T03712

Toezegging Monitoring en tussenevaluatie Wkb (34.453)



De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de kostenontwikkeling, het effect op de consumenten, dus de koper van een huis, het effect op mkb-bedrijven en in het bijzonder het effect op de kleinere bedrijven zal worden meegenomen bij de monitoring en tussenevaluatie. De minister zegt ook toe dat er een jaarlijkse monitoring zal plaatsvinden. De minister zal de Kamer over die monitoring berichten. Ook wordt toegezegd dat een jaar na ingang van de Wkb de eerste tussenevaluatie aan de Kamer wordt toegekomen.


Kerngegevens

Nummer T03712
Status openstaand
Datum toezegging 11 juli 2023
Deadline 1 januari 2024
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Kamerleden drs. Th.W. Rietkerk (CDA)
Commissie commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen bouwen
handhavingskadaster
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
WKB
Kamerstukken Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34.453)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2022-2023, 34453, AP- blz. 4.

De heer Rietkerk (CDA):

(…)

“Een tweede vraag is: wanneer en op welke wijze zal de evaluatie en de monitoring plaatsvinden van de AMvB van de Wkb? Ik kort hem even af.”

Kamerstukken I 2022-2023, 34453, AP- blz. 10-11.

Minister de Jonge:

(…)

“Over de monitoring was er een vraag van het CDA. Ik wil die monitoring intensiveren. We hadden afgesproken om dat drie jaar na de inwerkingtreding te doen. Maar gegeven de vragen die bijvoorbeeld vanuit kleine bouwers gerezen zijn -- dat zijn vragen zoals: is dit voor ons ook doable? -- wil ik eerder de vinger aan de pols houden. Dat kan er ook toe leiden dat je eerder kunt acteren. Dat betekent dat ik gewoon jaarlijks die monitoring wil hebben. Ik zal u ook jaarlijks over die monitoring berichten. Ik wil eigenlijk aan u toezeggen dat ik een jaar na ingang de eerste tussenevaluatie aan uw Kamer doe toekomen.”

Kamerstukken I 2022-2023, 34453, AP - blz. 12.

Minister de Jonge:

(…)

“Het is wel eerlijk om te zeggen dat kleinere bouwers, zeker nu die uitvoeringspraktijk zich nog moet zetten, het ook wel veel werk vinden om zich er helemaal toe te zetten; daar moeten we gewoon eerlijk in zijn. Daar zullen we dus gewoon heel alert op moeten zijn, ook in de evaluatie. We zullen kleinere bouwers hier ook echt bij moeten helpen. Ik heb daar oog voor en zie ook dat dit een vraagstuk is.”

Kamerstukken I 2022-2023, 34453, AP - blz. 13.

De heer Rietkerk (CDA):

(…)

“Het derde punt gaat over monitoring en intensivering. Ik hoorde nu een toezegging over één jaar na ingang en dan jaarlijks. Dat is sneller dan het op de papieren staat, maar dat is dus een toezegging. Gaat de minister dan bij die evaluatie in op de kostenontwikkeling, op het effect op de consumenten, dus de koper van een huis, op het effect op mkb-bedrijven en in het bijzonder op het effect op de kleinere bedrijven?”

Kamerstukken I 2022-2023, 34453, AP - blz. 17.

Minister de Jonge:

(…)

“Waarom ben ik niet bezorgd over de twee weken na oplevering? Dan gaat het over een gereedmelding door een aannemer. […] Die twee weken lijken me daar dus niet het probleem. Maar laten we dat meenemen in die monitoring.”

Kamerstukken I 2022-2023, 34453, AP - blz. 17.

Minister de Jonge:

(…)

“De monitoring is dus jaarlijks. Kunnen we daar ook de kosten in meenemen? Ja, ik denk dat dat kan.”


Brondocumenten


Historie