De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Koole (PvdA) en Huijbregts-Schiedon (VVD), toe om in overleg te treden met de VNG over eigen maximumsalarissen van lokale overheden en de uitkomst van dat overleg per brief aan de Eerste Kamer mede te delen.
Nummer | T01605 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 november 2012 |
Deadline | 31 mei 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | W.H. Huijbregts-Schiedon (VVD) Prof.dr. R.A. Koole (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | normering topinkomens wethoudersnorm |
Kamerstukken | Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (32.600) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 5 - blz. 8-9
De heer Koole (PvdA): Tot slot heb ik nog enkele vragen ter verduidelijking van de doorwerking van de wet op het subnationale niveau. Lokale overheden geven immers soms ook subsidies aan instellingen die volgens deze wet als semipubliek zouden worden aangemerkt. Als er een dergelijke subsidierelatie aanwezig is, kan de betrokken lagere overheid dan nadere voorwaarden stellen over de maximumsalariëring bij de betreffende instelling of is het zo dat hier het in de wet gestelde maximum of het volgens deze wet door de minister vastgestelde sectorale maximum geldt en dat hiervan niet door de lagere overheden kan worden afgeweken? Een vergelijkbare vraag geldt voor het idee van een zogenaamde "wethoudersnorm" waarvoor in sommige plaatsen wordt gepleit. Kan een gemeente bepalen dat voor gemeentelijke ambtenaren die vallen onder de definitie van "topfunctionaris" in de wet, een maximumsalariëring geldt ter hoogte van het salaris van een wethouder in die gemeente? Het achterliggende idee bij deze vragen is of er hier sprake is van gemeentelijke autonomie en, zo ja, of de minister een ontwikkeling naar lokaal ingrijpen en lokale variatie wenselijk acht?
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 29-30
Minister Plasterk: Het andere algemene punt waarover verschillende leden hebben gesproken, betreft de "wethoudernorm" of de "Brabantnorm". De vraag was in hoeverre het lokale overheden is toegestaan om eigen normen te stellen. Ik stel voorop dat als die eigen normen ruimer zijn dan die in de WNT, overheden tegen de grens van de WNT oplopen. Dan geldt vanzelfsprekend de Wet normering topinkomens. Ik aarzel eigenlijk om mij uit te spreken over de bevoegdheden van lokale overheden om verdere grenzen te stellen. Zij zullen zich moeten houden aan de wet en aan de geldende collectieve arbeidsovereenkomsten. De vrijheid van onderhandelen geldt natuurlijk ook voor die kant van de spiegel. Als zij zich in de rol van werkgever voornemen om niet meer dan een bepaald salaris te betalen, dan kan ik niet vanuit mijn positie overzien of zij die ruimte krijgen. Of dat rechtmatige subsidievoorwaarden zouden zijn, valt in elk geval buiten de reikwijdte van deze wet. Ik kom dus eigenlijk niet toe aan het geven van een specifiek antwoord op de vraag naar de wenselijkheid van zo'n lokale norm.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 37
De heer Koole (PvdA): Mijn volgende opmerking betreft de wethoudersnorm, de Brabantnorm. Hebben lagere overheden die bijvoorbeeld een subsidierelatie hebben met een instelling, de vrijheid om een eigen norm te stellen? Geldt dit ook ten aanzien van de eigen ambtenaren die onder de definitie van deze wet vallen? De eigen norm zal nooit hoger zijn dan het maximum dat in de wet is vastgesteld, maar kan hij wel lager zijn? Kiest de minister voor de autonomie van de gemeenten? Dat kan, dat is een heel principiële keuze. Het effect daarvan kan echter zijn dat het in de ene gemeente zus en in de andere gemeente zo is geregeld en dat ambtenaren die van de gemeente naar het Rijk gaan, met verschillende regimes te maken krijgen. Of wil de minister dit niet en streeft hij ernaar dat de vrijheid van gemeenten in het stellen van een norm voor de maximumsalariëring van ambtenaren beperkt wordt? Daarover zou ik graag duidelijkheid krijgen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 38
Mevrouw Huijbregts-Schiedon (VVD): Ik kom nog even terug op de decentrale overheden. Dit lijkt wel afgesproken met de heer Koole, maar het is puur toeval in dit geval. De minister is niet heel erg duidelijk over de eigen normen van de decentrale overheden. Ik begrijp dit best. Natuurlijk gaat men niet over de norm heen. Wat zijn echter de effecten als het de gemeenten of provincies – Brabant is daar een voorbeeld van – vrijstaat om onder de normen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector te gaan zitten? Ik had het daarnet even gekscherend over het wethoudersalaris. Als je het wethouderssalaris als norm neemt, kom je in Amsterdam natuurlijk op een totaal andere norm uit dan in Oosterhout. Ik vraag hier graag aandacht voor. Als de minister toch gaat praten met de VNG en waarschijnlijk ook nog weleens met het IPO over de grens van 500.000 voor gesubsidieerde instellingen, kan hij dit dan ook aan de orde stellen? Laat de Kamer even weten wat de uitkomst daarvan is. Kunnen daar verdere afspraken over gemaakt worden?
