De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP) en naar aanleiding van de motie-Van Apeldoorn (SP) c.s. (EK 34.841, D), toe de juridische analyse door de Europese Commissie van de openstaande kwesties ten aanzien van de toetreding van de EU tot het EVRM aan de Eerste Kamer te doen toekomen en de Kamer te informeren over de precieze stand van zaken in het verplichte toetredingsproces en over (on)mogelijkheden die de regering ziet om de toetreding van de EU tot het EVRM op afzienbare termijn te realiseren.
Nummer | T02584 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 10 april 2018 |
Deadline | 1 januari 2019 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP) |
Commissie | commissie voor Europese Zaken (EUZA) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Europese Commissie juridische analyse toetreding EU tot EVRM |
Kamerstukken | Staat van de Europese Unie 2018 (34.841) |
Handelingen I 2009-2010, nr. 26, item 8 - blz. 38
De heer Van Apeldoorn (SP):
Het verheugt de SP-fractie dat het de inzet blijft van de regering om toetreding van de Europese Unie tot het EVRM te realiseren. De minister stelt dat het vastzit, want er ligt
een uitspraak van het Europese Hof in Luxemburg van vier jaar geleden dat er juridisch gezien een bepaald probleem zou zijn. Mijn vraag is: waar zit het hem dan precies in? In
een weging van dit kabinet? Wat ziet het kabinet als de mogelijkheden en onmogelijkheden om dat alsnog te realiseren? Met andere woorden, hoe wordt die inzet concreet vormgegeven? We wachten er namelijk eigenlijk al op sinds de ratificatie van het Verdrag van Lissabon.
Minister Blok:
De Europese Raad waar Nederland in vertegenwoordigd is, heeft de Europese Commissie gevraagd om met een analyse te komen van de juridische kwesties die nu nog spelen en om die ook snel af te ronden. Het Europees Parlement heeft hetzelfde gedaan. Met die analyse kan ik uw vraag beantwoorden, maar de Commissie is hier "in the lead". Zodra die analyse er is, zullen we die natuurlijk graag met de Kamer delen.
Handelingen I 2009-2010, nr. 26, item 8 - blz. 57
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ten slotte het EVRM en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het betreft hier een essentiële instelling in Europa dat een waardengemeenschap zal zijn en waarin de waarden van de democratische rechtsstaat centraal staan. Het ligt daarom dus voor de hand dat de EU, die deze waarden in zich draagt, toetreedt tot het EVRM. Niet alleen ligt dat voor de hand, maar het is al heel erg lang het plan, want het staat ook in artikel 6, lid 2 van het Verdrag van Lissabon. We hebben de regering hiernaar gevraagd. De minister heeft gewezen op een uitspraak van het Europees Hof van Justitie van eind 2014, maar sindsdien zit de zaak eigenlijk vast. We begrijpen en waarderen ook dat het kabinet zich er verder voor in zal zetten, maar we hadden toch wel gehoopt op een concreter plan van aanpak. We willen graag ook wat preciezer weten waarom en hoe de regering mogelijkheden ziet om deze toetreding alsnog te realiseren. Daarom dien ik bij dezen de volgende motie in.
[...]
De heer Postema (PvdA):
Voorzitter, mag ik via u de heer Van Apeldoorn vragen waarom deze vraag niet gewoon gesteld is, per brief of in eerste termijn?
De heer Van Apeldoorn (SP):
Dank voor deze vraag. Volgens mij heb ik deze vraag ook gesteld. Alleen was het antwoord nogal kort en eigenlijk weinig bevredigend. Waar het ons om gaat, is het volgende. Dit dossier ligt nu al heel erg lang stil. Het kabinet zegt telkens: dit ondersteunen wij; wij zetten ons hiervoor in. Maar vervolgens wordt verwezen naar de uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Wat ons betreft is dat niet voldoende. Wij willen graag in kaart gebracht hebben wat volgens het kabinet de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn om dit alsnog op afzienbare termijn te realiseren. Daar zouden wij graag een duidelijk antwoord op willen krijgen. Het kan zijn dat we die duidelijkheid straks in de beantwoording in tweede termijn alsnog krijgen. Maar daarom hebben we deze motie ingediend.
Handelingen I 2009-2010, nr. 26, item 8 - blz. 62
Minister Blok:
De motie over de toetreding tot het EVRM valt ook in de categorie van zaken waarover wij echt niet van mening verschillen. Ik wil die dus graag uitvoeren, ook als u haar niet in stemming brengt. Maar we moeten ook niet naar verschillen zoeken waar die er niet zijn. Ik heb ook aangegeven dat de Commissie de partij is die de juridische uitspraak
moet implementeren. Wij vinden ook dat dat snel moet gebeuren, maar ik heb echt de reactie van de Commissie nodig om te kunnen beoordelen welke vervolgstappen er
genomen moeten worden. Die wil ik wel graag snel met de Kamer delen. Het kabinet wil graag dat de EU snel tot het EVRM toetreedt. Als de motie wordt ingetrokken, zullen we haar dus uitvoeren, en als ze toch wordt ingediend, zullen we haar ook uitvoeren.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen Verslag EK 2017/2018, nr. 26, item 8
-
-
6 oktober 2020
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
22 september 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Toezegging T02655 afgedaan door de cie. BDO op 24 september 2019.
Op 24 september 2019 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie voor BiZa/AZ voor zover het de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) betreft.
EK, G
-
-
23 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BuZa en de minister voor BHenO inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Op 23 april 2019 door de Commissie BiZa/AZ voor kennisgeving aangenomen wat betreft de toezegging Toezending conceptversie richtlijn (T01237)).
De deadline van toezegging Rechtsbescherming als basisvoorwaarde voor het al dan niet instemmen met TTIP (T02124 ) is op 14 mei 2019 door de commissie BDO verlengt tot 1 juli 2021.
EK, C
-
-
10 april 2018
toezegging gedaan