T01883

Toezegging Invloed fosfaat op visstand (33.322)



De Staatssecretaris van Economische Zaken zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Faber-van de Klashorst, toe de Kamer per brief te informeren over de invloed van fosfaat op de visstand.


Kerngegevens

Nummer T01883
Status voldaan
Datum toezegging 10 december 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen fosfaat
visstand
Kamerstukken Invoering mestverwerkingsplicht (33.322)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 12, item 21 - blz. 72

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Vanuit Europese richtlijnen heeft Nederland de verplichting om het water te beschermen tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, zoals is vastgelegd in de Nitraatrichtlijn. Tevens dient Nederland een kader vast te stellen voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, zoals is vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. Momenteel voldoet de kwaliteit van het grondwater, in alle delen van het land, nog niet aan de richtwaarde uit de Nitraatrichtlijn. En in het oppervlaktewater worden op veel locaties hogere waarden aan fosfaat en/of stikstof aangetroffen dan gewenst is in het kader van de Kaderrichtlijn Water.

Zoals het LEI Wageningen en het Planbureau voor de Leefomgeving aangeven, wordt dit niet enkel veroorzaakt door dierlijke mest afkomstig van Nederlandse landbouwbedrijven. Een paar getallen betreffende de oorzaak van stikstofdepositie in 2012: 40% door de landbouw, 36% door het buitenland, 7,5% onverklaarbaar en 3% door internationale scheepvaart. Uit de emissieregistratie blijkt dat de grootste binnenlandse bron van fosfor in het oppervlaktewater wordt veroorzaakt door af- en uitspoeling en directe emissies uit de landbouw. In 2011 was dit 63%. Andere bronnen zijn onder andere rioolwaterzuiveringsinstallaties en riooloverstorten. Dit was in 2011 32%.

Wat ik hiermee wil benadrukken, is dat niet alleen de boeren debet zijn aan het mineralenoverschot, terwijl zij er wel dikwijls als enigen op worden aangekeken. Mede in dit verband dient ervoor gewaakt te worden dat er geen onredelijke eisen gesteld worden aan de agrarische sector. En zeker niet uit Brussel. Ook zou het interessant kunnen zijn om de relatie tussen de visstand en de hoeveelheid fosfaat in het water, nader te bestuderen. Er zijn beweringen dat een afname van fosfaten een negatieve invloed heeft op de visstand. Is de staatssecretaris hiervan op de hoogte? En is zij bereid om dit nader te laten onderzoeken?

Handelingen I 2013-2014, nr. 12, item 21 - blz. 90

Staatssecretaris Dijksma:

Mevrouw Faber vroeg of ik bekend ben met de invloed van fosfaat op de visstand. Ik ben daarvan op de hoogte, want een van mijn ambtsvoorgangers heeft hierover al informatie met de Kamer uitgewisseld. Ik zal de Kamer daarover bij brief informeren.


Brondocumenten


Historie