T03819

Toezegging Rapportage Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (36.418)



De minister voor Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Geerdink (VVD), toe dat hij met minister Adriaansens zal kijken hoe in de rapportage van het NPVI knelpunten heel expliciet aan de leden gecommuniceerd kunnen worden en dat die rapportage ook met de Eerste Kamer wordt gedeeld. De minister gaat met de betrokkenen in conclaaf en zoekt naar oplossingen voordat bedrijven omvallen of verplaatsen naar het buitenland.


Kerngegevens

Nummer T03819
Status openstaand
Datum toezegging 12 december 2023
Deadline 1 juli 2024
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Klimaat en Groene Groei
Kamerleden Drs. P.W. Geerdink (VVD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen handelingsperspectief
infrastructuur
Nationaal Programma Verduurzaming Industrie
Kamerstukken Belastingplan 2024 (36.418)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 12, item 3, blz. 5-6

Mevrouw Geerdink (VVD):

Ook mij en onze fractie bereiken die signalen. In vervolg daarop zeg ik het volgende. Het gaat om het handelingsperspectief. Het gaat om een handelingsperspectief van een sector die nu min of meer gedwongen wordt om iets te doen wat die sector niet kan. Dat leidt tot de vraag wat belangrijker is, die voortrekkersrol of dat level playing field dat we als Nederland graag willen hebben?

Minister Jetten:

Ik zou eigenlijk uw eerste term willen gebruiken, namelijk het handelingsperspectief; dat is het belangrijkst. Uiteindelijk gaat het erom dat we in Nederland een sterke en competitieve economie hebben die helemaal verduurzaamd is, maar ook nog altijd sterk. Het zou een beetje zonde zijn als we wel de CO2-doelstellingen halen, maar intussen bedrijvigheid en werkgelegenheid over de grens duwen. Daarom ben ik ook blij dat ik nu samen met minister Adriaansens specifiek voor de cluster 6-bedrijven een extra intensivering realiseer voor de ondersteuning. Die baksteenfabrieken zitten niet in een van onze vijf grote industriële clusters, waar we al volop bezig zijn met een hele projectmatige aanpak van de uitbreiding van de energie-infrastructuur. Dit zijn bedrijven die vaak al deels geclusterd zijn, maar meer regionaal. Dus we moeten er ook voor zorgen dat juist in die regio de waterstofbackbone snel ter beschikking komt, maar ook dat die elektriciteitsinfrastructuur versneld wordt uitgebreid. We hebben nu ook extra budget om op die bedrijventerreinen met energiehubs aan de slag te gaan en juist een extra ondersteuning te bieden bij bijvoorbeeld die baksteenfabriek. Dat doen we door te bekijken: wat heeft u nodig, wat is uw elektriciteitsvraag in de komende jaren en hoe kunnen we in de prioritering en planning van de uitbouw van de energie-infrastructuur van de regionale netbeheerders ervoor zorgen dat we op tijd die uitbreidingen voor elkaar hebben?

Ik maakte net ook dit punt richting de heer Van Strien. Deze bedrijven weten vaak: als ik nu die elektrische oven bestel, dan heb ik die over vijf jaar; dan heb ik één moment waarop ik die omschakeling kan maken. Dan moet de overheid kunnen garanderen dat het op dat moment ook gereed is; dat ben ik zeer met u eens. Als we dat handelingsperspectief niet bieden, zijn we het paard achter de wagen aan het spannen.

Mevrouw Geerdink (VVD):

Dan hoor ik dus dat er naast het fiscale instrument een heel subsidie-instrument of inspanningsinstrument van de overheid staat om deze sector overeind te houden. Ik hoop dat u de toezegging wil doen dat u ingrijpt op het moment dat bedrijven omvallen dan wel naar het buitenland verplaatsen.

Minister Jetten:

Het is inderdaad en-en-en. Bij de behandeling van het belastingplan is het vaak moeilijk dat we alleen de fiscaliteit te pakken hebben. Maar juist met de verschillende subsidieregelingen die we vanuit het klimaatfonds voor de industriesector beschikbaar stellen, willen we meefinancieren bij die onrendabele top voor dit soort investeringen. Ik heb ook met minister Adriaansens specifiek het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie opgesteld. We komen nu vier keer per jaar per regio samen om heel goed naar die planningen te kijken. Als daarbij een van de clusters aangeeft dat de overheid of de netbeheerders niet leveren, waardoor zo'n cluster in de knel komt met het handelingsperspectief, dan is het aan de minister voor Klimaat en Energie en de minister van Economische Zaken om te besluiten hoe we ingrijpen om toch ook die bedrijven maximaal te blijven ondersteunen.

De voorzitter:

Tot slot.

Mevrouw Geerdink (VVD):

Tot slot. Dat betekent dat ik in dit geval de toezegging hoor dat u op dat moment, maar het liefst nog daarvoor, met de betrokken sector in conclaaf gaat en naar oplossingen zoekt.

Minister Jetten:

Ja, zeker juist daarvoor. Voor wat betreft de uitbreiding van infrastructuur is het eigenlijk vandaag al 2028 als het gaat om de keuzes die je maakt. Ik wil u wel toezeggen dat ik met minister Adriaansens zal kijken hoe wij in onze rapportage van het NPVI juist dit soort knelpunten heel expliciet aan u kunnen communiceren en dat we die rapportage dan niet alleen met de Tweede Kamer maar ook met de Eerste Kamer delen, zodat u dat ook goed kunt volgen.


Brondocumenten


Historie

  • 2 juli 2024
    nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Klimaat en Groene Groei
  • 2 juli 2024
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Klimaat en Energie
  • 12 december 2023
    toezegging gedaan