te kijken. Ons ministerie heeft in samenwerking met het ministerie van VWS en alle andere betrokken partijen een structuur voor het bestrijden van besmettelijke dierziekten en zoönose. Wij monitoren het "zoönotisch risico". Mijn woorden zijn altijd een beetje ... Het zoönotisch risico monitoren we intensief, bijvoorbeeld via de basismonitoring. Zodra er een indicatie is dat er een circulerend virus is dat ook zoönotische eigenschappen heeft, dan treedt de zoönotische structuur in werking. Dan is het ministerie van VWS leidend. Volksgezondheid staat echt altijd voorop. Gelet op de laatste ontwikkelingen en op de impact van zoönose op mens, dier en maatschappij, wil het kabinet vooruitblikken en naast de reeds bestaande instrumenten nog breder nagaan wat nodig is om zoönose in de toekomst zo veel mogelijk te voorkomen. Wij gaan er een onderzoek naar doen om te kijken wat daarvoor nodig is. Daar zal ik u samen met de minister van VWS voor het einde van het jaar nader over informeren. Een beoordeling door experts van de risico's en de handelswijze van Nederlandse en internationale dierhouderijen, zal hier onderdeel van uitmaken. Ik zei "voor het einde van dit jaar", maar ik denk dat voor het einde van volgend jaar wordt, want we zijn echt nog wel even bezig om dit goed vorm te geven.
Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 22.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Dank, voorzitter. Allereerst dank aan de minister voor alle antwoorden en voor de toelichting op het extra onderzoek dat gedaan gaat worden naar zoönosen in Nederland en een adequate aanpak. Ik ga ervan uit dat we dat ook als een toezegging kunnen beschouwen, en dat dat onze kant opkomt zowel in opzet als in het latere definitieve rapport.
Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 25.
Minister Schouten:
(…)
Als eerste de vraag van mevrouw Kluit. Zij vroeg of het onderzoek over de zoönose naar de Eerste Kamer kan. Dat kan. Zodra wij daar meer over weten, zullen we daar uw Kamer over informeren.
Brondocumenten
-
behandeling (zonder stemming aangenomen) Verslag EK 2020/2021, nr. 15, item 4
-
23 november 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 december 2020
toezegging gedaan