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 40
Minister Plasterk: Ik dank de heer Koole voor de toelichting over het punt waarover wij daarnet een discussie hebben gehad. Dan de wethoudersnorm. Wil ik de vrijheid beperken van lokale overheden om een eigen norm in te stellen of kies ik voor de autonomie van de gemeenten? Ik wil in deze Kamer toch een enigszins constitutioneel antwoord op geven en precies zijn over wat aan mij is om bij de bespreking van dit wetsvoorstel te antwoorden. Nee, ik wil niet de vrijheid van het lokaal bestuur beperken om eigen keuzes te maken. Dat zou ik ook helemaal niet mogen doen, maar daarmee is niet gezegd dat elke keuze mag. Ik kan werkelijk niet overzien of het in rechte houdbaar is wanneer men bij een gesubsidieerde instelling besluit om een bepaald maximumsalaris als voorwaarde op te leggen. Daarover zou ik advies moeten vragen. Dat kan ik niet overzien en ik weet ook niet of dat wenselijk is. Ik weet wel dat het lokaal bestuur zich voor het eigen personeel, dat volledig valt onder categorie 1, dus met maximumbetaling, er wel aan zal moeten houden. Nogmaals, ik heb niet het voornemen om dat vanaf hier te beperken, maar het kan een zekere beperking hebben. Of het wijs is om het te doen is aan het direct gekozen lokaal bestuur, dus ik wil daar niet in treden. Ik kan wel toezeggen om in overleg te treden met de VNG en te vragen hoe zij hiermee denkt om te gaan. Ik zeg toe dat ik de uitkomst van dat overleg per brief aan deze Kamer zal meedelen. Ik zie dit als een acceptabele manier om met dit onderwerp om te gaan.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 6, item 7, blz. 28-41
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 6, item 5, blz. 6-16
-
12 juli 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
7 juli 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over eigen maximumsalarissen van lokale overheden
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 12 juli 2016
EK 32.600, Q
-
-Antwoorden op kamervragen van de Tweede Kamerleden Koolmees en Kerstens over de uitspraak van de Raad van State dat Haagse subsidieregels die topsalarissen verbieden in strijd zijn met de wet
-
-
17 mei 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
28 april 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 17 mei 2016
EK, E
-
-
22 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
14 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BiZa/AZ op 22 september 2015
EK 34.000 VII / 34.000 IV, F
-
-
8 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
8 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over de voortgang van de normering van topinkomens in de (semi)publieke sector
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK 32.600, N
-
-
16 juni 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
29 mei 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief inzake uitstelbericht modelaanpak decentrale normstelling
voor kennisgeving aangenomen op 16 juni 2015
EK 32.600 / 33.978, M
-
-
17 maart 2015
nieuwe deadline: 31 mei 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 18 december 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: In de Memorie van antwoord van april 2014 is dit onderwerp wel behandeld, maar is de toezegging nog niet afgedaan. Inmiddels is de stand van zaken dat definitieve conclusies op dit vlak naar verwachting in het najaar aan de Eerste Kamer gezonden kunnen worden.
De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 18 december 2014.
-
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
10 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 juli 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de uitvoering van de toezeggingen T01604 en T01605
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BZK/AZ op 10 september 2013
EK, J
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
3 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor BZK/AZ en voor Koninkrijksrelaties op 16 april 2013
EK, C
-
-
6 november 2012
toezegging gedaan