De Minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van diverse leden, toe het overgangsrecht uit te breiden naar ouders die nu voor de bijstand als alleenstaande ouder worden aangemerkt, omdat hun partner in een tehuis verblijft, gedetineerd is of met onbekende bestemming is vertrokken, maar die per 1 januari 2015 door het afwijkende partnerbegrip voor toeslagen niet in aanmerking komen voor de alleenstaande ouder-kop in het kindgebonden budget. In de SZW-begroting 2015 zal hiervoor dekking worden gezocht.
Nummer | T01980 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 10 juni 2014 |
Deadline | 1 januari 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Kamerleden | A. Elzinga (SP) Dr. P. Ester (ChristenUnie) Mr. F.H.G. de Grave (VVD) Mr. W.B. Hoekstra (CDA) Drs.ir. A.L. Koning (PvdA) Prof.dr. C.A. de Lange (Fractie-De Lange) Mr. M.C. Scholten (D66) C. P. Thissen (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | alleenstaande ouderkoptoeslag alleenstaande ouders kindgebonden budget overgangsrecht partnertoeslagen |
Kamerstukken | Wet hervorming kindregelingen (33.716) |
Handelingen I 2013-2014, nr.33-15-7/8
Minister Asscher:
Van verschillende kanten is gevraagd naar de visie van de regering op de problematiek van de alleenstaande-ouderkop en het partnerbegrip in het kader van de Wet Awir. Mij is ook gevraagd te reageren op de cijfers van Divosa. [...]
Een alleenstaande ouder is daarom gedefinieerd als een ouder die geen toeslagpartner heeft. Dat geeft voor twee groepen ouders een bijzondere situatie. Ik wil die twee groepen hier kort bespreken. De eerste groep is de groep die behalve met het verschil in partnerbegrip, ook te maken krijgt met de kostendelersnorm. Voor die groep is een jaar langer overgangsrecht beschikbaar als gevolg van het amendement-Hamer dat in de Tweede Kamer is aanvaard. Voor hen vervalt de 20% aanvulling in de bijstand een jaar later, per 2016. Dat geeft deze mensen langer de tijd om zich op de inkomstenterugval voor te bereiden. Het amendement ziet niet op de andere groep alleenstaande ouders waar vandaag ook aandacht voor is gevraagd: de ouders die voor het kindgebonden budget een partner hebben, maar voor de bijstand als alleenstaande worden aangemerkt, omdat hun echtgenoot of geregistreerd partner in een tehuis verblijft, gedetineerd is of met onbekende bestemming is vertrokken. Naar verwachting gaat het hierbij om een paar duizend ouders die nu nog als alleenstaande ouder worden aangemerkt in de bijstand. Door dat andere partnerbegrip komen zij straks niet in aanmerking voor de alleenstaande ouder-kop. Ongeveer de helft van die groep wordt gevormd door de mensen over wie wij het nu hebben. [...]
Gezien het hier breed gedragen gevoel, zoals betoogd door de heer Hoekstra, mevrouw Koning en de heer Ester, zal ik het extra overgangsrecht op basis van het amendement-Hamer zodanig aanpassen, dat de volledige groep ouders die nu voor de bijstand als alleenstaande ouder wordt aangemerkt en straks door dat andere partnerbegrip niet in aanmerking komt voor de alleenstaande ouder-kop in het kindgebonden budget, onder dat overgangsrecht begrepen moet worden. Dat geeft deze groep een jaar langer de tijd om zich voor te bereiden.
De heer Hoekstra (CDA):
Kan de minister nog wat explicieter maken welk prijskaartje hij hieraan hangt? Naar mijn inschatting moet de minister een bedrag van iets tussen de 5 en 10 miljoen euro beschikbaar stellen om deze groep tegemoet te komen. Kan hij hier een nadere duiding aan geven, opdat wij weten waar wij het in concreto over hebben?
Minister Asscher:
De berekening van de heer Hoekstra is correct. Wij moeten aan zo'n soort bedrag denken om het overgangsjaar te kunnen financieren. Ik heb die middelen nu niet bij mij. Met de toezegging die ik wil doen, gehoord het debat in de Kamer, verplicht ik mij om bij de begrotingsvoorbereiding in augustus ergens in mijn begroting een dekking te vinden voor dat bedrag. Dat realiseer ik mij terdege. Het is niet gratis. Ik ben gevoelig voor de argumenten die in de Kamer gewisseld zijn. Het wetsvoorstel streeft doelen na die je in meer of mindere mate kunt ondersteunen, maar het was geen doel om deze ouders in het bijzonder te treffen. Het is een onvermijdelijk gevolg van het andere partnerbegrip, maar dat wil niet zeggen dat ik niet gevoelig ben voor het argument dat de inkomensachteruitgang voor deze groep wel heel stevig is. Vandaar dat ik die toezegging wil doen. Verscheidene sprekers gaven aan daar groot belang aan te hechten.
Handelingen I 2013-2014, nr.33-15-17
Minister Asscher:
Ik heb gehoord dat de toezegging die ik heb gedaan, wordt gewaardeerd en als adequaat wordt beschouwd door diverse fracties. Daar ben ik blij mee, want dit betekent dat ik daarmee aan de slag kan gaan. Ik heb ook gehoord dat sommige fracties dit graag op papier willen zien. Daar zit een zekere getraptheid in, want bij de afspraken hoort ook dat wij in 2015 kijken hoe een en ander zich ontwikkelt. Ik zal op zijn minst de toezegging die ik vanavond heb gedaan, nog eens op papier zetten. Dat is ook het verzoek van de heer Elzinga. Ik zal die waar mogelijk verrijken. Ik kan geen volledigheid garanderen of beloven. Ik heb ook niet uitvoerig kunnen reageren op alles wat in de Divosa-brief staat, omdat ik die pas vandaag heb ontvangen en ik voorzichtig wil zijn met de reactie van de gewaardeerde partner. Ik zal dus een brief sturen met de portee van de toezegging, waar mogelijk wat verrijkt.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 33, item 15
-
-
24 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
17 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 juni 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 juni 2014
toezegging gedaan