De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten (CDA), toe bij brief of bij de Algemene Europese Beschouwingen te reageren naar aanleiding van de bestudering van het onderzoek van de heer Keneman.
Nummer | T03407 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 februari 2022 |
Deadline | 1 januari 2023 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | M.G.H.C. Oomen-Ruijten (CDA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) commissie voor Europese Zaken (EUZA) commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | EU en de rechtsstaat (35.295) |
Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 14
Minister Hoekstra:
Voorzitter. Dan had ik nog een vraag van mevrouw Oomen. Zij verwees naar onderzoeker Keneman. Ik moet helaas bekennen dat ik niet bekend ben met dat onderzoek. Ik ben het zeer met haar eens dat de Commissie, het Parlement en de Raad een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. Ik zou even willen studeren op het onderzoek van de heer Keneman. Ik beloof haar dat ik er bij brief of bij het debat over de Unie op terugkom. Zij weet mij altijd goed te vinden, dus laat ik zorgen dat ik haar weet te vinden als wij onderzoeker Keneman niet op het spoor weten te komen.
Brondocumenten
-
voortzetting debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie Verslag EK 2021/2022, nr. 16, item 11
-
12 juli 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
6 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 februari 2022
toezegging gedaan