De staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Moonen (D66), toe dat hij de Kamer periodiek zal informeren over de voortgang van het proces rondom de ontwikkeling van een investeringsmodel voor preventie, zoals opgenomen in het Regeerakkoord 2025-2028.
Nummer | T03937 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 24 september 2024 |
Verantwoordelijke(n) | staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport |
Kamerleden | Ir. ing. C.P.M. Moonen (D66) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | investeringsmodel preventie |
Kamerstukken | Regeling van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten (36.403) |
Handelingen I 2024-25, nr. 1, item 8, p. 4
Staatssecretaris Karremans:
(…)
Ik verwijs ook eventjes naar een zin van mijn hand in het Regeerprogramma 2025-2028, namelijk dat wij gaan werken aan een investeringsmodel voor preventie. Ik heb breder gezien, ook in mijn ervaring als wethouder in Rotterdam, dat het ons als overheid maar beperkt lukt om preventie goed in onze begrotingssystematiek te verwerken. Dat is hier niet anders. We weten dat bepaalde investeringen later kosten besparen, maar omdat financieringsstromen vaak zo verkokerd zijn, weten we dat niet aan elkaar te verbinden, met als gevolg dat preventie eigenlijk een totaal geïsoleerde post is op de begroting van VWS. Je zou ook kunnen zeggen: we weten dat het in de toekomst bepaalde kosten bespaart; we gaan kijken of we dat geld naar voren kunnen halen en ervoor kunnen zorgen dat die kosten überhaupt niet meer plaatsvinden. Het lastige daaraan is dat het moeilijk kwantificeerbaar is en je ook afspraken moet maken voor als iets niet lukt. Dat zeg ik er gelijk bij. Daarom wil ik ook werken aan een investeringsmodel. We hebben dus in het regeerprogramma afgesproken om te gaan werken aan een investeringsmodel voor preventie.
Mevrouw Moonen (D66):
Ik ben zelf toezichthouder bij het Maastricht Universitair Medisch Centrum. Limburg is een regio met heel veel armoede. Veel mensen verkeren qua sociale zekerheid in een zwakke posities. Zij hebben alle belang bij preventie. De staatssecretaris geeft eigenlijk aan dat hij wil gaan ontschotten; zo interpreteer ik het. Hij noemt dat woord niet, maar ik hoor het wel. Daar ben ik wel in geïnteresseerd, want ik denk dat we inderdaad een integrale aanpak nodig hebben ten aanzien van bestaanszekerheid waarin preventie, gezondheid en armoede allemaal aan elkaar gerelateerd worden. Het gaat me om die samenhang der zaken. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of er in dat investeringsplan dat hij aan het maken is sprake is van die integrale benadering van bestaanszekerheid en de samenhang tussen armoede en gezondheid.
(…)
Mevrouw Moonen (D66):
Ik heb nog één korte vraag. Wanneer kunnen we dat investeringsmodel verwachten?
Staatssecretaris Karremans:
Ik probeer dat zo snel mogelijk te doen. Ik kan er nog geen verwachting bij geven. Ik wil er namelijk geen valse verwachtingen over scheppen. Ik kan u wel vertellen wanneer ik het actieplan vapen heb. De titel is overigens gelijk al geamendeerd door de andere Kamer: ik moest het "antivapen" noemen. Maar wat betreft dat investeringsmodel: dat is omdat ik weet dat dat soort veranderingen best wel lang duren. Je moet immers een systematiek proberen te wijzigen. Ook binnen mijn eigen ministerie is dat al een enorme klus. Wat ik wel kan doen, als de Kamer daar prijs op stelt, is eens in de zoveel tijd, als daar aanleiding toe is, een update sturen. Zo neem ik de Kamer mee in hoe dat proces loopt. We moeten er nog aan beginnen. Dat is de stand van zaken nu. Maar dat zou ik willen toezeggen, als daar prijs op wordt gesteld.
Handelingen I 2024-25, nr. 1, item 8, p. 5
De heer Van Gurp (GroenLinks-PvdA):
Ik wil het cirkeltje rondmaken. Op de vraag van mevrouw Moonen zei de staatssecretaris: als de Kamer er interesse in heeft, wil ik wel toezeggen dat ik van tijd tot tijd mijn vorderingen met dat investeringsmodel met u deel. Ik zou graag willen zeggen dat ik denk dat de Kamer dat zeer op prijs stelt. Zou u daar een formele toezegging van willen maken? Wat mij betreft mag die aan mevrouw Moonen gedaan worden, want zij stelde de vraag. Dat zou ik erg op prijs stellen. Dan komt u ook in het grote toezeggingenboek. Zo kunnen we het met elkaar bijhouden.
Staatssecretaris Karremans: Akkoord. Dat wil ik ook formeel toezeggen.
Mevrouw Moonen (D66): Uitstekend. Bedankt voor deze toezegging, staatssecretaris.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 1, item 8
-
22 oktober 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 oktober 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2024
toezegging gedaan