T01061

Toezegging ministeriële regeling bronheffing bij bijstandsuitkering (31.736)



De minister zegt, naar aanleiding van vragen van de leden Putters en Slagter-Roukema, dat bronheffing bij bijstandsuitkeringen de standaardpremie betreft (100% en dus geen opslag van 30%). Deze separate trajecten worden in een ministeriële regeling verankerd.


Kerngegevens

Nummer T01061
Status voldaan
Datum toezegging 23 juni 2009
Deadline 1 januari 2010
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden prof.dr. K. Putters (PvdA)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen bijstandsuitkering
bronheffing
wanbetalers
zorgverzekeringen
Kamerstukken Structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering (31.736)


Uit de stukken

Handelingen 2008-2009, nr. 36, blz. 1647-1671

Blz. 1652

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): “De toezegging dat de bestuursrechtelijke premie via bronheffing bij bijstandsuitkeringen beperkt blijft tot de standaardpremie, dus geen opslag van 30%, is niet in het wetsvoorstel geregeld. Wij vinden het een goede toezegging maar hoe wordt dit juridisch geregeld?”

(…)

Blz. 1653

De heer Putters (PvdA): “Over de boetes bij wanbetaling heeft de minister toegezegd dat het bij de bronheffing bij bijstandsgerechtigden alleen de standaardpremie betreft en niet een opslag van 30% zoals in andere gevallen. Dat vinden wij een belangrijke toezegging. Het kan immers niet zo zijn dat mensen die onmachtig zijn om hun zorgverzekeringspremie te betalen, bij het verevenen van de betalingsachterstand beneden het sociaal minimum komen. Kan de minister bevestigen dat dit het geval is, ook als er sprake is van boetes?”

(…)

Blz. 1654

De heer Putters (PvdA): “De bronheffing vindt plaats op de standaardpremie en bij bijstandsgerechtigden is geen sprake van een opslag van 30%. Ook dat is een belangrijke toezegging, omdat anders in een groot aantal gevallen de hele aflossingscapaciteit in beslag genomen wordt en de mogelijkheid wordt geblokkeerd om alsnog ook met andere crediteuren tot regelingen te komen om een ontstane betalingsachterstand in te lopen.”

(…)

Blz. 1665

Minister Klink: “De heer Putters vraagt hoe het zit met wanbetalers met een uitkering. De bronheffing op een uitkering is 100%.”

(…)

Minister Klink: “De bronheffing op een uitkering is 100%, de overige 30% wordt door het CJIB geïnd. Daarbij moet ook het CJIB overigens rekening houden met de beslagvrije voet. Ik kan bevestigen dat men niet onder het bestaansminimum kan vallen. Als schuldhulpverlening tot stand komt – dat is al verschillende keren gebezigd – wordt de

restschuld door het CVZ kwijtgescholden.”

(…)

Blz. 1666

Minister Klink: “Ik kom op de taakverdeling tussen CVZ en CJIB. Het CVZ probeert zo veel mogelijk de bestuursrechtelijke premie via bronheffing te innen. Er gelden uitzonderingen

voor uitkeringsgerechtigden en minvermogenden. Bij hen wordt 100% bronheffing gerealiseerd en het restant wordt via het CJIB geïnd. Als de bronheffing, die 130% dan wel die 100%, echter niet in zijn geheel mogelijk is omdat het inkomen te laag is of omdat het om een student gaat of anderszins, krijgen wij een volledige incasso door het CJIB. Het CVZ voert alleen bronheffing uit als het gehele bedrag kan worden geïnd, 130% dan wel 100%. Wij hebben het dan over degenen die minvermogend of uitkeringsgerechtigd zijn.”

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): “De minister zegt nu impliciet dat het 100% is bij uitkeringsgerechtigden. Volgens onze informatie staat dat niet in de wet. Ik heb wel ergens gelezen dat het in een ministeriële regeling zou komen te staan, maar het is natuurlijk wel belangrijk dat dit juridisch wordt afgedekt.”

Minister Klink: “Wat in de wet staat dan wel een wettelijke grondslag kent, is de beslagvrije voet. Wij hebben hier vrij uitvoerig over gesproken met de minister van Justitie en de minister van Sociale Zaken. Die beslagvrije voet was voor ons de reden dat de 100%- en niet de 130%-inning zou moeten plaatsvinden op het moment dat men minvermogend of uitkeringsgerechtigd is. Daarom separeren wij die andere 30% via het CJIB. Wij zullen in de ministeriële regeling zorgverzekering verankeren dat die 100% en 30% separate trajecten zijn. Nogmaals: los van die regeling is er kennelijk een dwingendrechtelijke reden om te zeggen dat je niet onder die beslagvrije voet kunt. Die 100% zal dus altijd het maximum zijn.”

(…)

Blz. 1668

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): “Hij heeft gezegd dat de 100%-regeling geldt voor de minima, maar dat er sowieso andere wetgeving is die dat waarborgt. Hij gaat het ook expliciet in een ministeriële regeling opnemen.”

(…)

Blz.  1669

De heer Putters (PvdA): “Dank voor de toezegging dat het bij de bronheffing bij bijstandsgerechtigden enkel de standaardpremie betreft en niet een opslag van 30%. De minister is er helder over geweest: het staat niet in de wet, maar het komt in een ministeriële regeling. Dat is voor ons afdoende. Wij houden de minister graag aan die toezegging, want wij willen niet dat mensen onder het sociaal minimum terechtkomen.”


Brondocumenten


Historie