T02468

Toezegging Rechtseenheid TIB en CTIVD (34.588)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om over twee jaar evalueren of het overleg tussen de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) tot voldoende rechtseenheid leidt. Bij een 'clash' tussen beide organen zal de minister daarover - openbaar of vertrouwelijk - aan de Kamer rapporteren.


Kerngegevens

Nummer T02468
Status voldaan
Datum toezegging 11 juli 2017
Deadline 1 mei 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
rechtseenheid
Toetsingscommissie inzet bevoegdheden
Kamerstukken Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (34.588)


Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 35, item 6 - blz. 13

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Wat gaat de minister doen met de TIB als meerdere malen blijkt dat het oordeel van de CTIVD na afloop anders uitvalt? Hoe informeert hij het parlement hierover?

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 35, item 8 - blz. 4-5

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Ik had de minister ook gevraagd om in te gaan op het door meerdere instanties aangehaalde probleem van de rechtseenheid. Dat lijkt mij typisch iets waarvan we na een poosje kunnen constateren of dat werkt of niet. Daarop is de minister nog helemaal niet ingegaan. Ik hoor graag zijn reactie.

Minister Plasterk: Dat is een goed punt. Die rechtseenheid moet ook bewerkstelligd worden. Ik heb in de schriftelijke beantwoording al aangegeven dat ik die rechtseenheid niet wil bewerkstelligen door een hiërarchische verhouding te maken, dus door de CTIVD de baas over de TIB te laten zijn, maar ik stel me wel voor dat er regulier overleg plaatsvindt tussen de toezichthouder en de TIB, opdat er sprake is van rechtseenheid. Maar het is dus niet de bedoeling dat de CTIVD de individuele casusbeoordelingen van de TIB nog een keer dunnetjes over gaat doen. Die taakverdeling moet wel helder zijn.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): In de schriftelijke beantwoording was het verhaal eerst dat de CTIVD niks meer zou kunnen zeggen over de rechtmatigheidsbeoordeling van de TIB. Later heeft de minister dat genuanceerd. Het kan gebeuren dat daar toch een verschil in kenbaar wordt. Hoe gaat de minister daar op termijn, als hij wat meer ziet en daar wat meer over kan zeggen — want één casus is nog geen verhaal — mee om richting het parlement en de parlementaire verantwoordelijkheid die de Kamer draagt?

Minister Plasterk: De CTIVD is toezichthouder op het hele proces. Ik wil niet de indruk wekken dat de CTIVD pas toezicht mag gaan houden als de last verleend is. De CTIVD mag natuurlijk op alle stadia van het proces toezicht houden. Dat mag niet alleen, dat is zelfs de wettelijke taak van de CTIVD. Dat kan met zich meebrengen dat de CTIVD zich voorneemt om een systematisch onderzoek te doen naar de vraag hoe de lasten eigenlijk tot stand komen of hoe onderbouwd is wat er in zo'n last wordt gesteld of een andere toezichthoudende vraag. De onwenselijkheid zou pas verschijnen wanneer de CTIVD per casus gaat zeggen: de minister vindt dit noodzakelijk, subsidiair en proportioneel aan het gestelde doel en de TIB is het daarmee eens, maar de CTIVD niet. Dan zou er een dubbeling optreden. Ik begrijp mevrouw Bikker zo dat dit onverlet laat dat de toezichthouder natuurlijk op alle stadia in het hele activiteitentraject van de diensten toezicht kan houden. Dat is ook wat ik bedoel.

De voorzitter: Tot slot op dit punt, mevrouw Bikker.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Nog steeds blijft het gevaar dat er toch verschil ontstaat tussen het oordeel van de TIB over de rechtmatigheid en de constatering van de CTIVD op een later moment. Ik blijf nu maar even van het niveau van abstractie af. Ik wil weten hoe de minister daarover aan de Kamer rapporteert.

Minister Plasterk: Ik denk allereerst dat er regelmatig overleg tussen de beide lichamen moet zijn. Wij zullen over twee jaar evalueren of dat overleg tot voldoende rechtseenheid leidt. Mocht er nou echt een probleem ontstaan — ik bedoel niet een keer een verschil van taxatie, maar een clash; dat gebaar maakt mevrouw Bikker — dan zeg ik toe dat ik dat aan de Kamer zal rapporteren. De Kamer zou kunnen namelijk zeggen dat ze daar niets van weet, omdat dit voor een deel in vertrouwelijkheid gebeurt. Ik zal dat dus via de geëigende kanalen, als dat nodig is, en anders in het openbaar aan de Kamer rapporteren.

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 35, item 8 - blz. 19

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): De minister heeft ook toegezegd om te streven naar rechtseenheid en om bij problemen te rapporteren, desnoods vertrouwelijk. Later trok hij die toezegging een beetje in, bij de beantwoording van een vraag van de heer Lintmeijer. Hij zei toen dat hij had gezegd dat de TIB wordt geëvalueerd en dat hij dat niet verder had ingevuld. De schrik sloeg mij om het hart, zoals men begrijpt. Ik hoop dat de minister nog eens kan bevestigen dat wat hij eerst aan de fractie van de ChristenUnie toezegde, inderdaad zo staat.

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 35, item 8 - blz. 21

Minister Plasterk: Ik stel het zeer op prijs dat een aantal fracties overwegen om het voorstel te steunen; zo ook de fractie van de ChristenUnie. De toezegging aan mevrouw Bikker staat. Zij vroeg er nog even naar voor de zekerheid, maar die staat; dat spreekt vanzelf.


Brondocumenten


Historie