De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bredenoord, toe te bezien of de inzichten van de wetenschappelijke participatieladder ook van toepassing kunnen zijn op de ontwikkeling van het plan van aanpak.
Nummer | T02291 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 april 2016 |
Deadline | 1 januari 2017 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Kamerleden | Prof.dr. A.L. Bredenoord (D66) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | inclusie mensen met een beperking participatie plan van aanpak |
Kamerstukken | Goedkeuring verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (33.992 (R2034)) Uitvoering verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (33.990) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 27, item 8, blz. 2/3
Mevrouw Bredenoord (D66):
Publieke financiers van medisch-wetenschappelijk onderzoek, zoals NWO en ZonMw, vragen sinds enkele jaren aan onderzoekers om per project aan te geven op welke manier en op welke ladder van participatie patiënten en proefpersonen worden betrokken in de voorgestelde wetenschappelijke studie. Het CBO-handboek patiënten- / cliëntenparticipatie maakt daarin onderscheid tussen vijf treden op de ladder: informeren, raadplegen, adviseren, partnerschap en regie bij de patiënt. Deze ladder is een handig hulpmiddel bij de keuze van de geschikte vormen van patiënten- en cliëntenparticipatie en kan inzicht geven in de gewenste vormen van participatie. Is de staatssecretaris op de hoogte van deze ladder zoals hij gebruikt wordt bij wetenschappelijk onderzoek? Zou het behulpzaam zijn als het plan van aanpak concreet aangeeft aan welke vormen en ladders van participatie de regering zit te denken? Heeft de staatssecretaris andere kaders in gedachten, bijvoorbeeld instrumenten als gemeenten geen stappen blijken te zetten? Ik hoor graag een reactie.
Handelingen I 2015-2016, nr. 27, item 8, blz. 14/15
Staatssecretaris Van Rijn:
In het kader van de implementatie van het verdrag willen wij met maatschappelijke organisaties, zoals cliëntenorganisaties, werkgevers, gemeenten, maar ook ervaringsdeskundigen kijken welke doelstellingen kunnen worden geformuleerd voor die inclusieve samenleving. Een interessante gedachte van mevrouw Bredenoord had betrekking op, een beetje oneerbiedig gezegd, de wetenschapsladder. Het gaat soms inderdaad over hoe we informatie moeten verstrekken en hoe we moeten communiceren in termen van bewustwording. Soms gaat het echter ook om het maken van afspraken over een redelijke termijn voor het doen van investeringen om de toegankelijkheid te bevorderen. Ik ben zeer bereid om te bezien of de inzichten van die wetenschapsladder ook van toepassing kunnen zijn op de ontwikkeling van het plan van aanpak.
Handelingen I 2015-2016, nr. 27, item 8, blz. 22
Mevrouw Bredenoord (D66):
Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden op onze vragen, onder andere over [...] het concreter maken van het plan van aanpak, de nadere invulling van cliëntenparticipatie — ik denk echt dat de inzichten uit wetenschappelijk onderzoek daar ontzettend goed bij kunnen helpen .
Brondocumenten
-
behandeling (zonder stemming aangenomen ) Verslag EK 2015/2016, nr. 27, item 8
-
11 april 2017
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
28 maart 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief betreffende Implementatieplan VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
voor kennisgeving aangenomen op 11 april 2017
EK, D
-
-Implementatieplan VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
-
-
12 april 2016
toezegging gedaan